Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam vereniging],
1.Het procesverloop
- de dagvaarding van 23 juli 2021 met 26 producties (nrs. 1 tot en met 26);
- de conclusie van antwoord van 1 september 2021 met zeven producties (Bijlagen nrs. 1 tot en met 7);
- de brief van de gemachtigde van [naam vereniging] van 1 november 2021 met drie aanvullende producties (Bijlagen nrs. 1 tot en met 4);
- de brief van de gemachtigde van [eiseres] van 18 oktober 2021 met twee ongenummerde producties;
- de brief van de gemachtigde van [naam vereniging] van 23 november 2021;
- de brief van de gemachtigde van [eiseres] van 30 november.
2.De feiten
De werkgever en werknemer volgen de algemeen verbindende voorschriften inzake voorzieningen bij werkloosheid in aanvulling op de Werkloosheidwet, welke de provincie Zuid-Holland heeft vastgesteld of zal vaststellen met inachtneming van de hierover in het SPA gemaakte afspraken (zie bijlage, Regeling aanvullende voorzieningen bij werkloosheid).
De duur van de aanvullende uitkering op de WW van de oud-ambtenaar is de duur van de WW-uitkering.
Op verzoek van de oud-ambtenaar kan het recht op de aanvullende en nawettelijke uitkering geheel of gedeeltelijk worden afgekocht als daarmee de werkloosheid geheel of gedeeltelijk kan worden opgeheven.
De duur van de aanvullende uitkering op de WW van de oud-ambtenaar is de duur van de WW-uitkering.
Op verzoek van de oud-ambtenaar kan het recht op de aanvullende en nawettelijke uitkering geheel of gedeeltelijk worden afgekocht als daarmee de werkloosheid geheel of gedeeltelijk kan worden opgeheven.
De commissie adviseert dat de weigering tot afkoop van de bovenwettelijke aanvulling op de WW in de onderhavige casus past binnen de discretionaire bevoegdheden die artikel 10.7.2 van de cao Provincies biedt en stelt vast dat de handelswijze daarmee niet in strijd is.Op 8 maart 2021 heeft [naam vereniging] het verzoek van [eiseres] wederom afgewezen.
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
werkop grond van een tussen partijen geldende arbeidsovereenkomst.