ECLI:NL:RBDHA:2022:2964

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 maart 2022
Publicatiedatum
1 april 2022
Zaaknummer
C/09/626348 / KG ZA 22/232
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over medewerking aan verkoop van woning na beëindiging relatie

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 31 maart 2022, is een kort geding aan de orde waarin de vrouw, eiseres, verzoekt om medewerking van de man, gedaagde, aan de verkoop van hun gezamenlijk eigendom, een woning. De partijen hebben een affectieve relatie gehad en zijn de ouders van een minderjarige. De vrouw heeft de woning in november 2021 verlaten en verblijft momenteel bij haar ouders. Ze stelt dat de man zijn medewerking aan de verkoop van de woning niet verleent en dat er achterstanden zijn in de betaling van de hypotheeklasten.

De man heeft ter zitting aangegeven dat hij de woning wil overnemen en dat hij de hypotheek op zijn naam wil laten stellen. Hij heeft ook betoogd dat hij de hypotheekachterstand inmiddels heeft betaald. De vrouw is echter van mening dat zij niet kan beoordelen of de man financieel in staat is om de woning over te nemen en pleit voor verkoop van de woning.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er een voorziening moet worden getroffen om de onverdeeldheid tussen partijen te beëindigen. De man krijgt dertig dagen de tijd om de woning te laten taxeren en een voorstel te doen voor de overname. Als hij hier niet in slaagt, moet hij meewerken aan de verkoop van de woning. Tevens is er een dwangsom opgelegd voor het geval de man niet aan de veroordelingen voldoet. De proceskosten worden door beide partijen zelf gedragen.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/626348 / KG ZA 22/232
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding ter zitting van 31 maart 2022
in de zaak van
[eiseres]verblijvende te [plaats 1] , woonplaats gekozen hebbende ten kantore van de hierna genoemd advocaat,
eiseres,
advocaat mr. J. Todorov te ’s-Gravenzande (gemeente Westland),
tegen:
[gedaagde]te [plaats 2] ,
gedaagde,
in persoon verschenen.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘de vrouw’ en ‘de man’.
Aanwezig is mr. H.J. Vetter, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.A. van Tuijl, griffier.
Tevens zijn aanwezig de vrouw, bijgestaan door haar advocaat en de man, vergezeld van zijn maatschappelijk ondersteuner [naam] .
Nadat partijen hun standpunten hebben toegelicht, over en weer hebben gereageerd op de standpunten van de wederpartij en vragen van de voorzieningenrechter hebben beantwoord, heeft de voorzieningenrechter de zitting voor korte tijd geschorst. Na hervatting van de zitting heeft de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 30p van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mondeling uitspraak gedaan. Deze luidt als volgt.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad en zij zijn de ouders van de minderjarige [minderjarige] .
1.2.
Partijen zijn gezamenlijk eigenaar van de woning aan de [adres] te [plaats 2] , hierna ‘de woning’.
1.3.
In november 2021 heeft de vrouw de woning met [minderjarige] verlaten vanwege spanningen tussen partijen. Deze spanningen hebben uiteindelijk geleid tot de beëindiging van de relatie tussen partijen in februari 2022.
1.4.
De vrouw heeft gesteld dat zij op dit moment met [minderjarige] bij haar ouders verblijft en dat zij, zolang de woning en de hypotheekschuld mede op haar naam staan, geen andere woonruimte kan vinden. De man heeft tot nu toe zijn medewerking aan de verkoop van de woning niet verleend, aldus de vrouw. Daarnaast heeft de vrouw gesteld dat haar is gebleken dat de man achterstanden heeft laten ontstaan in de betaling van de hypotheeklasten en in de betaling van de maandelijkse lasten aan Caiway en Budget Energie. Er is al aan schriftelijke waarschuwing voor een BKR-registratie als de opeisbare hypotheektermijnen niet snel worden voldaan. Zij is daarom van mening dat partijen zo snel mogelijk uit de onverdeeldheid moeten komen en daarom vordert zij (samengevat) een veroordeling van de man om mee te werken aan de verkoop en levering van de woning, een bevel aan de man om de vrouw, de makelaar en eventuele kopers de toegang tot de woning te verlenen en een veroordeling van de man om de woning tijdig voor de levering aan een derde te ontruimen, op straffe van een dwangsom en met machtiging van de vrouw om de handelingen tot verkoop en levering van de woning zelf te verrichten als de man niet meewerkt, met veroordeling van de man in de proceskosten.
1.5.
De man heeft ter zitting aangevoerd dat hij sinds twee dagen een vaste baan als timmerman heeft en dat hij de woning wil overnemen. De man stelt daarom voor dat hij de hypotheek op zijn naam laat stellen, waarna hij de helft van de door taxatie vast te stellen overwaarde van de woning, aan de vrouw zal betalen. Verder heeft hij betoogd dat hij de hypotheekachterstand inmiddels heeft betaald en dat hij ook zal zorgdragen voor de betaling van de overige vaste lasten, waaronder Caiway en Budget Energie.
1.6.
Hier tegenover heeft de vrouw naar voren gebracht dat zij op basis van de door de man verstrekte informatie niet kan beoordelen of de man financieel in staat is om de woning over te nemen en dat het daarom beter is om de woning te verkopen en de overwaarde bij helfte te delen.
1.7.
Het gevorderde is op de hierna vermelde wijze toewijsbaar. Daartoe is het volgende redengevend.
1.8.
Nu de relatie tussen partijen is beëindigd moet er een voorziening worden getroffen om een einde te maken aan de onverdeeldheid tussen partijen. De vrouw heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij daarbij belang heeft om verder te kunnen gaan met haar leven en dat dat belang spoedeisend is. Om daartoe te komen dient de woning van partijen te gelde te worden gemaakt door verkoop aan een derde of door overname van de woning door één van partijen. Hoewel de man heeft aangevoerd dat hij financieel in staat is om de woning over te nemen en de vrouw uit te kopen, begrijpt de voorzieningenrechter het standpunt van de vrouw dat zij op dit moment niet kan beoordelen of de man dit kan waarmaken en dat zij zich zorgen maakt over de betaling van de vaste lasten.
1.9.
De voorzieningenrechter – die het uiterst aannemelijk acht dat de bodemrechter zal oordelen dat tot verdeling gekomen moet worden - zal daarom bepalen dat de man gedurende een periode van dertig dagen de gelegenheid krijgt om de woning op zijn kosten te laten taxeren, om aan de hand van die taxatie in overleg met de advocaat van de vrouw de overwaarde van de woning vast te stellen, om de financiering voor het overnemen van de woning rond te krijgen en om de vrouw een voorstel te doen om de woning op naam van de man te stellen en de vrouw uit te kopen. Daarvoor geldt echter wel de voorwaarde dat de man uiterlijk maandag 4 april 2022 om 17.00 uur aan de hand van bankafschriften aan de advocaat van de vrouw bewijs levert dat alle vaste lasten, waaronder in ieder geval de hypotheeklasten en de maandelijkse betalingen aan Caiway en Budget Energie, opeisbaar op de dag van het wijzen van dit vonnis, inmiddels zijn voldaan. Als de man er niet in slaagt om dit bewijs tijdig te leveren, dan zullen de vorderingen van de vrouw strekkende tot een veroordeling van de man om binnen vijf dagen mee te werken aan de verkoop van de woning overeenkomstig de dagvaarding worden toegewezen. Datzelfde geldt voor de situatie dat de man het bewijs wel tijdig levert, maar de hiervoor bedoelde periode van dertig dagen verstrijkt zonder dat partijen overeenstemming bereiken over de overname van de woning door de man.
1.10.
Oplegging van een dwangsom, als stimulans tot nakoming van de te geven beslissing voor zover deze ziet op de verplichting van de man om toegang te verlenen tot de woning, is aangewezen. De op te leggen dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd. Daarnaast zal de door de vrouw gevorderde reële executie worden toegewezen, een en ander zoals hierna onder de beslissing wordt vermeld.
1.11.
In de omstandigheid dat partijen een affectieve relatie met elkaar hebben gehad wordt aanleiding gevonden te bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter:
2.1.
bepaalt – onder de voorwaarde dat de man uiterlijk maandag 4 april 2022 om 17.00 uur aan de hand van bankafschriften aan de advocaat van de vrouw bewijs levert dat alle per heden opeisbare termijnbedragen ter zake van de vaste lasten (waaronder in ieder geval de hypotheeklasten en de maandelijkse betalingen aan Caiway en Budget Energie) inmiddels zijn voldaan – dat de man gedurende een periode van dertig dagen de gelegenheid krijgt om de woning op zijn kosten te laten taxeren, om aan de hand van die taxatie in overleg met de advocaat van de vrouw de overwaarde van de woning vast te stellen, om de financiering voor het overnemen van de woning rond te krijgen en om de vrouw een voorstel te doen om de woning op naam van de man te stellen en de vrouw uit te kopen;
2.2.
veroordeelt de man – voor het geval dat hij het in 2.1. bedoelde bewijs niet tijdig levert of dat de in 2.1. genoemde termijn van dertig dagen verstrijkt zonder dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de overname van de woning door de man – om:
2.2.1.
binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis zijn medewerking te verlenen aan een opdracht tot bemiddeling aan de erkende NVM Makelaar Borgdorff Makelaars Monster B.V., Kerkplein 12, 2681 BB Monster, met betrekking tot de verkoop van de woning te ( [postcode] ) [plaats 2] aan de [adres] ;
2.2.2.
binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis zijn volledige medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning, tegen een zo hoog mogelijke opbrengst, een en ander te bepalen door de makelaar;
2.2.3.
binnen vijf dagen na betekening van het vonnis aan de vrouw, de makelaar en/of een geïnteresseerde koper in het kader van de verkoop vrijelijk toegang te verlenen tot de woning, al dan niet onder afgifte van de sleutel aan de makelaar, teneinde de woning te kunnen verkopen en/of te bezichtigen;
2.2.4.
de woning uiterlijk twee weken voor de levering daarvan aan een derde, met medeneming van zijn huisraad, te ontruimen en niet meer te betreden en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van de vrouw te stellen, met machtiging van de vrouw om de ontruiming zo nodig op kosten van de man zelf te doen bewerkstelligen voor zover de man daaraan niet meewerkt;
2.3.
bepaalt dat de man een dwangsom verbeurt van € 100,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat hij nalaat aan een van de in 2.2.3. genoemde veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 10.000,--;
2.4.
bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de verklaring/ondertekening van de man in de akte strekkende tot het geven van de opdracht aan de makelaar, tot verkoop van de woning en tot levering van de woning aan de koper, indien hij niet binnen vijf dagen aan het verzoek tot medewerking gehoor geeft;
2.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
2.6.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
2.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
WAARVAN PROCES-VERBAAL,