ECLI:NL:RBDHA:2022:291
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 12 april 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, die op 29 oktober 2019 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft de zaak behandeld zonder zitting op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit, zoals vastgelegd in artikel 6:2 van de Awb. Eiser heeft verweerder op 19 mei 2020 en 27 oktober 2020 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestellingen prematuur waren, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Bovendien was de laatste datum voor het indienen van een ingebrekestelling op 10 juli 2020, en de ingebrekestelling van 27 oktober 2020 viel na deze datum. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan verzet worden ingesteld binnen zes weken na bekendmaking.