ECLI:NL:RBDHA:2022:2901
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaken
Op 25 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL21.19589 en NL21.19591, waarin verzoekers, bestaande uit [naam 1] en [naam 2], hun asielaanvragen niet-ontvankelijk verklaard zagen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde mr. E.J.L. van de Glind, hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 9 februari 2022 in Breda, waar verzoekers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van de verweerder.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de verzoeken om voorlopige voorziening worden afgewezen, mede omdat er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in de aanverwante zaken NL21.19588 en NL21.19590. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. W. van Loon, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.