ECLI:NL:RBDHA:2022:282
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- N.H. de Zeeuw
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 januari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.J.F.M. van Raak, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de asielaanvraag van verzoeker op 21 juni 2021 had afgewezen als kennelijk ongegrond. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 3 december 2021 in Breda, waar verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, F. Said. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.W.F. Noot.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak in een aanverwante zaak (NL21.10199) en heeft geconcludeerd dat het verzoek om voorlopige voorziening moet worden afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. N.H. de Zeeuw, en is geanonimiseerd gepubliceerd op de website van de rechtspraak.