Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 januari 2022 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Als derde-partij neemt aan het geding deel: [derde-partij] , te [woonplaats]
Procesverloop
Overwegingen
Op 14 november 2019 heeft eiseres bij verweerder een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het veranderen van de woning aan de [adres] [huisnummer] te [plaats] naar een woning met bed & breakfast. In het primaire besluit heeft verweerder de omgevingsvergunning aan eiseres verleend. Een aantal omwonenden hebben hiertegen bezwaar gemaakt vanwege vrees voor overlast.
In dit geval is de conclusie van verweerder gebaseerd op informatie van de advocaat mr. [advocaat] . De strekking van deze informatie, neergelegd in een email van 21 juli 2020, is dat eiseres zonder recht of titel in de woning aan de [adres] verblijft en dat eiseres zonder toestemming van de bewindvoerder een aanvraag heeft ingediend voor het veranderen van voornoemde woning. Dit is volgens mr. [advocaat] geenszins de bedoeling. Eiseres heeft nadrukkelijk de juistheid van de informatie van mr. [advocaat] betwist. Naar het oordeel van de rechtbank kon verweerder niet zonder nader onderzoek uitgaan van de juistheid van de informatie van de advocaat van de bewindvoerder. Verweerder had daar nader onderzoek naar moeten verrichten. Bovendien is het in strijd met de zorgvuldigheid dat eiseres in de bezwaarprocedure niet de gelegenheid heeft gekregen om haar visie te geven op de door mr. [advocaat] verstrekte informatie. Door dit na te laten is eiseres op ontoelaatbare wijze in haar verweermogelijkheden beperkt.
Beslissing
mr.L. Lemmen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 24 januari 2022.