ECLI:NL:RBDHA:2022:2752

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 januari 2022
Publicatiedatum
28 maart 2022
Zaaknummer
20/6946
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een omgevingsvergunning voor een woning met bed & breakfast na bezwaar van omwonenden

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil over een omgevingsvergunning die was verleend voor het veranderen van een woning naar een woning met bed & breakfast. Eiseres, de dochter van de eigenaresse van de woning, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, dat het bezwaar van een derde-partij niet-ontvankelijk had verklaard en de omgevingsvergunning had ingetrokken. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende onderzoek had gedaan naar de status van eiseres als belanghebbende en dat eiseres op ontoelaatbare wijze in haar verweermogelijkheden was beperkt. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/6946

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 januari 2022 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. T.Y. Tsang),
en

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder

(gemachtigde: mr. M.C. Remeijer - Schmitz).

Als derde-partij neemt aan het geding deel: [derde-partij] , te [woonplaats]

(gemachtigde: S.A.N. Geerling).

Procesverloop

In het besluit van 9 januari 2020 (primair besluit) heeft verweerder aan eiseres een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van de woning aan de [adres] [huisnummer] te [plaats] naar een woning met bed & breakfast.
In het besluit van 23 september 2020 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van de derde-partij (en andere bezwaarmakers) tegen het primaire besluit niet-ontvankelijk verklaard, het primaire besluit herroepen, bepaald dat de verleende omgevingsvergunning wordt ingetrokken en de aanvraag van eiseres buiten behandeling gesteld.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft de gedingstukken ingezonden.
De derde-partij heeft een zienswijze ingebracht.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 december 2021. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder en de derde-partij hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.

Overwegingen

1.
Op 14 november 2019 heeft eiseres bij verweerder een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het veranderen van de woning aan de [adres] [huisnummer] te [plaats] naar een woning met bed & breakfast. In het primaire besluit heeft verweerder de omgevingsvergunning aan eiseres verleend. Een aantal omwonenden hebben hiertegen bezwaar gemaakt vanwege vrees voor overlast.
2. In het bestreden besluit heeft verweerder – in navolging van de Adviescommissie bezwaarschriften – het primaire besluit herroepen, de verleende omgevingsvergunning ingetrokken en de aanvraag van eiseres buiten behandeling gesteld. Verweerder is bij nader inzien van oordeel dat eiseres, de dochter van de eigenaresse van de woning [adres] [huisnummer] te [plaats] , niet de bevoegdheid heeft om een aanvraag voor een omgevingsvergunning in te dienen ten aanzien van deze woning. Dit baseert verweerder onder meer op een e-mailbericht van de advocaat (mr. [advocaat] ) van de bewindvoerder van 21 juli 2020. De volmacht is volgens verweerder ingetrokken en bovendien heeft eiseres de aanvraag voor de omgevingsvergunning zonder toestemming van de bewindvoerder ingediend en de bewindvoerder heeft laten weten niet in te stemmen met de aanvraag, aldus verweerder.
3. Eiseres voert in beroep – kort samengevat – aan dat zij een machtiging heeft van haar moeder en dat deze volmacht niet zonder meer kan worden ingetrokken zonder dat zij daarvan op de hoogte is gesteld of dat er om een machtiging is verzocht bij de rechter om de notariële volmacht te herroepen. Daarom betoogt eiseres dat zij wel belanghebbende is en de aanvraag kon indienen. Daarnaast stelt eiseres zich op het standpunt dat er al langere tijd een dispuut is met de bewindvoerder. Tot slot is het bestreden besluit volgens eiseres in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel en het verbod van vooringenomenheid. Eiseres werd tijdens de hoorzitting verrast door de informatie van mr. [advocaat] en daardoor heeft zij zich niet goed op het nieuwe standpunt van verweerder kunnen verdedigen.
4. De rechtbank stelt voorop dat in deze procedure de vraag dient te worden beantwoord of verweerder het bezwaar van bezwaarmakers terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Dit standpunt van verweerder is gebaseerd op de (veronder)stelling dat eiseres geen belanghebbende is en geen aanvraag voor een omgevingsvergunning kon indienen. Daarom heeft verweerder de verleende omgevingsvergunning ingetrokken en de aanvraag van eiseres buiten behandeling gesteld. In het verlengde hiervan heeft verweerder het bezwaar van de omwonenden niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen belang meer hebben bij een inhoudelijke beoordeling van hun bezwaren.
5. De rechtbank overweegt als volgt.
5.1
Artikel 7:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat op grondslag van het bezwaar een volledige heroverweging van het primaire besluit plaatsvindt.
5.2
Artikel 7:11, tweede lid, van de Awb bepaalt dat, voor zover de heroverweging daartoe aanleiding geeft, het bestuursorgaan het bestreden besluit herroept en voor zover nodig in de plaats daarvan een nieuw besluit neemt.
6. In bezwaar dient een volledige heroverweging plaats te vinden. Dit blijft niet beperkt tot vragen van rechtmatigheid. Ook kan verweerder in de bezwaarprocedure eventuele gebreken in de besluitvorming herstellen. Verder is het niet uitgesloten dat verweerder als bestuursorgaan in de bezwaarprocedure tot de conclusie komt dat de omgevingsvergunning ten onrechte is verleend op basis van feiten of omstandigheden die geheel los staan van wat in bezwaar is aangevoerd. In zoverre kan de rechtbank verweerder volgen.
7.
In dit geval is de conclusie van verweerder gebaseerd op informatie van de advocaat mr. [advocaat] . De strekking van deze informatie, neergelegd in een email van 21 juli 2020, is dat eiseres zonder recht of titel in de woning aan de [adres] verblijft en dat eiseres zonder toestemming van de bewindvoerder een aanvraag heeft ingediend voor het veranderen van voornoemde woning. Dit is volgens mr. [advocaat] geenszins de bedoeling. Eiseres heeft nadrukkelijk de juistheid van de informatie van mr. [advocaat] betwist. Naar het oordeel van de rechtbank kon verweerder niet zonder nader onderzoek uitgaan van de juistheid van de informatie van de advocaat van de bewindvoerder. Verweerder had daar nader onderzoek naar moeten verrichten. Bovendien is het in strijd met de zorgvuldigheid dat eiseres in de bezwaarprocedure niet de gelegenheid heeft gekregen om haar visie te geven op de door mr. [advocaat] verstrekte informatie. Door dit na te laten is eiseres op ontoelaatbare wijze in haar verweermogelijkheden beperkt.
8. Bij een en ander heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat (inmiddels) is gebleken dat sprake is van een achterliggende civielrechtelijke kwestie, te weten de intrekking (dan wel beëindiging van de geldigheid) van de notariële volmacht als gevolg van (in verband met) onderbewindstelling van de volmachtgever. Verweerder had hiernaar meer onderzoek moeten doen.
9. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de conclusie van verweerder dat eiseres geen belanghebbende is bij de aanvraag, onvoldoende is gemotiveerd en is gebaseerd op een onvolledig onderzoek. Derhalve staat (nog) niet vast dat de omgevingsvergunning terecht is herroepen. Daarmee is de stelling dat het bezwaar van [derde-partij] c.s. niet-ontvankelijk is in verband met het ontbreken van procesbelang, voorbarig.
10. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank kan niet zelf in de zaak voorzien omdat de uitkomst van de zaak afhankelijk is van nader onderzoek door verweerder. De rechtbank kan de zaak dus niet finaal beslechten. Verweerder zal een nieuw besluit op bezwaar moeten nemen en rekening moeten houden met wat in deze uitspraak is overwogen.
11. Omdat de rechtbank het beroep van eiseres gegrond verklaart, moet verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoeden.
12. Ook veroordeelt de rechtbank verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. De door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand levert 2 punten op (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting, met een waarde per punt van € 759,-), bij een wegingsfactor 1. Toegekend wordt € 1.518,-. Omdat aan eiseres een toevoeging is verleend, moet verweerder de proceskostenvergoeding betalen aan de gemachtigde.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.518,-;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 178,- aan eiseres te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.J. Waterbolk, rechter, in aanwezigheid van
mr.L. Lemmen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 24 januari 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.