ECLI:NL:RBDHA:2022:2661
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning regulier voor zelfstandige acupuncturist
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 maart 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking 'arbeid als zelfstandige'. Eiser, een Chinese nationaliteit, heeft sinds 2011 in Nederland verbleven en heeft eerder verblijfsvergunningen gehad. De aanvraag voor de verblijfsvergunning werd afgewezen omdat eiser niet in het bezit was van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) die overeenkomt met het verblijfsdoel. Eiser heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft het beroep op 15 februari 2022 behandeld, maar beide partijen waren niet verschenen. Na het sluiten van het onderzoek heeft de rechtbank op 18 februari 2022 medegedeeld dat het onderzoek niet volledig was en heeft zij het heropend. Tijdens de zitting op 9 maart 2022 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft overwogen dat verweerder in het bestreden besluit niet alle relevante persoonlijke feiten en omstandigheden in hun onderlinge samenhang heeft beoordeeld, wat heeft geleid tot de conclusie dat de toepassing van het mvv-vereiste in dit geval tot een onbillijkheid van overwegende aard leidt.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de hoorplicht in bezwaar is geschonden, wat een essentiële schending van de procedurele rechten van eiser vormt. Gelet op deze overwegingen heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 1.518,-, en moet het griffierecht van € 178,- worden vergoed.