ECLI:NL:RBDHA:2022:2635

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 maart 2022
Publicatiedatum
24 maart 2022
Zaaknummer
09-183553-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht. Steekincident, straatroof en openlijk geweld in Zoetermeer.

Op 24 maart 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een steekincident en openlijk geweld in Zoetermeer. De zaak betreft twee incidenten: op 29 mei 2021 vond een straatroof plaats waarbij de verdachte samen met anderen geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De verdachte werd vrijgesproken van de diefstal met geweld, maar werd wel veroordeeld voor openlijke geweldpleging tegen [slachtoffer 2]. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte de diefstal met geweld had gepleegd, omdat niet kon worden vastgesteld wie van de verdachten het oogmerk had op de diefstal. De verdachte werd wel schuldig bevonden aan openlijke geweldpleging, omdat hij deel uitmaakte van de groep die [slachtoffer 2] aanviel.

Het tweede incident vond plaats op 5 juni 2021, waarbij de verdachte betrokken was bij een steekpartij. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor poging tot moord of doodslag, omdat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte met voorbedachten rade handelde. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij een significante bijdrage had geleverd aan het geweld. De rechtbank legde een leerstraf op van 40 uur en een voorwaardelijke werkstraf van 20 uur op, met bijzondere voorwaarden voor begeleiding door de jeugdreclassering.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummers 09-183553-21; 09-151981-21 (gev. ttz.)
Datum uitspraak 24 maart 2022
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
hierna te noemen: de verdachte,
geboren op [geboortedag] 2005 te [geboorteplaats] ,
[adres 1] .

1.Het onderzoek op de zitting

Het onderzoek is gehouden op de besloten zittingen van 2 september 2021 (regiezitting),
18 februari 2022 en 25 februari 2022 (inhoudelijke behandeling) en 10 maart 2022 (sluiting van het onderzoek ter terechtzitting).
De officier van justitie in deze zaak is mr. P. de Jonge en de advocaat van de verdachte is mr. K.C. van de Wijngaart te Rotterdam. De verdachte is ter zitting verschenen.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is, samengevat en na wijziging van de tenlastelegging op de zitting, ten laste gelegd dat:
Dagvaarding 09-183553-21
1. hij op 29 mei 2021 in Zoetermeer, samen met anderen door middel van geweld
[slachtoffer 1] heeft beroofd;
2. hij op 29 mei 2021 in Zoetermeer, openlijk geweld met zwaar lichamelijk letsel heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] (
primair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
subsidiair).
Dagvaarding 09-151981-21
1. hij op 5 juni 2021 te Zoetermeer, samen met anderen en met voorbedachten rade geprobeerd heeft [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] van het leven te beroven (
primair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
subsidiair), dan wel dat hij samen met anderen en met voorbedachten rade geprobeerd heeft [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen (
meer subsidiair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
nog meer subsidiair), dan wel dat hij samen met anderen voorbereidingen heeft getroffen tot het plegen van een moord c.q doodslag of zware mishandeling met voorbedachten rade of openlijke geweldpleging (
nog meer subsidiair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
meest subsidiair);
2. hij op 5 juni 2021 in Zoetermeer, openlijk geweld met zwaar lichamelijk letsel heeft gepleegd tegen [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (
primair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
subsidiair).
De volledige tekst van de tenlastelegging staat in bijlage I.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat de rechtbank bewezen zal verklaren dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten onder het parketnummer
09-151981-21 en de onder 1 en 2 primair ten laste gelegde feiten onder het parketnummer 09-183553-21 heeft begaan.
Daartoe heeft de officier van justitie samengevat en zakelijk weergegeven - het volgende naar voren gebracht.
Op 29 mei 2021 heeft de verdachte zich samen met zijn medeverdachten schuldig gemaakt aan de beroving van de [slachtoffer 1] en de openlijke geweldpleging tegen beide aangevers. De verdachte is met de medeverdachten achter de aangevers aangerend. Zij hebben vervolgens eerst de [slachtoffer 2] geslagen en geschopt totdat deze kon ontkomen. Vervolgens heeft de hele groep verdachten zich gekeerd tegen de [slachtoffer 1] . Hij is geschopt en geslagen waarbij hij van zijn tas is beroofd.
Voorafgaand aan het feit op 5 juni 2021 zijn er door de verdachte en zijn medeverdachten in een Snapchat-groep berichten verstuurd om iemand of meerdere personen te grazen te nemen. Uit deze gesprekken valt te herleiden dat diverse personen voorafgaand aan het incident afspreken en bespreken dat ze messen met zich meenemen omdat er een ruzie is met ‘Palestein Boys’. Naderhand worden, opnieuw in Snapchatgesprekken, daderwetenschappen benoemd. Het was dus een vooropgezet plan om de jongens uit de [wijk 1] te grazen te nemen. De verdachte heeft erkend dat hij op 5 juni 2021 in de buurt van het steekincident was. Hij heeft verklaard dat er wel 25 mensen aan het vechten waren, en dat hij een soort zwaard heeft gezien waarmee iemand slaande bewegingen heeft gemaakt. De verdachte heeft nagedacht over een alibi en heeft in de Snapchat-groep gezegd dat als er camera’s hangen bij de [locatie 1] , hij dan de lul is. De verdachte heeft ook na het incident op internet gezocht naar wat de straf is voor een minderjarige voor poging moord. De officier van justitie is van mening dat ook al is niet precies duidelijk wat de verdachte heeft gedaan, de verdachte zich wel schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging moord en een openlijke geweldpleging.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit van de tenlastegelegde feiten en heeft daartoe - samengevat en zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
09-183553-21 (de diefstal met geweld en het openlijk geweld)
De verdachte heeft erkend dat hij de [slachtoffer 1] bij zijn bovenbenen heeft vastgepakt, maar niet dat hij hem heeft geslagen. De verdachte heeft een aandeel gehad in het tezamen en in vereniging geweld plegen tegen [slachtoffer 1] , maar dat is niet ten laste gelegd. Er is geen verband met het gepleegde geweld en de diefstal van de tas van [slachtoffer 1] . De verdachte moet om die reden worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde is de verdediging van mening dat de verdachte niet betrokken is geweest bij hetgeen rondom de [slachtoffer 2] is voorgevallen. Er is sprake geweest van twee afzonderlijke geweldplegingen. De handelingen die de verdachte worden verweten, heeft hij niet verricht. Dat de verdachte mogelijk een significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld tegen [slachtoffer 2] door betrokken te zijn geweest bij de afzonderlijke confrontatie met [slachtoffer 1] gaat de verdediging te ver. Ook handelingen die zouden kunnen leiden tot medeplichtigheid kunnen de verdachte niet worden verweten. De verdachte moet daarom ook voor het onder 2 ten laste gelegde feit worden vrijgesproken.
09-151981-21 (het steekincident)
De verdachte was weliswaar op 5 juni 2021 in de buurt van de steekpartij, maar hij wist van geen plan, en hij wist ook niet dat er wapens zouden zijn. De verdachte is enorm geschrokken en is onmiddellijk weggerend. Ook blijkt uit forensisch onderzoek niet van enige betrokkenheid van de verdachte ten aanzien van de aangetroffen wapens. Voorafgaande afstemming of afspraken, het meebrengen van wapens, het insluiten en bemoeilijken van vluchten, het slaan en schoppen, steken en of dreigen met een mes - niets van dit alles kan aan de verdachte worden gekoppeld. De verdachte dient dan ook voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde vrijgesproken te worden.
3.3
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
3.3.1 09-152012-21 –
de diefstal met geweld en het openlijk geweld op 29 mei 2021
Inleiding
Op 29 mei 2021 bevonden de aangevers [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) en [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) zich in Albert Heijn in het [locatie 2] in Zoetermeer. Toen zij Albert Heijn uitliepen zijn zij door een groep jongens achterna gerend en mishandeld en is [slachtoffer 1] van zijn tas beroofd.
De rechtbank ziet zich voor de vragen gesteld wat er die dag met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] is gebeurd en welke betrokkenheid de verdachte daarbij had.
De bewijsmiddelen
De verklaring van aangevers
[slachtoffer 1] heeft bij de politie verklaard dat hij op 29 mei 2021 met [slachtoffer 2] en zijn vriendin in Albert Heijn in [locatie 2] te Zoetermeer was. Toen zij bij Albert Heijn naar binnen liepen zag [slachtoffer 1] twee jongens de winkel uitlopen. Deze jongens waren later ook bij de beroving. De jongens zeiden op agressieve toon ‘wat is er dan’. [slachtoffer 2] liep naar de jongens toe en zei ook ‘wat is er dan’. [slachtoffer 1] hoorde niet wat de jongens verder tegen elkaar hebben gezegd. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] liepen vervolgens Albert Heijn in. Toen zij de winkel uitliepen richting de auto hoorde [slachtoffer 1] achter hen mensen roepen. Hij hoorde dat ze schreeuwden: ‘Wat doen jullie stoer?’ Dit was een groep van 9 à 10 personen. De groep liep 2 à 3 meter achter hen. De groep rende op [slachtoffer 2] af. [2] [slachtoffer 2] rende weg naar het einde van de parkeerplaats. [slachtoffer 1] zag vervolgens dat de groep op hem af kwam rennen en op hem in begon te slaan. Hij voelde verschillende malen vuistslagen tegen zijn hoofd. Door de klappen op zijn hoofd is hij op de grond gevallen. Toen [slachtoffer 1] op de grond lag is hij ook geschopt in zijn zij en tegen zijn hoofd. Ondanks dat [slachtoffer 1] ‘stop’ riep, gingen de jongens door met slaan en schoppen. [slachtoffer 1] hoorde dat een jongen zei: ‘Pak zijn tas, pak zijn tas’. [slachtoffer 1] lag op dat moment op de grond met zijn ogen dicht en handen voor zijn gezicht om zichzelf te beschermen. [slachtoffer 1] voelde dat er aan zijn tasje werd getrokken. Uiteindelijk is het de daders toch gelukt om het tasje af te pakken. De daders renden daarna met zijn allen weg. Toen durfde hij pas zijn ogen open te doen.
[slachtoffer 2] heeft bij de politie verklaard dat hij op 29 mei 2021 samen met zijn vriendin [naam 1] en [slachtoffer 1] naar Albert Heijn aan [adres 2] in Zoetermeer ging. Toen zij de winkel binnen liepen, zongen zij een liedje. Daar reageerde een jongen op met ‘Wat is er’. Deze jongen was met een andere jongen. Toen [slachtoffer 2] met [slachtoffer 1] bij de kassa stond zag [slachtoffer 2] de eerder genoemde jongens buiten staat bij het raam. De jongens keken [slachtoffer 2] aan en maakten vechtgebaren door middel van het slaan met de vuist in de hand. [slachtoffer 2] liep vervolgens naar buiten. Op dat moment kwamen de jongens samen met nog meer jongens, een stuk of 10-12, naar hen toe gerend. De hele groep kwam ineens op [slachtoffer 2] af gerend. [slachtoffer 2] kreeg een blikje energy drink op zijn achterhoofd gegooid. [slachtoffer 2] werd op een gegeven moment omsingeld door allemaal jongens. Toen begonnen ze ineens allemaal op hem in te slaan. Hij weet niet wie en met welke hand ze hem allemaal sloegen. Terwijl de jongens [slachtoffer 2] sloegen, is hij gaan rennen. [slachtoffer 2] zag nog dat een van de jongens aan kwam rennen met een rood witte afzetketting. Deze heeft [slachtoffer 2] één keer op zijn linker kuit en één keer op zijn linker elleboog geslagen met de ketting. [slachtoffer 2] is vervolgens weer weg gerend en heeft de politie kunnen bellen. [3]
Bij [slachtoffer 2] was er geen uitwendig letsel zichtbaar, maar er is wel een vermoeden van oorsuizen in het rechteroor (tinnitus).
De getuigen
De getuige/aangeefster [naam 1] (verder: [naam 1] ) heeft bij de politie verklaard dat zij die dag met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] was. Zij liepen de Albert Heijn uit richting de auto van [slachtoffer 2] . Zij hoorde dat er mensen op hen af kwamen rennen en dat deze aan het schreeuwen waren. Er werd geschreeuwd ‘is dit die jongen, is dit die jongen’. Zij keek om en zag dat ongeveer vijf of zes jongens op hen af kwamen. Zij renden richting [slachtoffer 2] . [naam 1] zag dat alle jongens [slachtoffer 2] tegen zijn gezicht en hoofd sloegen. Ze zag dat [slachtoffer 2] zich beschermde en weg rende van de groep. Zij zag dat er drie jongens achter [slachtoffer 2] aan gingen, dat [slachtoffer 2] verderop tegenover een van de jongens stond en dat ze beiden een gevechtshouding hadden. Twee andere jongens renden ook richting [slachtoffer 2] . Een van deze jongens had iets in zijn hand. Het was rood en wit van kleur en het waren rondjes die aan elkaar vast zaten. De jongen probeerde [slachtoffer 2] met deze ketting te raken op zijn rug. Dit lukt niet omdat [slachtoffer 2] wegrende. De jongen sloeg opnieuw en raakte [slachtoffer 2] op zijn been. [slachtoffer 2] rende vervolgens weg en de jongens gingen achter hem aan. [4] Drie jongens kwamen vervolgens weer terug richting [naam 1] en [slachtoffer 1] . De drie jongens en de andere jongens van de groep pakten hierna [slachtoffer 1] . [naam 1] zag dat de jongens hem sloegen en schopten, ook toen [slachtoffer 1] op de grond lag. De jongen liep toen weer richting [slachtoffer 1] . De andere jongens waren [slachtoffer 1] nog steeds aan het slaan. [naam 1] hoorde iemand roepen ‘pak zijn tasje’. Zij zag dat de jongens het tasje van [slachtoffer 1] probeerden te pakken. Het was de jongens gelukt om de tas te pakken en [naam 1] zag dat de jongens hierna met zijn allen wegrenden.
De [getuige 1] heeft bij de politie verklaard dat zij op 29 mei 2021 bij haar nichtje in de flat op [adres 3] in Zoetermeer was. Op een bepaald moment zag zij allemaal onrust en mensen op de parkeerplaats. Haar dochter is gaan filmen en de getuige is naar het balkon gerend. De getuige zag een groep jongens op de parkeerplaats en zij zag dat de jongens achter een blanke jongen aan renden. De groep bestond uit acht of negen jongens. De blanke jongen rende weg van de groep en werd geslagen door een andere jongen. De jongen had een soort riem in zijn hand en daar sloeg hij die blanke jongen mee. [5]
Camerabeelden
Door de [verbalisant 1] zijn de camerabeelden van Albert Heijn, de camerabeelden van het [locatie 2] en de camerabeelden van twee particulieren uitgekeken. [6]
Aan de hand van getoonde foto’s van de beelden van 29 mei 2021 hebben verschillende verbalisanten daarop de navolgende verdachten herkend: [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , [7] alsmede [medeverdachte 4] , [8] [medeverdachte 5] , [9] [verdachte] [10] en [medeverdachte 7] . [11]
De eigen waarneming van de rechtbank op basis van de camerabeelden
In het dossier bevinden zich camerabeelden van het [locatie 2] (voor Albert Heijn) en door de getuige gefilmde beelden. Ter zitting zijn deze bewegende beelden getoond.
De rechtbank heeft op deze beelden waargenomen dat [slachtoffer 2] voor Albert Heijn een woordenwisseling krijgt met de medeverdachten [medeverdachte 4] en [medeverdachte 7] , waarna [slachtoffer 2] Albert Heijn in loopt, dat de medeverdachten daarna in de weer zijn met hun telefoon en dat na ongeveer vijf minuten 7 andere jongens, waaronder de verdachte, het winkelcentrum binnenkomen. Op enig moment is te zien dat [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en zijn vriendin uit Albert Heijn komen en het winkelcentrum verlaten. Enkele seconden later is te zien dat alle jongens, waaronder de verdachte, naar de uitgang rennen waardoor aangevers het winkelcentrum net hebben verlaten.
Op de door de getuige gefilmde beelden heeft de rechtbank waargenomen dat de verdachte samen met een aantal medeverdachten tegenover en rondom [slachtoffer 1] staat, dat deze verdachten [slachtoffer 1] slaan, dat de verdachte daaraan meedoet en [slachtoffer 1] ook daadwerkelijk raakt. De rechtbank heeft verder op deze beelden waargenomen dat de verdachte op enig moment een arm om het bovenlichaam van [slachtoffer 1] heeft en hem lijkt vast te houden.
De verklaring van de verdachte
Ter zitting heeft de verdachte verklaard dat hij een van de jongens is op de camerabeelden bij Albert Heijn. De verdachte heeft verder verklaard dat hij [slachtoffer 1] bij zijn benen heeft gepakt waardoor de [slachtoffer 1] op de grond viel, omdat [slachtoffer 1] hem zou hebben uitgescholden. Volgens de verdachte is dat ook op de beelden van de getuige te zien. Hij heeft niet gehoord dat zou zijn geroepen ‘pak zijn tas’ en evenmin gezien dat de tas van [slachtoffer 1] werd gepakt.
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak diefstal met geweld tegen [slachtoffer 1] (feit 1)
De rechtbank is op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen van oordeel dat vast is komen te staan dat tegen [slachtoffer 1] geweld is gepleegd en dat hij van zijn tas is beroofd, terwijl hij geslagen en geschopt werd. Het door de groep jongens gepleegde geweld tegen [slachtoffer 1] heeft de diefstal van zijn tas vergemakkelijkt. Uit de voorliggende bewijsmiddelen volgt echter niet wie van de verdachten het oogmerk had op het stelen van de tas, dan wel op het plegen van het geweld om de diefstal van de tas te vergemakkelijken. Onvoldoende duidelijk is immers welke jongen ‘pak zijn tas’ riep, wie van de jongens toen nog geweld tegen [slachtoffer 1] pleegden en door welke jongen of jongens de tas vervolgens is weggenomen.
Zowel [slachtoffer 1] als getuige [naam 1] hebben verklaard dat ‘pak zijn tas’ werd geroepen, toen er al geweld tegen [slachtoffer 1] werd gebruikt. [naam 1] noemt daarbij dat dit werd geroepen toen [medeverdachte 1] bij haar weg liep. Op de beelden is te zien dat op dat moment reeds een aantal jongens bij [slachtoffer 1] wegliep. Gelet hierop kan naar het oordeel van de rechtbank niet vastgesteld worden wie van de verdachten de diefstal met geweld heeft gepleegd en moet de verdachte van dit feit worden vrijgesproken.
Het openlijk geweld tegen [slachtoffer 2] (feit 2)
De verdachte is op de camerabeelden van het winkelcentrum te zien als één van de jongens die het winkelcentrum binnenkomt nadat er een woordenwisseling is geweest tussen de [slachtoffer 2] en de [medeverdachte 4] en [medeverdachte 7] . Nadat [slachtoffer 2] en zijn vrienden naar buiten gaan is te zien dat deze jongens, als groep, aangevers achterna rennen. Op de camerabeelden die zijn gefilmd door getuigen (en die slechts enkele momenten laten zien van hetgeen zich buiten heeft afgespeeld) is te zien dat de verdachte zich ook buiten bevindt en daar geweld pleegt tegen de andere aangever, [slachtoffer 1] .
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat de hele groep op hem af kwam rennen, dat hij een blikje Energy drink tegen zijn achterhoofd kreeg gegooid, dat hij door allemaal jongens is omsingeld en dat de jongens op hem insloegen, waarna hij kon wegrennen. Hij is toen nog geslagen door een jongen met een ketting. Getuige [naam 1] heeft verklaard dat er vijf of zes jongens op [slachtoffer 2] afrenden en dat hij door al deze jongens werd geslagen op zijn gezicht en hoofd, totdat hij wegrende. Hij werd toen door verschillende jongens achterna gezeten, waaronder een jongen met een ketting die hem op zijn been raakte.
De rechtbank is van oordeel dat uit het bovenstaande volgt dat verdachte niet alleen een aandeel heeft gehad in het tegen [slachtoffer 1] gepleegde geweld (dat niet ten laste is gelegd onder feit 2), maar ook een aandeel heeft gehad in het tegen [slachtoffer 2] gepleegde openlijk geweld: hij was onderdeel van de groep die [slachtoffer 2] achterna rende en belaagde en gelet op de aangifte en de getuigenverklaring hebben al deze jongens [slachtoffer 2] geslagen. Op de beelden van de getuige is bovendien te zien dat hij zich buiten bevond en geweld pleegde tegen [slachtoffer 1] , op de parkeerplaats waar het geweld tegen [slachtoffer 2] net had plaatsgevonden.
Anders dan door de verdediging betoogd is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is geweest van twee geweldsincidenten die afzonderlijk van elkaar moeten worden beschouwd. Het dossier biedt geen steun voor de veronderstelling dat sommige verdachten het uitsluitend hadden gemunt op [slachtoffer 2] en anderen uitsluitend op [slachtoffer 1] . Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat het geweld tegen de beide aangevers nauw met elkaar samenhangt. Uit de uiterlijke verschijningsvorm van de hiervoor beschreven gedragingen kan verder worden afgeleid dat de verdachte en de medeverdachten – na de woordenwisseling met [slachtoffer 2] door twee van hen – verzamelen in het winkelcentrum, als groep achter [slachtoffer 2] aan gaan en als groep geweld tegen [slachtoffer 2] plegen, waarbij kan worden gesproken van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, waarbij ook verdachte een significante rol heeft gehad in het gepleegde geweld door te slaan.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 2 primair ten laste gelegde openlijke geweldpleging tegen [slachtoffer 2] . Wel zal de verdachte partieel worden vrijgesproken van de ten laste gelegde gekwalificeerde
gevolgenvan de openlijke geweldpleging, namelijk dat het door de verdachte gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, althans enig letsel ten gevolge heeft gehad. Nog daargelaten dat van zwaar lichamelijk letsel niet is gebleken, kan uit de bewijsvoering naar het oordeel van de rechtbank niet worden afgeleid dat de verdachte met zijn
eigenhandelen het letsel, te weten tinnitus (oorsuizen) heeft toegebracht.
3.3.2 09-183553-21 –
het steekincident op 5 juni 2021
Feiten 1 en 2
Algemene inleiding
Op 5 juni 2021 omstreeks 23:00 uur zijn verbalisanten na een melding over een steekpartij naar [locatie 3] te Zoetermeer gegaan. Ter plaatse aangekomen zagen zij ter hoogte van het [locatie 1] twee personen op de stoeprand zitten met ongeveer vijf personen eromheen. De verbalisant zag op de doorgaande weg een grote hoeveelheid bloeddruppels liggen. De twee personen op de stoeprand, die later bleken te zijn [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] (verder: [slachtoffer 4] ), zaten onder het bloed en hadden beiden verwondingen aan het lichaam, lijkend op steekverwondingen. De verbalisant hoorde [slachtoffer 3] verklaren dat zij gewoon aan het basketballen waren op [locatie 1] en ineens door een groep werden aangevallen. Hij had niets gezien en wist ook niet met hoeveel mensen zij waren. [slachtoffer 4] verklaarde dat de aanval uit het niets kwam en dat hij verder niet kon vertellen wat er was gebeurd. Beide slachtoffers zijn meegenomen met de ambulance. [12]
Verklaringen van slachtoffers
Het slachtoffer [slachtoffer 3] is op 6 juni 2021 door de politie in het ziekenhuis gehoord, waarbij hij heeft verklaard dat hij zag dat iemand op hem af kwam lopen met een mes. Hij verklaarde ook dat hij geen aangifte wilde doen. [13] Op 22 november 2021 is [slachtoffer 3] als getuige gehoord; hij heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij zich niet meer kan herinneren wat hij heeft verklaard in het ziekenhuis, dat hij geen mes heeft gezien en dat hij dit in het ziekenhuis ook niet heeft verklaard. Hij weet niet meer met wie hij die avond was, behalve met [slachtoffer 4] . De namen van de verdachte en zijn medeverdachten zeggen hem niets. Ook slachtoffer [slachtoffer 4] is als getuige gehoord en heeft op 22 november 2021 bij de rechter-commissaris verklaard dat hij ‘gewoon’ geen aangifte wil doen en dat hij niet heeft gezien wie hem heeft gestoken. [14]
Verwondingen van slachtoffers
[verbalisant 2] , die ter plaatste was vlak na het incident, heeft op 5 juni 2021 gezien dat [slachtoffer 3] een open wond had op zijn linker schouderblad, een wond aan zijn linker elleboog en aan zijn linker pols, een steekwond onder zijn linker tepel op zijn borst en een steekwond in de linkerzijde van zijn torso. De verbalisant zag dat [slachtoffer 4] een open wond had op zijn achterhoofd, lijkend op een steekwond. [15] [slachtoffer 4] heeft op
22 november 2021 bij de rechter-commissaris zelf ook verklaard dat hij een steekwond op zijn achterhoofd heeft opgelopen.
Getuigen
[getuige 2] heeft op 5 juni 2021 verklaard dat hij twee jongens onder het bloed zag zitten en hen tegen elkaar hoorde zeggen dat ze niks gingen vertellen en zouden zeggen dat er niets gebeurd was. Hij hoorde hen zeggen dat het ‘hun blok tegen ons blok’ was en iets met Syrië wat nu geen Syriërs meer waren. [16] Kort voor het incident had hij een groep van 20 à 30 man zien rennen. [17]
[getuige 3] heeft op 6 juni 2021 verklaard dat hij achter [locatie 3] met ongeveer vijf vrienden aan het basketballen was en er opeens een groep jongens schreeuwend op hen af kwam rennen. Hij zag dat één van deze jongens een mes in zijn handen had met een lengte van ongeveer 15 centimeter. [18]
Snapchatgesprek 5 juni 2021
Op de inbeslaggenomen telefoon van één van de medeverdachten is een Snapchatgesprek aangetroffen met 27 deelnemers, gevoerd op verschillende tijdstippen in de avond van 5 juni 2020, de dag van het steekincident. Uit enkele van de berichten in deze chat heeft de politie
opgemaakt dat werd gesproken over het steekincident in [locatie 3] te Zoetermeer, zowel voorafgaand aan het incident als daarna. [19]
Uit het dossier leidt de rechtbank af dat onder meer de volgende teksten zijn verzonden:
1
[username 1]
Boys vandaag kaka
5-6-2021 16:14:10
2
[username 1]
Iedereen black gedrest
5-6-2021 16:14:24
3
[username 1]
Beetje spitten hier en daar
5-6-2021 16:14:34
68
[username 2]
Wille jullie nog pb pakke
5-6-2021 22:39:44
69
[username 2]
We gaan zo miss starten
5-6-2021 22:39:50
70
[username 2]
We nog wille pakke kom skate
5-6-2021 22:40:05
73
[username 1]
Waar
5-6-2021 22:41:04
74
[username 2]
Skate
5-6-2021 22:41:07
75
[username 3]
Yusu
5-6-2021 22:41:11
76
[username 2]
Zijn juillie down
5-6-2021 22:41:12
77
[username 1]
Wnr nu
5-6-2021 22:41:18
78
[username 2]
Skatebaan
5-6-2021 22:41:22
79
[username 2]
Nui gwn
5-6-2021 22:41:26
80
[username 2]
Nuu
5-6-2021 22:41:28
81
[username 1]
We mokken
5-6-2021 22:41:30
82
[username 2]
Jahtoxh
5-6-2021 22:41:35
83
[username 2]
Neem
5-6-2021 22:41:36
84
[username 2]
Dingge
5-6-2021 22:41:41
85
[username 2]
Mee
5-6-2021 22:41:42
86
[username 4]
Welk boys van pb?
5-6-2021 22:41:53
87
[username 2]
We hbn nii genoeg
5-6-2021 22:41:54
88
[username 2]
Chefs
5-6-2021 22:41:59
90
[username 1]
We komen nu
5-6-2021 22:42:26
92
[username 3]
Die soma
5-6-2021 22:42:55
93
[username 3]
Enzo
5-6-2021 22:42:56
94
[username 3]
Je had beef met zo toch
5-6-2021 22:42:59
98
[username 2]
Gwn Chris n die somas
5-6-2021 22:43:57
109
[username 3]
Bro Julie moeten back
5-6-2021 23:04:31
131
[username 3]
Wie is [slachtoffer 3]
5-6-2021 23:07:38
133
[username 3]
Die man is 5 ofs gedipt
5-6-2021 23:08:27
147
[username 3]
ze ging dashed
5-6-2021 23:10:17
148
[username 3]
Toen wij trokken
5-6-2021 23:10:26
186
[username 3]
[slachtoffer 3] is goed gepakt man
5-6-2021 23:16:34
197
[username 3]
Kkr mijn machete
5-6-2021 23:21:44
Uit enkele van de berichten in deze chat heeft de politie opgemaakt dat werd gesproken over het steekincident in [locatie 3] te Zoetermeer, zowel voorafgaand aan het incident als daarna. De politie heeft onder meer opgeschreven dat ‘spitten’ [20] duidt op rappen en uit het dossier volgt dat met ‘chefs’ [21] messen worden bedoeld.
Camerabeelden
Het dossier bevat meerdere camerabeelden, waaronder beelden van [locatie 4] gelegen aan [adres 4] en beelden van [locatie 5] in Zoetermeer. [22] [locatie 4] bevindt zich - hemelsbreed - op een afstand van 1,5 meter kilometer van de plaats van het steekincident. [locatie 5] is een weg die onder meer verbinding vormt tussen de plaats van het steekincident (in de [wijk 2] ) en [locatie 4] aan [adres 4] (in de [wijk 3] ). Op de plaats van het steekincident, nabij een [locatie 1] aan [locatie 3] – in het dossier ook aangeduid als de [locatie 1] aan [locatie 6] –, hangen geen camera’s.
Tussenconclusie
Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld wat de aanleiding van het steekincident is geweest, nu de slachtoffers daar zowel bij de politie als bij de rechter-commissaris niet over hebben willen verklaren. De rechtbank ziet wel aanwijzingen in het dossier dat sprake zou zijn van een ruzie tussen jongens uit verschillende wijken in Zoetermeer gelet op de hierboven genoemde verklaring van [getuige 2] en het Snapchatgesprek waarin wordt gesproken over het ‘pakken van PB boys’ (jongens uit de [wijk 1] ) en een ‘beef’ (ruzie). Uit het dossier volgt verder dat bij meerdere verdachten drillrapteksten en beelden van drillrap-clips zijn aangetroffen op hun telefoons, maar de inhoud daarvan geeft onvoldoende aanleiding voor de gevolgtrekking dat het steekincident te maken had met een drillrap-gerelateerde ruzie.
De rechtbank leidt tot zover uit de stukken af dat sprake is geweest van een heftige confrontatie bij [locatie 3] te Zoetermeer, waarbij een groep jongens op de slachtoffers is afgerend, waaronder in ieder geval één jongen met een mes, en de twee slachtoffers zijn gestoken. [slachtoffer 3] heeft daarbij vijf steekwonden opgelopen aan zijn lichaam en [slachtoffer 4] één steekwond op zijn achterhoofd.
De rechtbank ziet zich in de eerste plaats voor de vraag gesteld hoe dit geweld moet worden gekwalificeerd.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 1
Voorbedachte raad?
Voor bewezenverklaring van de onder 1 impliciet primair ten laste gelegde poging tot moord zal vast moeten komen te staan dat een verdachte zich op enig moment heeft kunnen beraden op het te nemen of genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling. Hij moet de gelegenheid hebben gehad om na te denken over de betekenis en gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Het gaat daarbij om de weging en waardering van de omstandigheden van het concrete geval. Of voorbedachte raad bewezen kan worden, hangt dus sterk af van die gelegenheid en van de overige feitelijke omstandigheden van het geval waaronder de aard van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan alsmede de gedragingen van de verdachte voor en tijdens het begaan van het feit. De vaststelling dat de verdachte voldoende tijd had om zich te beraden op het te nemen of genomen besluit vormt weliswaar een belangrijke objectieve aanwijzing, maar hoeft de rechtbank er niet van te weerhouden aan contra-indicaties een zwaarder gewicht toe te kennen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat bij de verdachten sprake was van voorbedachte raad en stoelt die overtuiging hoofdzakelijk op het Snapchatgesprek van
5 juni 2021. De verdachten hebben volgens de officier van justitie voldoende tijd gehad om zich te beraden op hun voorgenomen besluit en zich rekenschap te geven van de gevolgen. Van een ogenblikkelijke gemoedsopwelling is geen sprake geweest. De officier van justitie gaat uit van een tijdlijn op 5 juni 2021 die aanvangt om 16:14 uur, wanneer de deelnemer “ [username 1] ” in het Snapchatgesprek zegt ‘Boys vandaag kaka, iedereen black gedrest, beetje spitten hier en daar’.
De rechtbank gaat in de eerste plaats uit van een andere lezing van de berichten in het Snapchatgesprek op 5 juni 2021. Zoals gerelateerd in eerdergenoemd proces-verbaal wordt met ‘spitten’ rappen bedoeld. Uit het voorstel van deelnemer “ [username 1] ” om een beetje te gaan spitten hier en daar kan daarom niet worden afgeleid dat er vanaf 16:14 uur (al) sprake is van het opzetten van een plan om iemand te gaan steken. Eerst vanaf 22:39 uur, wanneer deelnemer “ [username 2] ” in de Snapchatgroep zegt: ‘Wille jullie nog pb pakke’, ‘We gaan zo miss starten’, ‘We wille nog pakke kom skate’ en ‘We hbn nii genoeg chefs’, is sprake van een gesprek waarin de rechtbank een oproep ziet om mensen te verzamelen en messen mee te nemen. De rechtbank is evenwel van oordeel dat uit deze berichten niet volgt dat sprake is geweest van een vooropgezet plan maar eerder van een gemoedsopwelling, nu deze berichten slechts twintig minuten voordat de steekpartij plaatsvond zijn verstuurd. Verder kan uit de berichten weliswaar worden afgeleid dat er een voornemen was om ‘PB boys’ te gaan ‘pakken’, maar voor de conclusie dat daarmee concreet is bedoeld om een of meer anderen bewust van het leven te gaan beroven geven deze berichten onvoldoende grond, zelfs niet in het licht van de aansporing om messen mee te nemen. Van een moment van kalm beraad of rustig overleg zoals hierboven uiteengezet is de rechtbank uit deze berichten daarom niet gebleken. Uit de camerabeelden voorafgaand aan het incident kan, alleen al gelet op de plaats waar de beelden zijn gemaakt, evenmin worden afgeleid of de verdachten met elkaar hebben afgestemd wat er zou (moeten) gaan gebeuren. Andere omstandigheden in de aanloop naar of tijdens de steekpartij, waaruit kan worden afgeleid dat er bij één of meer verdachten sprake is geweest van een voornemen een ander van het leven te beroven en van kalm beraad of rustig overleg daartoe, heeft de rechtbank in het dossier niet aangetroffen. Dat betekent dat het geweld dat op 5 juni 2021 heeft plaatsgevonden niet kan worden gekwalificeerd als een poging tot moord.
Gelet hierop komt de rechtbank niet toe aan de vraag of de verdachte kan worden aangemerkt als medepleger van die poging tot moord of dat hij daaraan medeplichtig is geweest. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 primair ten laste gelegde medeplegen van een poging tot moord en van de onder 1 subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan een poging tot moord.
Poging tot doodslag?
Daarmee ligt de vraag voor of sprake is van poging tot doodslag zoals primair (impliciet subsidiair) ten laste gelegd. Het steken met een mes in bepaalde delen van het lichaam van een persoon kan in bepaalde gevallen dodelijk zijn. Om te kunnen spreken van potentieel dodelijk letsel is van doorslaggevend belang dat wordt vastgesteld dat vitale delen in het lichaam zijn of hadden kunnen worden geraakt. In deze zaak is vast komen te staan dat het slachtoffer [slachtoffer 3] in totaal vijf steekwonden heeft opgelopen, te weten bij zijn linker schouderblad, linker elleboog, linker pols, onder zijn linker tepel op zijn borst en in de linkerzijde van zijn bovenlichaam. Het slachtoffer [slachtoffer 4] heeft een steekwond opgelopen op zijn achterhoofd. De rechtbank stelt vast dat een medische verklaring over de aard en ernst van de verwondingen van beide slachtoffers ontbreekt. Nu niet is komen vast te staan dat met de messteken een of meer vitale delen van het lichaam zijn geraakt of konden worden geraakt en onduidelijk is gebleven wat de aard en ernst van het letsel was, of er een noodzaak tot medisch ingrijpen is geweest en in hoeverre er uitzicht is op (volledig) herstel, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de door de slachtoffers opgelopen steekwonden potentieel dodelijk zijn geweest. Reeds daarom zal de verdachte, nog daargelaten dat uit de bewijsmiddelen evenmin kan worden afgeleid dat hij willens en wetens de aanmerkelijke kans op het intreden van de dood van de slachtoffers heeft aanvaard, ook worden vrijgesproken van de hem primair (impliciet subsidiair) ten laste gelegde poging tot doodslag.
Daar komt bij dat het voor de rechtbank op basis van het dossier op één verdachte na onduidelijk is gebleven door wie en onder welke omstandigheden er voorts is gestoken. Dat de rechtbank onvoldoende wetenschap heeft over de steekletsels en de omstandigheden waaronder deze zijn toegebracht is enerzijds gelegen in het uitblijven van een aangifte door de slachtoffers en anderzijds in het zwijgen dan wel zeer beperkt verklaren door alle betrokkenen waaronder de verdachten. Bij die stand van zaken concludeert de rechtbank dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van (het medeplegen van- dan wel de medeplichtigheid aan) een poging tot doodslag.
Zware mishandeling?
Vervolgens ligt de vraag voor of sprake is geweest van zware mishandeling.
Hiervoor is vastgesteld dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de slachtoffers steekwonden hebben opgelopen. Vooropgesteld wordt dat de rechtbank dit ziet als ernstig letsel. Bij de beantwoording van de vraag of toegebracht letsel als zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) moet worden aangemerkt dient echter de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en/of het uitzicht op (volledig) herstel in aanmerking te worden genomen. De rechtbank heeft hiervoor reeds geconstateerd dat het dossier geen objectieve bewijsmiddelen bevat op grond waarvan de aard en ernst van de steekverwondingen, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel kan worden vastgesteld. De waarnemingen van de verbalisanten die het eerste ter plaatse waren en de beknopte verklaringen van de slachtoffers zelf zijn ontoereikend om het letsel van de beide slachtoffers aan te kunnen merken als zwaar lichamelijk letsel.
De verdachte zal daarom ook van dit deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken. Daarmee komt de rechtbank evenmin toe aan de vraag of de verdachte kan worden aangemerkt als medepleger van zware mishandeling of dat hij daaraan medeplichtig is geweest. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 meer subsidiair en nog meer subsidiair ten laste gelegde.
Voorbereidingshandelingen?
De rechtbank stelt voorop dat bij de beantwoording van de vraag of het onder 1 nog meer subsidiair tenlastegelegde feit is bewezen, moet komen vast te staan dat de in de tenlastelegging omschreven middelen bestemd waren tot het begaan van een misdrijf, zoals in de tenlastelegging omschreven en waarop een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld. Daartoe dient te worden beoordeeld of de middelen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig konden zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruikt daarvan voor ogen had.
Van voorbereidingshandelingen is sprake wanneer de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen (samenvattend: middelen) bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of voorhanden heeft.
De rechtbank constateert dat de officier van justitie in dit verband onder de eerste twee gedachtestreepjes handelingen ten laste heeft gelegd, te weten – kort gezegd – het per telefoon en sociale media afspreken en oproepen om anderen te grazen te nemen en het verzamelen van een groep mensen om met dat doel samen naar [locatie 1] aan [locatie 6] te gaan. De rechtbank is van oordeel dat deze handelingen niet gekwalificeerd kunnen worden als middelen, bestemd tot het begaan van een misdrijf.
De rechtbank dient voorts de vraag te beantwoorden of de verdachte opzettelijk een mes voorhanden heeft gehad, zoals ten laste is gelegd onder het derde gedachtestreepje, bestemd ter voorbereiding van misdrijven als in de tenlastelegging omschreven, te weten poging tot moord, poging tot doodslag, zware mishandeling en openlijke geweldpleging met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting niet kan worden vastgesteld dat de verdachte voorafgaand aan het steekincident (alleen of in nauwe en bewuste samenwerking met een ander) een mes voorhanden heeft gehad.
De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 nog meer subsidiair en meest subsidiair tenlastegelegde.
Eindconclusie
Het voorgaande, in samenhang bezien, leidt tot de conclusie dat de rechtbank de verdachte integraal zal vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 2
De rechtbank stelt op basis van de bovengenoemde bewijsmiddelen vast dat [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] op 5 juni 2021 te Zoetermeer op de openbare weg zijn aangevallen door een groep jongens waarbij zij zijn gestoken met een mes. Naar het oordeel van de rechtbank staat ook vast dat de slachtoffers zijn geschopt en geslagen. [23] De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat er openlijk en in vereniging geweld tegen de slachtoffers is gepleegd.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of ook de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit geweld.
Juridisch kader
Met betrekking tot de ten laste gelegde openlijke geweldpleging stelt de rechtbank voorop dat blijkens de wetsgeschiedenis, zoals aangehaald in het arrest van de Hoge Raad van
11 november 2003, ECLI:NL:HR:AL6209, van het ‘in vereniging’ plegen van geweld in de zin van deze strafbaarstelling sprake is indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is dus niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die ‘in vereniging’ geweld pleegt.
De rechtbank zal aan de hand van voornoemde bewijsmiddelen beoordelen of sprake is van een voldoende significante en wezenlijke bijdrage van de verdachte.
Verklaring van de verdachte
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij in de avond op 5 juni 2021 met vier vrienden was, waaronder de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] . Zij kwamen aan bij de [locatie 1] op het moment dat de chaos begon. De jongens uit de wijken [locatie 2] en [wijk 1] hebben al maanden ruzie met elkaar. De verdachte heeft verklaard dat er zo’n 20 jongens uit de [wijk 1] waren en ongeveer 12 jongens uit de [wijk 2] . Er ontstond een gevecht. De verdachte stond op een afstand van 15 meter te kijken en zag dat er slaande bewegingen werden gemaakt met een zwaard van één meter lang. Hij heeft niet gezien of daar ook iemand mee werd geraakt. De verdachte zag dat iedereen aan het vechten was en dat er twee jongens op de grond lagen te gillen. De verdachte is toen terug gegaan naar [locatie 1] . Hij had geen mes bij zich.
Camerabeelden
De rechtbank stelt aan de hand van de camerabeelden vast dat de verdachte na het steekincident aanwezig is op [locatie 4] gelegen aan [adres 4] .
Snapchatgesprek 8 juni 2021
In de inbeslaggenomen telefoons van de verdachte en de [medeverdachte 4] werd na onderzoek een gesprek van 8 juni 2021 aangetroffen met 11 deelnemers op Snapchat. De rechtbank stelt vast dat de verdachte onder de accountnaam “ [medeverdachte 4] ” deelneemt aan het Snapchatgesprek van 8 juni 2021. De verdachte heeft in dat gesprek onder meer het volgende bericht gestuurd: ‘En als ze mij op beeld hebben bij [locatie 1] ben ik de lul’. [24]
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, ook in onderling verband en in samenhang bezien, niet vast komen te staan dat de verdachte in de directe nabijheid van het steekincident op [locatie 1] aanwezig was en dus evenmin dat hij een aandeel heeft gehad in het gepleegde geweld.
Op grond van de hiervoor besproken bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat de verdachte in de buurt van de plaats van het steekincident is geweest nu hij heeft kunnen zien dat er werd gevochten, dat er met een groot mes – de verdachte heeft het over een zwaard – werd gezwaaid en dat hij twee jongens op de grond heeft horen gillen. Ook leidt de rechtbank uit de berichten van de verdachte in het Snapchatgesprek van 8 juni 2021 af dat hij kennis heeft van zaken met betrekking tot het steekincident. Daaruit kan echter nog geen eigen bijdrage van de verdachte aan het gepleegde geweld worden afgeleid. Ook het bericht van de verdachte in het Snapchatgesprek dat als er camera’s bij de [locatie 1] zouden hangen, hij dan ‘de lul’ zou zijn, biedt onvoldoende grond om te concluderen dat de verdachte dan zelf actief aan het geweld bij de [locatie 1] moet hebben deelgenomen. Andere feiten of omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat de verdachte zelf heeft deelgenomen aan het openlijk geweld tegen de slachtoffers, zijn in het dossier niet aangetroffen.
Uit het voorgaande volgt dat niet is gebleken dat de verdachte een significante of wezenlijke bijdrage aan het openlijk geweld heeft geleverd, zodat de rechtbank de verdachte zal vrijspreken van de tenlastegelegde openlijke geweldpleging. Ook is niet bewezen dat de verdachte inlichtingen zou hebben verschaft, gesprekken zou hebben gevoerd of messen zou hebben meegenomen, waardoor van medeplichtigheid aan het openlijk geweld evenmin sprake is.

4.De bewezenverklaring

De rechtbank verklaart, op grond van het bovenstaande, wettig en overtuigend bewezen dat
09-151981-21: feit 2 primair
hij op 29 mei 2021 te Zoetermeer met anderen, op de openbare weg, te weten aan [locatie 2] , openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 2] , welk geweld bestond uit
- het gooien van een blikje drinken tegen het hoofd van voornoemde [slachtoffer 2] en
- meerdere malen slaan op/tegen het hoofd en het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2] en
- het malen slaan met een ketting op het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2] .
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde feit levert het volgende strafbare feit op:
09-151981-21: feit 2 primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, nu er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De straf

7.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat de verdachte wordt veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 12 maanden, met aftrek van de dagen die de verdachte in voorarrest heeft gezeten, te weten 6 dagen, waarvan het na aftrek van het voorarrest resterende deel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte meewerkt aan het toezicht van de jeugdreclassering, dat de verdachte meewerkt aan het coachingstraject, dat de verdachte naar school gaat en zorgt voor een zinvolle dagbesteding, dat de verdachte meewerkt aan een behandeling indien dat nodig blijkt te zijn en dat de verdachte zich houdt aan een contactverbod met de medeverdachten en de slachtoffers; met opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van de voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden. De officier van justitie heeft verder geëist dat deze bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Ten slotte heeft de officier van justitie geëist dat de verdachte daarnaast wordt veroordeeld tot een taakstraf, bestaande uit de leerstraf So-Cool, de verlengde variant met een duur van 50 uur, subsidiair 25 dagen vervangende jeugddetentie.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De advocaat heeft bepleit dat de eis van de officier van justitie geen recht doet aan de situatie. De hoogte van de voorwaardelijke straf moet in verhouding staan tot de eventuele betrokkenheid van de verdachte. De verdediging heeft verzocht om de leerstraf So-Cool op te leggen met daarnaast een voorwaardelijke straf.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat rekening met de ernst van het feit / de feiten, de omstandigheden waaronder dit feit is / zij zijn gepleegd en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
7.3.1
De ernst van het feit
De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders op 29 mei 2021 schuldig gemaakt aan de openlijke geweldpleging tegen het [slachtoffer 2] . De verdachte en zijn mededaders hebben zich verzameld nadat met twee van hen een woordenwisseling had plaatsgevonden, hebben gewacht totdat het slachtoffer uit Albert Heijn kwam en zijn hem achterna gerend Zij hebben eerst een blikje tegen het hoofd van het slachtoffer gegooid en daarna hebben zij hem omsingeld en geslagen. Ook is het slachtoffer nog met een ketting geslagen. De groep was veruit in de meerderheid en heeft bewust samengewerkt om het slachtoffer aan te vallen; de rechtbank vindt dit laf en intimiderend handelen.
De verdachte heeft met zijn handelen op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Ook dit soort feiten draagt bij uitstek en in hoge mate bij aan het versterken van gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
7.3.2
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Justitiële documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
1 februari 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
Rapportage en verklaringen van deskundigen ter zitting
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op de navolgende recente rapportage ten aanzien
van de persoon van de verdachte.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 11 februari 2022. Dit rapport houdt het volgende in.
Het is voor de verdachte van belang dat er met hem, op passend leeftijds- en ontwikkelingsniveau, gewerkt wordt aan persoonlijkheidsontwikkeling en het omgaan met zichzelf. Het aanleren van zelfbeheersing en hoe om te gaan met vriendschappen zijn met name belangrijke aandachtsgebieden. De verdachte lijkt het gezag van zijn moeder te accepteren. Op school doet de verdachte het goed en hij lijkt over te gaan naar het vierde leerjaar. De Raad denkt dat de gedragsinterventie So-Cool, die vooral gericht is sociale probleemoplossing, zelfvertrouwen en een verbetering van de sociale vaardigheden, voor de verdachte de meeste kans maakt op het verkleinen van de kans op herhaling. Het is dan ook van groot belang dat deze gedragsinterventie gestart wordt.
Gezien de zorgen op verschillende domeinen is de Raad van mening dat de jeugdreclassering betrokken moet blijven om de schoolgang en de gedragsinterventie te
waarborgen. De jeugdreclassering kan hierin de regie voeren en bezien wat er in de
opvoedsituatie nodig is voor zowel de verdachte als de moeder, zodat de moeder kan aansluiten bij wat de verdachte nodig heeft en de verdachte vaardigheden kan aanleren
ter voorkoming van herhaling van delictgedrag. Geadviseerd wordt om een taakstraf in de vorm van een leerstraf – de genoemde gedragsinterventie So-Cool – en een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met daaraan bijzondere voorwaarden gekoppeld.
De deskundige M.S. van der Bom, werkzaam bij de Raad, heeft ter zitting het rapport nader toegelicht. De verdachte heeft moeite met het maken van keuzes. Hij heeft te weinig vaardigheden om zich te redden in moeilijke situaties. De Raad vindt het daarom belangrijk dat hij daarbij geholpen wordt. De Raad adviseert om die reden de leerstraf So-Cool op te leggen en heeft daarbij het oog op de verlengde variant, die 50 uur beslaat. Het is bovendien belangrijk dat de jeugdreclassering betrokken blijft om de verdachte te ondersteunen en te begeleiden.
De deskundige S. Serindag, werkzaam bij de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, heeft ter zitting naar voren gebracht dat de begeleiding van de verdachte in de afgelopen periode positief is verlopen. De verdachte is bereikbaar en houdt zich goed aan de voorwaarden. De deskundige kan zich vinden in het advies van de Raad.
7.3.3
De strafoplegging
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat tot uitgangspunt genomen de informatie over de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals die uit het rapport en ter zitting naar voren is gekomen, alsook de straffen die in soortgelijke zaken gewoonlijk worden opgelegd, zoals vermeld in de door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgestelde oriëntatiepunten voor de straftoemeting voor minderjarigen.
De rechtbank neemt ook in aanmerking dat strafrechtelijke sancties ten aanzien van jeugdigen op grond van artikel 40 lid 1 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) primair beogen dat de jeugdige een constructieve rol in de samenleving aanvaardt en in de toekomst niet opnieuw strafbare feiten pleegt. Dit dient zowel het belang van de jeugdige als het belang van de samenleving.
Met de Raad is de rechtbank van oordeel dat voor de verdachte, gelet op zijn persoonlijke omstandigheden zoals ter zitting nader besproken, een gedragsinterventie passend is. De rechtbank zal het advies van de raad volgen en aan de verdachte de leerstraf So-Cool opleggen. Gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en gelet op het feit dat de verdachte van het merendeel van hetgeen hem ten laste is gelegd, is vrijgesproken, zal de rechtbank echter niet de verlengde variant van 50 uur, maar de reguliere variant van 40 uur opleggen. De rechtbank acht daarnaast een voorwaardelijke werkstraf van hierna te noemen duur op zijn plaats en niet – zoals door de officier van justitie is geëist – een deels voorwaardelijke jeugddetentie waarvan het onvoorwaardelijk deel gelijk staat aan het voorarrest. Ook daarbij weegt mee dat de verdachte van een groot deel van de hem ten laste gelegde feiten is vrijgesproken. De tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht zal de rechtbank in mindering brengen op het voorwaardelijk deel van de straf.
De rechtbank is verder met de Raad van oordeel dat het, gelet op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, aangewezen is dat de verdachte op verschillende gebieden ondersteund en waar nodig gestuurd wordt en zal daarom aan het voorwaardelijk deel van de straf bijzondere voorwaarden verbinden, die hierna zullen worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel heeft ook als doel de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank een deels voorwaardelijke werkstraf van na te noemen duur passend en geboden.
Anders dan door de officier van justitie is gevorderd, is er naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende grondslag om te bevelen dat de op te leggen bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.
Hoewel de rechtbank met de officier van justitie en de deskundigen van oordeel is dat passende behandeling wenselijk is voor de verdachte, kan de rechtbank, gelet op vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (zie HR 12 juli 2011, ECLI:NL:PHR:2011:BQ4676 en HR 8 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1957) het meewerken aan behandeling niet als bijzondere voorwaarde opleggen nu tot op heden niet duidelijk is bij welke behandeling de verdachte gebaat is en waar die behandeling zou moeten plaatsvinden.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
77a, 77g, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa en 141 van het Wetboek van Strafrecht
Deze artikelen zijn toegepast zoals zij rechtens golden op het moment van het plegen van het strafbare feit dan wel zoals zij rechtens gelden op het moment van de uitspraak.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten met het parketnummer 09-151981-21 en het onder 1 ten laste gelegde feit onder het parketnummer 09-183553-21 heeft gepleegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 2 primair ten laste gelegde feit onder het parketnummer 09-151981-21 heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
09-151981-21: feit 2 primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een leerstraf, bestaande uit de cursus So-Cool, voor de duur van
40 UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de leerstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de tijd van
20 DAGEN;
en
een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de duur van
20 UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de tijd van
10 DAGEN;
bepaalt dat die werkstraf straf
niet zal worden tenuitvoergelegd;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, te weten
3 dagen, bij de eventuele tenuitvoerlegging van deze
voorwaardelijke werkstrafwordt afgetrokken;
bepaalt de maatstaf volgens welke de aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht zal geschieden op 2 uren per dag;
verbindt aan de voorwaardelijke werkstraf een proeftijd van
twee jarenen stelt daarbij de volgende voorwaarden:
1. dat hij zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
2. dat hij zich gedurende de proeftijd zal houden aan de aanwijzingen van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering en zich zal melden bij de jeugdreclassering, op momenten waarop zij dat willen en zo lang zij dat willen;
3. dat hij gedurende de proeftijd onderwijs zal volgen of andere zinvolle en door de jeugdreclassering goedgekeurde dagbesteding zal hebben;
4. dat hij gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect en ook niet via sociale media – contact zal opnemen, zoeken of hebben met het slachtoffer:
-
[slachtoffer 2] , [geboortedatum];
en met de medeverdachten:
-
[medeverdachte 7];
- [medeverdachte 2];
- [medeverdachte 3];
- [medeverdachte 4];
- [medeverdachte 1],
zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
wijst de veroordeelde op de overigens geldende voorwaarden dat hij gedurende de proeftijd:
5. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
6. zijn medewerking zal verlenen aan het door de jeugdreclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de veroordeelde.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.H. Rochat, kinderrechter, voorzitter,
mr. H.J.M. Smid-Verhage, kinderrechter,
en mr. B. Martinez-Hammer, kinderrechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. Leurs, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank van 24 maart 2022.
Bijlage:
I. De tenlastelegging

Bijlage I: de tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Dagvaarding 09-183553-21
1.
hij op of omstreeks 29 mei 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een heuptasje en/of een portemonnee (met inhoud), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- op voornoemde [slachtoffer 1] af te lopen en/of (vervolgens) naar voornoemde [slachtoffer 1] te roepen en/of
- ( vervolgens) eenmaal of meerdere malen in/op/tegen het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] te slaan en/of te stompen (waardoor voornoemde [slachtoffer 1] op de grond viel) en/of
- ( vervolgens) (terwijl voornoemde [slachtoffer 1] op de grond lag) eenmaal of meerdere malen op/tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] te slaan en/of te schoppen;
2.
hij op of omstreeks 29 mei 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, te weten aan [locatie 2] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 2] , welk geweld bestond uit
- het gooien van een blikje drinken tegen het hoofd van voornoemde [slachtoffer 2] en/of
- het eenmaal of meerdere malen slaan en/of stompen op/tegen het hoofd en/of het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2] en/of
- het eenmaal of meerdere malen slaan met een ketting op/tegen de rug en/of het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2] ,
terwijl dit door hem gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, althans enig lichamelijk letsel, te weten tinnitus (oorsuizen) voor voornoemde [slachtoffer 2] ten gevolge heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 29 mei 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van geweld tegen personen en/of goederen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- zich verzameld bij [locatie 2] en/of
- ( vervolgens) [slachtoffer 2] omsingeld
- een ketting meegenomen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van een ketting (door hemzelf en/of anderen), om hiermee/hiertoe/hierdoor [slachtoffer 2] te (kunnen) laten slaan en/of te stompen en/of te trappen en/of (ander/overig) fysiek geweld toe te passen.
Dagvaarding 09-151981-21

1.

(primair): medeplegen van poging tot moord
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven,
immers heeft hij, verdachte, (tezamen met -die- medeverdachte(n) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg:
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna )(tezamen) naar [locatie 1] (aan [locatie 6] ) (en/of nabij [locatie 1] ) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/Palensteijn/tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of te ‘dippen’en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen -met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van [locatie 1] (aan [locatie 6] ) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of;
- het weglopen en/of vluchten onmogelijk gemaakt en/of (in ieder geval) bemoeilijkt en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren);
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden: medeplegen van medeplichtigheid tot medeplegen van poging tot
moord
(hij tezamen en in vereniging met) een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen, op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte (en/of zijn mededaders) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) opzettelijk (en met voorbedachten rade) van het leven te beroven, immers heeft/hebben hij en/of die medeverdachten/anderen met opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna) (tezamen) naar [locatie 1] (aan [locatie 6] ) (en/of nabij [locatie 1] ) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/Palensteijn/tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of (hiertoe);
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen –met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van [locatie 1] (aan [locatie 6] ) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of het weglopen en/of vluchten onmogelijk gemaakt (althans: bemoeilijkt) en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren) ;
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte (en/of zijn mededaders) op of omstreeks 5 juni 2021 (en/of enige dagen daarvoor) te Zoetermeer, in ieder geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- te laten weten/communiceren/berichten dat mensen/derden zich moesten verzamelen en/of;
- ( vervolgens) te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen/deelgenoten op Snapchat en/of een andere social media-account) waar de anderen (tegenpartij en/of mensen van het andere ‘blok’) aanwezig was/waren en/of -deze- anderen aan te wijzen en/of;
- te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen) dat ze (de mensen van het andere blok en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of vrienden/kennissen van [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ) gepakt/gestoken moesten (gaan) worden en/of;
- te laten weten/communiceren dat er messen (en/of andere wapens) meegenomen moesten worden (door zijn/hun vrienden/bekenden) en/of;
- een mes bij zich te dragen en/of te tonen en/of;
- aan te moedigen dat zijn mededaders iemand/derden zouden (moeten) steken (en/of aan te wijzen/duiden wie gestoken zou moeten worden) en/of;
- richting anderen ( [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen) te dreigen om te steken/snijden;
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) in te sluiten en/of klem te zetten en/of vast te zetten en/of tegen te houden en/of (het) weglopen en/of vluchten onmogelijk te maken en/of;
- te slaan en/of schoppen en/of trappen;
(meer) subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden: medeplegen van zware mishandeling (met voorbedachten
rade)
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) opzettelijk en met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, immers heeft hij (tezamen met zijn mededaders) na kalm beraad en rustig overleg:
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna)(tezamen) naar [locatie 1] (aan [locatie 6] ) (en/of nabij [locatie 1] ) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/Palensteijn/tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is -hij- samen met anderen -met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van [locatie 1] (aan [locatie 6] ) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of;
- het weglopen en/of (het) vluchten onmogelijk gemaakt (althans: bemoeilijkt) en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren);
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
(nog) meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden: (medeplegen van) medeplichtigheid aan
medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten rade
hij tezamen en in vereniging met een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen, op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] opzettelijk (en met voorbedachten rade) zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna )(tezamen) naar [locatie 1] (aan [locatie 6] ) (en/of nabij [locatie 1] ) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/Palensteijn/tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen –met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van [locatie 1] (aan [locatie 6] ) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of;
- het weglopen en/of vluchten onmogelijk gemaakt (althans: bemoeilijkt) en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren);
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte (met zijn mededaders) op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- te laten weten/communiceren/berichten dat mensen/derden zich moesten verzamelen en/of;
- ( vervolgens) te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen/deelgenoten op Snapchat en/of een andere social media-account) waar de anderen (tegenpartij en/of mensen van het andere ‘blok’) aanwezig was/waren en/of -deze- anderen aan te wijzen en/of;
- te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen) dat ze (de mensen van het andere blok en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of vrienden/kennissen van [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ) gepakt/gestoken moesten (gaan) worden en/of;
- te laten weten/communiceren dat er messen (en/of andere wapens) meegenomen moesten worden (door zijn vrienden/bekenden) en/of;
- een mes bij zich te dragen en/of te tonen en/of;
- aan te moedigen dat zijn/hun mededaders iemand/derden zouden (moeten) steken (en/of aan te wijzen/duiden wie gestoken zou moeten worden) en/of;
- richting anderen ( [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen) te dreigen om te steken/snijden;
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) in te sluiten en/of klem te zetten en/of vast te zetten en/of tegen te houden en/of (het) weglopen en/of vluchten onmogelijk te maken en/of;
- te slaan en/of schoppen en/of trappen;
(Nog) meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden: medeplegen van voorbereidingshandelingen tot het
medeplegen van een of meer strafbare feiten (genoemd in artt. 289 c.q. 287 en/of 302
cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht
(hij tezamen en in vereniging met) een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen dan verdachte (en/of zijn mededaders), althans alleen, op een of meer tijdstip(pen) gelegen op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland,
ter voorbereiding van een/het met (een) ander(en) te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord c.q. doodslag en/of zware mishandeling (met voorbedachten rade en in vereniging) en/of openlijke geweldpleging (met de dood en/of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge), als bedoeld in de artikelen 289 c.q. 287 en/of 302 cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht, opzettelijk:
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna)(tezamen) naar [locatie 1] (aan [locatie 6] ) (en/of nabij [locatie 1] ) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/Palensteijn/tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen –met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van [locatie 1] (aan [locatie 6] ) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen)
meest subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden: medeplegen van medeplichtigheid van medeplegen van
voorbereidingshandelingen tot het plegen van een of meer strafbare feiten (genoemd in
artt. 289 c.q. 287 en/of 302 cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht
(hij tezamen en in vereniging met) een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen dan verdachte (en/of zijn mededaders) op een of meer tijdstip(pen) gelegen op of omstreeks 5 juni 2021 Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter voorbereiding van een/het met (een) ander(en) te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord c.q. doodslag en/of zware mishandeling (met voorbedachten rade en in vereniging) en/of openlijke geweldpleging (met de dood en/of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge): als bedoeld in de artikelen 289 c.q. 287 en/of 302 cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht
opzettelijk
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken/afgestemd om naar [locatie 1] (Abdissenbos) te gaan en/of om (vervolgens) daar een of meer anderen te grazen te nemen (van een ander ‘blok’) en/of
- mensen/vrienden/anderen verzameld (althans, is samen gelopen/opgetrokken) om naar/in de richting van [locatie 1] (aan [locatie 6] ) te komen/gaan en/of
- ( daartoe/daarbij) een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) meegenomen/ bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen en/of andere wapens (door hemzelf en/of anderen) en/of
- met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken en/of gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstip(pen) gelegen op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- te laten weten/communiceren/berichten dat mensen/derden zich moesten verzamelen en/of;
- ( vervolgens) te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen/deelgenoten op Snapchat en/of een andere social media-account) waar de anderen (tegenpartij en/of mensen van het andere ‘blok’) aanwezig was/waren en/of -deze- anderen aan te wijzen en/of;
- te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen) dat ze (de mensen van het andere blok en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of vrienden/kennissen van [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ) gepakt/gestoken moesten (gaan) worden en/of;
- te laten weten/communiceren dat er messen (en/of andere wapens) meegenomen moesten worden (door zijn vrienden/bekenden) en/of;
- een mes bij zich te dragen en/of te tonen en/of;
- aan te moedigen dat zijn mededaders iemand/derden zouden (moeten) steken (en/of aan te wijzen/duiden wie gestoken zou moeten worden) en/of;
- richting anderen ( [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen) te dreigen om te steken/snijden;
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) in te sluiten en/of klem te zetten en/of vast te zetten en/of tegen te houden en/of (het) weglopen en/of vluchten onmogelijk te maken en/of;
- te slaan en/of schoppen en/of trappen;

2.

(openlijke geweldpleging, met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg)
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, openlijk, te weten op of aan de openbare weg, aan de Abdissenhof, in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op of nabij [locatie 1] aldaar, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer personen, te weten [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen), welk geweld bestond uit:
- met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) te steken en/of snijden van deze [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen en/of
- het slaan/stompen en/of schoppen van deze [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen)
terwijl dit door hem gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel (althans enig -lichamelijk- letsel), te weten een of meer steek- en/of snijwonden en/of wonden en/of schaafplekken en/of enig ander letsel voor [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) ten gevolge heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden: opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen
verschaffen tot het plegen van openlijke geweldpleging
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van geweld tegen personen en/of goederen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s);
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken/afgestemd om naar [locatie 1] (Abdissenbos) te gaan en/of om (vervolgens) daar een of meer anderen te grazen te nemen (van een ander ‘blok’) en/of;
- verzameld (althans, is/zijn samen gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van [locatie 1] (aan [locatie 6] ) en/of
- een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) meegenomen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen), om hiermee/hiertoe/hierdoor:
[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of (een of meer anderen) te (kunnen) steken en/of snijden en/of slaan/stompen en/of trappen en/of (ander/overig) -fysiek- geweld toe te kunnen (laten) passen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2021159275, van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche Zoetermeer – Leidschendam-Voorburg, onderzoek DH4R021046 / Ronin, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 2212).
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 1081-1090.
3.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 1094-1099.
4.Proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , p. 1103-1105.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1106-1107.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1112-1130.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1172-1174, met fotoblad p. 1175-1190; proces-verbaal van bevindingen, p. 1191-1193, met fotoblad p. 1194-1206.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1224-1225, met fotoblad p. 1226-1227; proces-verbaal van bevindingen, p. 1228-1229 met fotoblad p. 1230-1231.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1232-1233; proces-verbaal van bevindingen, p. 1234-1235.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1236-1237, met fotoblad p. 1238 en bijlage p. 1239-1240; proces-verbaal van bevindingen, p. 1241, met fotoblad p. 1242 en bijlage p. 1243-1244.
11.Proces-verbaal van bevindingen p. 1245-1248.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1294-1295.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1317-1319.
14.Proces-verbaal van verhoor van getuigen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] d.d. 22 november 2021 bij de rechter-commissaris.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1294-1295.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1294-1295.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1320-1321.
18.Proces-verbaal van verhoor [getuige 3] , p. 1413-1416.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1449-1460 en proces-verbaal van bevindingen, p. 1461-1469.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1461.
21.Onder meer: proces-verbaal van bevindingen, p. 78; proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 8] , p. 697; proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 9] p. 835.
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1394-1399.
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1500 en proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 10] ,
24.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1806.