3.3.2 09-171673-21 –het steekincident op 5 juni 2021
Feiten 1 en 2
Algemene inleiding
Op 5 juni 2021 omstreeks 23:00 uur zijn verbalisanten na een melding over een steekpartij naar het [plek incident] te Zoetermeer gegaan. Ter plaatse aangekomen zagen zij ter hoogte van het basketbalveldje/skatebaan twee personen op de stoeprand zitten met ongeveer vijf personen eromheen. De verbalisant zag op de doorgaande weg een grote hoeveelheid bloeddruppels liggen. De twee personen op de stoeprand, die later bleken te zijn [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , zaten onder het bloed en hadden beiden verwondingen aan het lichaam, lijkend op steekverwondingen. De verbalisant hoorde [slachtoffer 3] verklaren dat zij gewoon aan het basketballen waren op het veldje en ineens door een groep werden aangevallen. Hij had niets gezien en wist ook niet met hoeveel mensen zij waren. [slachtoffer 4] verklaarde dat de aanval uit het niets kwam en dat hij verder niet kon vertellen wat er was gebeurd. Beide slachtoffers zijn meegenomen met de ambulance.
Verklaringen van slachtoffers
Het slachtoffer [slachtoffer 3] is op 6 juni 2021 door de politie in het ziekenhuis gehoord, waarbij hij heeft verklaard dat hij zag dat iemand op hem af kwam lopen met een mes. Hij verklaarde ook dat hij geen aangifte wilde doen.Op 22 november 2021 is [slachtoffer 3] als getuige gehoord; hij heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij zich niet meer kan herinneren wat hij heeft verklaard in het ziekenhuis, dat hij geen mes heeft gezien en dat hij dit in het ziekenhuis ook niet heeft verklaard. Hij weet niet meer met wie hij die avond was, behalve met [slachtoffer 4] . De namen van de verdachte en zijn medeverdachten zeggen hem niets. Ook [slachtoffer 4] is als getuige gehoord en heeft op 22 november 2021 bij de rechter-commissaris verklaard dat hij ‘gewoon’ geen aangifte wil doen en dat hij niet heeft gezien wie hem heeft gestoken.
Verwondingen van slachtoffers
Verbalisant Elderkamp, die ter plaatste was vlak na het incident, heeft op 5 juni 2021 gezien dat [slachtoffer 3] een open wond had op zijn linker schouderblad, een wond aan zijn linker elleboog en aan zijn linker pols, een steekwond onder zijn linker tepel op zijn borst en een steekwond in de linkerzijde van zijn torso. De verbalisant zag dat [slachtoffer 4] een open wond had op zijn achterhoofd, lijkend op een steekwond.[slachtoffer 4] heeft op
22 november 2021 bij de rechter-commissaris zelf ook verklaard dat hij een steekwond op zijn achterhoofd heeft opgelopen.
Getuigen
[getuige 3] heeft op 5 juni 2021 verklaard dat hij twee jongens onder het bloed zag zitten en hen tegen elkaar hoorde zeggen dat ze niks gingen vertellen en zouden zeggen dat er niets gebeurd was. Hij hoorde hen zeggen dat het ‘hun blok tegen ons blok’ was en iets met Syrië wat nu geen Syriërs meer waren.Kort voor het incident had hij een groep van 20 à 30 man zien rennen.
[getuige 4] heeft op 6 juni 2021 verklaard dat hij achter [plek incident] met ongeveer vijf vrienden aan het basketballen was en er opeens een groep jongens schreeuwend op hen af kwam rennen. Hij zag dat één van deze jongens een mes in zijn handen had met een lengte van ongeveer 15 centimeter.
Snapchatgesprek 5 juni 2021
Op de inbeslaggenomen telefoon van één van de medeverdachten is een Snapchatgesprek aangetroffen met 27 deelnemers, gevoerd op verschillende tijdstippen in de avond van
5 juni 2020, de dag van het steekincident. Uit enkele van de berichten in deze chat heeft de politie opgemaakt dat werd gesproken over het steekincident in [plek incident] te Zoetermeer, zowel voorafgaand aan het incident als daarna.
Uit het dossier leidt de rechtbank af dat onder meer de volgende teksten zijn verzonden:
1
[Gebruikersnaam 1]
Boys vandaag kaka
5-6-2021 16:14:10
2
[Gebruikersnaam 1]
Iedereen black gedrest
5-6-2021 16:14:24
3
[Gebruikersnaam 1]
Beetje spitten hier en daar
5-6-2021 16:14:34
68
[Gebruikersnaam 2]
Wille jullie nog pb pakke
5-6-2021 22:39:44
69
[Gebruikersnaam 2]
We gaan zo miss starten
5-6-2021 22:39:50
70
[Gebruikersnaam 2]
We nog wille pakke kom skate
5-6-2021 22:40:05
73
[Gebruikersnaam 1]
Waar
5-6-2021 22:41:04
74
[Gebruikersnaam 2]
Skate
5-6-2021 22:41:07
75
[Gebuikersnaam 3]
[naam]
5-6-2021 22:41:11
76
[Gebruikersnaam 2]
Zijn juillie down
5-6-2021 22:41:12
77
[Gebruikersnaam 1]
Wnr nu
5-6-2021 22:41:18
78
[Gebruikersnaam 2]
Skatebaan
5-6-2021 22:41:22
79
[Gebruikersnaam 2]
Nui gwn
5-6-2021 22:41:26
80
[Gebruikersnaam 2]
Nuu
5-6-2021 22:41:28
81
[Gebruikersnaam 1]
We mokken
5-6-2021 22:41:30
82
[Gebruikersnaam 2]
[naam]
5-6-2021 22:41:35
83
[Gebruikersnaam 2]
Neem
5-6-2021 22:41:36
84
[Gebruikersnaam 2]
Dingge
5-6-2021 22:41:41
85
[Gebruikersnaam 2]
Mee
5-6-2021 22:41:42
86
[Gebruikersnaam 4]
Welk boys van pb?
5-6-2021 22:41:53
87
[Gebruikersnaam 2]
We hbn nii genoeg
5-6-2021 22:41:54
88
[Gebruikersnaam 2]
Chefs
5-6-2021 22:41:59
90
[Gebruikersnaam 1]
We komen nu
5-6-2021 22:42:26
92
[Gebuikersnaam 3]
Die soma
5-6-2021 22:42:55
93
[Gebuikersnaam 3]
Enzo
5-6-2021 22:42:56
94
[Gebuikersnaam 3]
Je had beef met zo toch
5-6-2021 22:42:59
98
[Gebruikersnaam 2]
Gwn [naam] n die [naam]
5-6-2021 22:43:57
109
[Gebuikersnaam 3]
Bro Julie moeten back
5-6-2021 23:04:31
131
[Gebuikersnaam 3]
Wie is [slachtoffer 3]
5-6-2021 23:07:38
133
[Gebuikersnaam 3]
Die man is 5 ofs gedipt
5-6-2021 23:08:27
147
[Gebuikersnaam 3]
ze ging dashed
5-6-2021 23:10:17
148
[Gebuikersnaam 3]
Toen wij trokken
5-6-2021 23:10:26
186
[Gebuikersnaam 3]
[slachtoffer 3] is goed gepakt man
5-6-2021 23:16:34
197
[Gebuikersnaam 3]
Kkr mijn machete
5-6-2021 23:21:44
Uit enkele van de berichten in deze chat heeft de politie opgemaakt dat werd gesproken over het steekincident [plek incident] te Zoetermeer, zowel voorafgaand aan het incident als daarna. De politie heeft onder meer opgeschreven dat ‘spitten’duidt op rappen en uit het dossier volgt dat met ‘chefs’messen worden bedoeld.
Camerabeelden
Het dossier bevat meerdere camerabeelden, waaronder beelden van het [pleintje] gelegen aan de [straatnaam] en beelden van [straatnaam] in Zoetermeer.Het [pleintje] bevindt zich - hemelsbreed - op een afstand van 1,5 meter kilometer van de plaats van het steekincident. Het [straatnaam] is een weg die onder meer verbinding vormt tussen de plaats van het steekincident (in de [wijk] ) en het [pleintje] aan de [straatnaam] (in de [wijk] ). Op de plaats van het steekincident, nabij een basketbalveldje/skatebaan aan [plek incident] – in het dossier ook aangeduid als de skatebaan aan [straatnaam] –, hangen geen camera’s.
Tussenconclusie
Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld wat de aanleiding van het steekincident is geweest, nu de slachtoffers daar zowel bij de politie als bij de rechter-commissaris niet over hebben willen verklaren. De rechtbank ziet wel aanwijzingen in het dossier dat sprake zou zijn van een ruzie tussen jongens uit verschillende wijken in Zoetermeer gelet op de hierboven genoemde verklaring van [getuige 3] en het Snapchatgesprek waarin wordt gesproken over het ‘ [groep] ’ (jongens uit de [wijk groep] ) en een ‘beef’ (ruzie). Uit het dossier volgt verder dat bij meerdere verdachten drillrapteksten en beelden van drillrap-clips zijn aangetroffen op hun telefoons, maar de inhoud daarvan geeft onvoldoende aanleiding voor de gevolgtrekking dat het steekincident te maken had met een drillrap-gerelateerde ruzie.
De rechtbank leidt tot zover uit de stukken af dat sprake is geweest van een heftige confrontatie bij [plek incident] te Zoetermeer, waarbij een groep jongens op de slachtoffers is afgerend, waaronder in ieder geval één jongen met een mes, en de twee slachtoffers zijn gestoken. [slachtoffer 3] heeft daarbij vijf steekwonden opgelopen aan zijn lichaam en [slachtoffer 4] één steekwond op zijn achterhoofd.
De rechtbank ziet zich in de eerste plaats voor de vraag gesteld hoe dit geweld moet worden gekwalificeerd.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 1
Voorbedachte raad?
Voor bewezenverklaring van de onder 1 impliciet primair ten laste gelegde poging tot moord zal vast moeten komen te staan dat een verdachte zich op enig moment heeft kunnen beraden op het te nemen of genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling. Hij moet de gelegenheid hebben gehad om na te denken over de betekenis en gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Het gaat daarbij om de weging en waardering van de omstandigheden van het concrete geval. Of voorbedachte raad bewezen kan worden, hangt dus sterk af van die gelegenheid en van de overige feitelijke omstandigheden van het geval waaronder de aard van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan alsmede de gedragingen van de verdachte voor en tijdens het begaan van het feit. De vaststelling dat de verdachte voldoende tijd had om zich te beraden op het te nemen of genomen besluit vormt weliswaar een belangrijke objectieve aanwijzing, maar hoeft de rechtbank er niet van te weerhouden aan contra-indicaties een zwaarder gewicht toe te kennen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat bij de verdachten sprake was van voorbedachte raad en stoelt die overtuiging hoofdzakelijk op het Snapchatgesprek van
5 juni 2021. De verdachten hebben volgens de officier van justitie voldoende tijd gehad om zich te beraden op hun voorgenomen besluit en zich rekenschap te geven van de gevolgen. Van een ogenblikkelijke gemoedsopwelling is geen sprake geweest. De officier van justitie gaat uit van een tijdlijn op 5 juni 2021 die aanvangt om 16:14 uur, wanneer de deelnemer “ [Gebruikersnaam 1] ” in het Snapchatgesprek zegt ‘Boys vandaag kaka, iedereen black gedrest, beetje spitten hier en daar’.
De rechtbank gaat in de eerste plaats uit van een andere lezing van de berichten in het Snapchatgesprek op 5 juni 2021. Zoals gerelateerd in eerdergenoemd proces-verbaal wordt met ‘spitten’ rappen bedoeld. Uit het voorstel van deelnemer “ [Gebruikersnaam 1] ” om een beetje te gaan spitten hier en daar kan daarom niet worden afgeleid dat er vanaf 16:14 uur (al) sprake is van het opzetten van een plan om iemand te gaan steken. Eerst vanaf 22:39 uur, wanneer deelnemer “ [Gebruikersnaam 2] ” in de Snapchatgroep zegt: ‘Wille jullie nog pb pakke’, ‘We gaan zo miss starten’, ‘We wille nog pakke kom skate’ en ‘We hbn nii genoeg chefs’, is sprake van een gesprek waarin de rechtbank een oproep ziet om mensen te verzamelen en messen mee te nemen. De rechtbank is evenwel van oordeel dat uit deze berichten niet volgt dat sprake is geweest van een vooropgezet plan maar eerder van een gemoedsopwelling, nu deze berichten slechts twintig minuten voordat de steekpartij plaatsvond zijn verstuurd. Verder kan uit de berichten weliswaar worden afgeleid dat er een voornemen was om ‘ [groep] ’ te gaan ‘pakken’, maar voor de conclusie dat daarmee concreet is bedoeld om een of meer anderen bewust van het leven te gaan beroven geven deze berichten onvoldoende grond, zelfs niet in het licht van de aansporing om messen mee te nemen. Van een moment van kalm beraad of rustig overleg zoals hierboven uiteengezet is de rechtbank uit deze berichten daarom niet gebleken. Uit de camerabeelden voorafgaand aan het incident kan, alleen al gelet op de plaats waar de beelden zijn gemaakt, evenmin worden afgeleid of de verdachten met elkaar hebben afgestemd wat er zou (moeten) gaan gebeuren. Andere omstandigheden in de aanloop naar of tijdens de steekpartij, waaruit kan worden afgeleid dat er bij één of meer verdachten sprake is geweest van een voornemen een ander van het leven te beroven en van kalm beraad of rustig overleg daartoe, heeft de rechtbank in het dossier niet aangetroffen. Dat betekent dat het geweld dat op 5 juni 2021 heeft plaatsgevonden niet kan worden gekwalificeerd als een poging tot moord.
Gelet hierop komt de rechtbank niet toe aan de vraag of de verdachte kan worden aangemerkt als medepleger van die poging tot moord of dat hij daaraan medeplichtig is geweest. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 primair ten laste gelegde medeplegen van een poging tot moord en van de onder 1 subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan een poging tot moord.
Poging tot doodslag?
Daarmee ligt de vraag voor of sprake is van poging tot doodslag zoals primair (impliciet subsidiair) ten laste gelegd. Het steken met een mes in bepaalde delen van het lichaam van een persoon kan in bepaalde gevallen dodelijk zijn. Om te kunnen spreken van potentieel dodelijk letsel is van doorslaggevend belang dat wordt vastgesteld dat vitale delen in het lichaam zijn of hadden kunnen worden geraakt. In deze zaak is vast komen te staan dat het slachtoffer [slachtoffer 3] in totaal vijf steekwonden heeft opgelopen, te weten bij zijn linker schouderblad, linker elleboog, linker pols, onder zijn linker tepel op zijn borst en in de linkerzijde van zijn bovenlichaam. Het slachtoffer [slachtoffer 4] heeft een steekwond opgelopen op zijn achterhoofd. De rechtbank stelt vast dat een medische verklaring over de aard en ernst van de verwondingen van beide slachtoffers ontbreekt. Nu niet is komen vast te staan dat met de messteken een of meer vitale delen van het lichaam zijn geraakt of konden worden geraakt en onduidelijk is gebleven wat de aard en ernst van het letsel was, of er een noodzaak tot medisch ingrijpen is geweest en in hoeverre er uitzicht is op (volledig) herstel, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de door de slachtoffers opgelopen steekwonden potentieel dodelijk zijn geweest. Reeds daarom zal de verdachte, nog daargelaten dat uit de bewijsmiddelen evenmin kan worden afgeleid dat hij willens en wetens de aanmerkelijke kans op het intreden van de dood van de slachtoffers heeft aanvaard, ook worden vrijgesproken van de hem primair (impliciet subsidiair) ten laste gelegde poging tot doodslag.
Daar komt bij dat het voor de rechtbank op basis van het dossier op één verdachte na onduidelijk is gebleven door wie en onder welke omstandigheden er voorts is gestoken. Dat de rechtbank onvoldoende wetenschap heeft over de steekletsels en de omstandigheden waaronder deze zijn toegebracht is enerzijds gelegen in het uitblijven van een aangifte door de slachtoffers en anderzijds in het zwijgen dan wel zeer beperkt verklaren door alle betrokkenen waaronder de verdachten. Bij die stand van zaken concludeert de rechtbank dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van (het medeplegen van- dan wel de medeplichtigheid aan) een poging tot doodslag.
Zware mishandeling?
Vervolgens ligt de vraag voor of sprake is geweest van zware mishandeling.
Hiervoor is vastgesteld dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de slachtoffers steekwonden hebben opgelopen. Vooropgesteld wordt dat de rechtbank dit ziet als ernstig letsel. Bij de beantwoording van de vraag of toegebracht letsel als zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) moet worden aangemerkt dient echter de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en/of het uitzicht op (volledig) herstel in aanmerking te worden genomen. De rechtbank heeft hiervoor reeds geconstateerd dat het dossier geen objectieve bewijsmiddelen bevat op grond waarvan de aard en ernst van de steekverwondingen, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel kan worden vastgesteld. De waarnemingen van de verbalisanten die het eerste ter plaatse waren en de beknopte verklaringen van de slachtoffers zelf zijn ontoereikend om het letsel van de beide slachtoffers aan te kunnen merken als zwaar lichamelijk letsel.
De verdachte zal daarom ook van dit deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken. Daarmee komt de rechtbank evenmin toe aan de vraag of de verdachte kan worden aangemerkt als medepleger van zware mishandeling of dat hij daaraan medeplichtig is geweest. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 meer subsidiair en nog meer subsidiair ten laste gelegde.
Voorbereidingshandelingen?
De rechtbank stelt voorop dat bij de beantwoording van de vraag of het onder 1 nog meer subsidiair tenlastegelegde feit is bewezen, moet komen vast te staan dat de in de tenlastelegging omschreven middelen bestemd waren tot het begaan van een misdrijf, zoals in de tenlastelegging omschreven en waarop een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld. Daartoe dient te worden beoordeeld of de middelen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig konden zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruikt daarvan voor ogen had.
Van voorbereidingshandelingen is sprake wanneer de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen (samenvattend: middelen) bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of voorhanden heeft.
De rechtbank constateert dat de officier van justitie in dit verband onder de eerste twee gedachtestreepjes handelingen ten laste heeft gelegd, te weten – kort gezegd – het per telefoon en sociale media afspreken en oproepen om anderen te grazen te nemen en het verzamelen van een groep mensen om met dat doel samen naar het basketbalveldje aan [straatnaam] te gaan. De rechtbank is van oordeel dat deze handelingen niet gekwalificeerd kunnen worden als middelen, bestemd tot het begaan van een misdrijf.
De rechtbank dient voorts de vraag te beantwoorden of de verdachte opzettelijk een mes voorhanden heeft gehad, zoals ten laste is gelegd onder het derde gedachtestreepje, bestemd ter voorbereiding van misdrijven als in de tenlastelegging omschreven, te weten poging tot moord, poging tot doodslag, zware mishandeling en openlijke geweldpleging met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting niet kan worden vastgesteld dat de verdachte voorafgaand aan het steekincident een mes voorhanden heeft gehad én daarbij een van de misdrijven zoals voornoemd voor ogen had.
De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 nog meer subsidiair en meest subsidiair tenlastegelegde.
Eindconclusie
Het voorgaande, in samenhang bezien, leidt tot de conclusie dat de rechtbank de verdachte integraal zal vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 2
De rechtbank stelt op basis van de bovengenoemde bewijsmiddelen vast dat [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] op 5 juni 2021 te Zoetermeer op de openbare weg zijn aangevallen door een groep jongens waarbij zij zijn gestoken met een mes. Naar het oordeel van de rechtbank staat ook vast dat de slachtoffers zijn geschopt en geslagen.De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat er openlijk en in vereniging geweld tegen de slachtoffers is gepleegd.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of ook de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit geweld.
Juridisch kader
Met betrekking tot de ten laste gelegde openlijke geweldpleging stelt de rechtbank voorop dat blijkens de wetsgeschiedenis, zoals aangehaald in het arrest van de Hoge Raad van
11 november 2003, ECLI:NL:HR:AL6209, van het ‘in vereniging’ plegen van geweld in de zin van deze strafbaarstelling sprake is indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is dus niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die ‘in vereniging’ geweld pleegt.
De rechtbank zal aan de hand van voornoemde bewijsmiddelen beoordelen of sprake is van een voldoende significante en wezenlijke bijdrage van de verdachte.
Verklaring van de verdachte
De verdachte heeft zich bij de politie, de rechter-commissaris en ter zitting beroepen op zijn zwijgrecht.
Camerabeelden
Door verbalisant Bavelaar zijn de camerabeelden van het [pleintje] gelegen aan de [straatnaam] uitgekeken. Om 23:33 uur is te zien dat verdachte en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] aan komen lopen vanuit de [straatnaam] . Er staat een groep bij de ingang van de [school] aan de zijde van [straatnaam] . Te zien is dat de verdachte en de [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] bij het hek van [school] staan. De verbalisant beschrijft dat om 23:24 uur te zien is dat [medeverdachte 3] een stekende beweging maakt, waarschijnlijk tijdens het vertellen van zijn verhaal aan de groep. Opvallend was dat de verdachten veel om zich heen keken en veel op hun telefoon zaten te bellen of te berichten. Om 23:36 uur is te zien dat de [verdachte] een stekende beweging maakt in de groep, lijkend alsof hij zijn gesproken woorden visueel wilde maken.Ter zitting zijn de bevindingen van deze camerabeelden met de verdachte besproken, ook ten aanzien van de constatering van de politie dat de verdachte een steekbeweging heeft gemaakt. Op vragen hierover heeft de verdachte niet willen antwoorden. De verdediging heeft aangevoerd dat de rechtbank niet zou mogen afgaan op de conclusie van de politie dat de door de verdachte gemaakte beweging een steekbeweging is. De rechtbank merkt op dat de verdachte niet heeft ontkend dat de door de politie omschreven beweging een steekbeweging was en overweegt daarbij dat de vragen die hem hieromtrent zijn gesteld dusdanig ‘schreeuwen om een verklaring’ dat het zwijgen van de verdachte hierover tot gevolg heeft dat de rechtbank uitgaat van de door de politie aan het gebaar toegekende betekenis.
De rechtbank zal de conclusie van de politie dat zij op de beelden hebben gezien dat de verdachte een stekende beweging maakt, dan ook voor het bewijs bezigen.
Snapchatgesprek 5 juni 2021
De rechtbank stelt vast dat de verdachte geen deelnemer is aan het Snapchatgesprek van
5 juni 2021, maar dat zijn naam door medeverdachten wel wordt genoemd.
De rechtbank haalt enkele teksten aan.
184
[Gebruikersnaam 5]
Eentje was geclamt in die goal
5-6-2021 23:16:24
185
[Gebruikersnaam 5]
[naam] volgens mij
5-6-2021 23:16:27
186
[Gebuikersnaam 3]
[slachtoffer 3] is goed gepakt man
5-6-2021 23:16:34
197
[Gebuikersnaam 3]
Kkr mijn machete
5-6-2021 23:21:44
198
[Gebruikersnaam 1]
Waar zijn ze heen
5-6-2021 23:21:52
199
[Gebruikersnaam 6]
Busje nu ook
5-6-2021 23:22:15
200
[Gebruikersnaam 5]
Ik liep nog langs 3
5-6-2021 23:22:15
201
[Gebruikersnaam 6]
Ben bijna o
5-6-2021 23:22:24
202
[Gebruikersnaam 5]
Vn pb
5-6-2021 23:22:24
203
[Gebruikersnaam 5]
[Gebruikersnaam 2] trok nog bijna op mij hij dacht ik was een van hun
5-6-2021 23:23:13
204
[Gebruikersnaam 5]
5-6-2021 23:23:18
205
[Gebuikersnaam 3]
5-6-2021 23:23:18
206
[Gebruikersnaam 5]
Jaa broer
5-6-2021 23:23:22
207
[Gebuikersnaam 3]
Wollah die [slachtoffer 3] ofs
5-6-2021 23:23:25
208
[Gebuikersnaam 3]
Kkr zielig
5-6-2021 23:23:28
225
[Gebuikersnaam 3]
Heb je hem geraakt
5-6-2021 23:27:31
226
[Gebuikersnaam 3]
Kkr soldaat
5-6-2021 23:27:33
227
[Gebuikersnaam 3]
5-6-2021 23:27:36
230
[Gebruikersnaam 5]
Ik was heletijd met Turk
5-6-2021 23:28:08
231
[Gebruikersnaam 7]
Ai ai
5-6-2021 23:28:10
234
[Gebuikersnaam 3]
Hij zegt can ik ken jou help me
5-6-2021 23:28:24
235
[Gebuikersnaam 3]
5-6-2021 23:28:26
236
[Gebuikersnaam 3]
Can*
5-6-2021 23:28:35
238
[Gebruikersnaam 7]
Ahhah
5-6-2021 23:28:42
239
[Gebuikersnaam 3]
Wrm doe je die
5-6-2021 23:28:46
240
[Gebuikersnaam 3]
5-6-2021 23:28:47
De rechtbank stelt vast dat op 5 juni vanaf 23:16:24 uur, dus vlak na het steekincident “ [Gebuikersnaam 3] ”, welk account door de politie is toegeschreven aan de medeverdachte [medeverdachte 9] , met een aantal medeverdachten op Snapchat spreekt over het steekincident. “ [Gebruikersnaam 5] ” (een account dat volgens de politie van [medeverdachte 10] is) zegt onder andere dat [medeverdachte 11] volgens hem in het goal was ‘geclamt’ en door [medeverdachte 9] wordt gezegd dat [naam] goed was gepakt. De rechtbank constateert dat dit de namen van de slachtoffers ( [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] ) zijn.
Om 23:27:31 uur zegt [medeverdachte 9] op enig moment ‘heb je hem geraakt, kkr soldaat’ met daarbij smileys. “ [Gebruikersnaam 5] ” antwoordt met ‘ik was de hele tijd met Turk’ gevolgd door een smiley. Ene [naam] (door de politie niet nader geïdentificeerd) zegt daarop: ‘Ai ai’. [medeverdachte 9] zegt dan: ‘hij zegt [naam] ik ken jou, help me, [naam] waarom doe je die’ wederom gevolgd door smileys.
Tapgesprekken
Vanaf 15 juni 2021 is de telecommunicatie van de telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] opgenomen en afgeluisterd. In gesprekken van 21 juni 2021 en 22 juni 2021 spreken [Gebruikersnaam 8] - waarvan uit de bewijsmiddelen volgt dat dit nummer wordt gebruikt door medeverdachte [medeverdachte 1] - en [Gebruikersnaam 9] - waarvan uit de bewijsmiddelen volgt dat dit nummer wordt gebruikt door medeverdachte [medeverdachte 2] - met elkaar.De rechtbank haalt enkele passages aan:
[Gebruikersnaam 9]
ik vind het onzin hoezo hebben ze Turk niet dan??Is kanker nep, hoezo
hebben ze Turk
[Gebruikersnaam 8]
hmmm?
[Gebruikersnaam 9]
hoezo hebben ze turk niet dan.
[Gebruikersnaam 8]
weet ik niet
[Gebruikersnaam 9]
hij deed face , hij was aan het rennen hij was al aan het bellen, met die boys gesplasht blah blah
[Gebruikersnaam 8]
ja dat klopt
[Gebruikersnaam 9]
het enigste wat die van Turk weet is turk gewoon toch, je weet toch, Turk de
naam
[Gebruikersnaam 8]
nog een keer?
[naam] en [naam]
[Gebruikersnaam 9]
het enigste wat hij van Turk weet is alleeTurk de naam, snap je? Hij weet gewoon de naam van [naam] en [naam]
[Gebruikersnaam 9]
maar ik zie ook gewoon Boys die zijn geklemt die ook echt wat hebben
gedaan zijn gewoon allemaal vrij he??
[Gebruikersnaam 8]
he??
[Gebruikersnaam 9]
boys die zijn geklemt en ook echt wat hebben gedaan zijn gewoon vrij he?
[Gebruikersnaam 8]
ja [naam] , [naam]
[Gebruikersnaam 10]
maar hij zegt hij snapt hun hun zeggen zij zijn het niet. dat zij het niet
hebben gedaan.
[Gebruikersnaam 9]
wat hebben gedaan?
[Gebruikersnaam 10]
die deur, die deur.
[Gebruikersnaam 9]
[slachtoffer 3] ?
[Gebruikersnaam 10]
Die Boys, [naam] zegt dat
[Gebruikersnaam 9]
Dat is allang gedingest….. [slachtoffer 3] heeft dat gedaan die deur. [naam] had toch die jongen toch gestoken.
[Gebruikersnaam 10]
Ja
[Gebruikersnaam 9]
Die jongen die [naam] had gestoken. Hij of Brother (NTV) heft dat gedaan.
[Gebruikersnaam 11]
Ze pakken [naam] , ze pakken [naam] . Twee dagen later is hij vrij.
[Gebruikersnaam 10]
Hij zit twee dagen en ik zat daar vijf dagen ik had niets gedaan. Hij wel
[Gebruikersnaam 11]
Deze man, ik weet niet man. Ik denk hij heeft gewoon iets gelult gewoon
[Gebruikersnaam 10]
Of zijn advocaat is (ntv)
[Gebruikersnaam 11]
Ik denk hij heeft gewoon iets gelult en het viel net op zijn plek en daarom hebben ze gezegd hij heeft gelijk
Uit het Snapchatgesprek van 5 juni en bovenstaand getapt telefoongesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] leidt de rechtbank allereerst af dat de verdachte (die deels van Turkse afkomst is) ook ‘Turk’ wordt genoemd.
[medeverdachte 10] zegt immers in het Snapchatgesprek dat hij met ‘Turk’ was en [medeverdachte 9] antwoordt daarop dat hij hoorde dat het slachtoffer riep ‘ [naam] , je kent me, waarom doe je die [naam] ’ en in het telefoon gesprek tussen [Gebruikersnaam 11] en [Gebruikersnaam 10] zegt [Gebruikersnaam 11] : hoezo hebben ze Turk niet en ‘het enigste wat die van Turk weet is de naam’ waarna [Gebruikersnaam 11] zegt ‘ [naam] en [naam] ’. [medeverdachte 12] is niet van Turkse afkomst.
Uit het Snapchatgesprek van 5 juni leidt de rechtbank verder af dat aan verdachte een rol wordt toegeschreven die te maken heeft met het steekincident en de slachtoffers. [medeverdachte 9] zegt immers dat hij hoorde: ‘ [naam] waarom doe je die’ en ‘je kent me, [naam] ’ en dat [medeverdachte 10] op de vraag ‘heb je hem geraakt, kkr soldaat’ zegt ‘ik was met Turk’ en smileys stuurt.
De rechtbank constateert dat medeverdachte [medeverdachte 9] verklaart over iets wat hij heeft gehoord (en dus niet iets wat hij van iemand heeft gehoord) en dat ook [medeverdachte 10] verklaart over met wie hij zelf aanwezig was.
Voorts wordt ook in de getapte telefoongesprekken tussen medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gesproken over een rol van [naam] bij het steekincident, waarbij hij wordt genoemd als boy die vrij is terwijl hij wat zou hebben gedaan. Door [medeverdachte 1] wordt voorts gezegd ‘die deur, die deur, [naam] heeft dat gedaan. [naam] had die jongen toch gestoken, die jongen die [naam] had gestoken, hij of brother heeft dat gedaan.’
In zijn verhoor bij de politie verklaart medeverdachte [medeverdachte 1] dat hij van de verdachte had gehoord dat diens voordeur in brand was gestoken.Uit het dossier volgt verder dat de voordeur van de verdachte op 22 juni 2021 in brand is gestoken.Gelet hierop acht de rechtbank de gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] betrouwbaar en deze gesprekken zullen dan ook voor het bewijs worden gebezigd.
Snapchatgesprek 8 juni 2021
In de in beslag genomen telefoons van de verdachte en [medeverdachte 7] werd na onderzoek een gesprek van 8 juni 2021 aangetroffen met 11 deelnemers op Snapchat.
De rechtbank stelt vast dat de verdachte onder de accountnaam “ [Gebruikersnaam 12] ”deelneemt aan het Snapchatgesprek van 8 juni 2021.De rechtbank haalt enkele teksten aan.
[Gebruikersnaam 13]
Hij moet vandaag vrij komen
8-6-2021 07:18:06
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Of ze hebben bewijs g
8-6-2021 07:18:23
[Gebruikersnaam 13] [naam]
Jaa
8-6-2021 07:18:28
[Gebruikersnaam 12] [naam]
“Ik heb gevoel ze hebben bewijs man
8-6-2021 07:18:29
[Gebruikersnaam 14] [naam]
!broer ze weten niet hoe ze praten
8-6-2021 08:12:08
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Van je naam moet je zwijgen
8-6-2021 08:12:25
[Gebruikersnaam 14] [naam]
$Wat jij zegt word tegen jou gebruikt
8-6-2021 08:12:25
[Gebruikersnaam 14] [naam]
0Als je zegt ik was skate ik ging om 10 naar huis
8-6-2021 08:12:49
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Dan gaan ze 100x vragen stelen
8-6-2021 08:12:57
[Gebruikersnaam 15]
Ja g
8-6-2021 08:13:06
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Of vanaf begin zwijgen
8-6-2021 08:13:11
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Anders de lul
8-6-2021 08:13:15
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Ben je jongen
8-6-2021 08:13:17
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Zwijgrecht
8-6-2021 08:13:19
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Zelf je naam moet je zwijgen
8-6-2021 08:13:20
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Ja g
8-6-2021 08:13:23
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Hoe oud ben je zwijgen
8-6-2021 08:13:31
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Jou naam zwijgrecht
8-6-2021 08:13:38
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Alles anders ben je de lul
8-6-2021 08:13:43
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Ze kunnen hoofd gekk man
8-6-2021 08:13:55
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Alles zwijgrecht
8-6-2021 08:14:01
[Gebruikersnaam 12] [naam]
!Geef pincode van je tellie alleen
8-6-2021 08:14:06
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Vw alles
8-6-2021 08:14:08
[Gebruikersnaam 14] [naam]
[naam] heeft sws gezegd ik was daar aan het voetballen sws
8-6-2021 08:14:12
[Gebruikersnaam 12] [naam]
”Coppa wacht op wat hun gaan zeggen
8-6-2021 08:15:59
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Daarna ze gaan ons weer zoeken g
8-6-2021 08:16:08
[Gebruikersnaam 14] [naam]
7Bro zeg je eerlijk idk of ze gaan zwijgen kunnen houden
8-6-2021 08:17:35
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Ze gaan hun gek man
8-6-2021 08:17:42
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Met
8-6-2021 08:17:44
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Max 2jaar krijg jullie enzo
8-6-2021 08:17:52
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Jaman maar we hebben allemaal
8-6-2021 08:18:35
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Geen strafblad
8-6-2021 08:18:37
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Nog steeds
8-6-2021 08:18:51
[Gebruikersnaam 12] [naam]
HIk denk 3 maanden met voorwaardens als je iets doet dan je gaat 2 zitten
8-6-2021 08:18:54
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Jaar
8-6-2021 08:18:59
[Gebruikersnaam 12]
5Die beef met pala ik weet niet man of hun gaan rijden
8-6-2021 20:47:58
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Mensen weten nu van jullie
8-6-2021 20:47:58
[Gebruikersnaam 14] [naam]
1 voor 1
8-6-2021 20:48:03
[Gebruikersnaam 12]
Ja
8-6-2021 20:48:04
[Gebruikersnaam 12]
Ob weet
8-6-2021 20:48:06
[Gebruikersnaam 16]
Jwl oost als je zien goed
8-6-2021 20:48:07
[Gebruikersnaam 12]
Btw weet
8-6-2021 20:48:08
[Gebruikersnaam 16]
Gaan
8-6-2021 20:48:08
[Gebruikersnaam 16]
Et als lange
8-6-2021 20:48:12
[Gebruikersnaam 16]
Wllh
8-6-2021 20:48:13
[Gebruikersnaam 12]
4Broer iedereen heeft die torrie gezien op nieuws bro
8-6-2021 20:48:31
[Gebruikersnaam 16]
@Broer klaar heel zm weten wij zijn nii op chat je naam is bekend
8-6-2021 20:48:35
[Gebruikersnaam 12]
Iedereen praat erover
8-6-2021 20:48:35
[Gebruikersnaam 12]
We maken skate kk heet g
8-6-2021 20:51:31
[Gebruikersnaam 16]
Jaa
8-6-2021 20:51:35
De rechtbank stelt vast dat de verdachte actief deelneemt aan dit Snapchatgesprek en dat wordt gesproken over het steekincident: ‘iedereen heeft die torrie gezien op nieuws’ en ‘we maken skate kk heet’. Hiervoor is reeds besproken dat uit het dossier blijkt dat het steekincident heeft plaatsgevonden nabij een basketbalveldje/skatebaan.
Uit de aangehaalde passages leidt de rechtbank verder af dat de verdachte uitgebreid spreekt over het gebruik maken van het zwijgrecht, denkt dat de politie bewijs heeft, bang is dat de medeverdachten zullen verklaren en dat hij denkt dat de politie hem dan weer gaat zoeken. Ook zegt hij dat hij nog geen strafblad heeft, hij spreekt over een voorwaardelijke straf en zegt ‘als je dan iets doet, je 2 jaar moet zitten’, waaruit de rechtbank afleidt dat dat de verdachte er serieus rekening mee houdt dat hij een straf opgelegd zal krijgen.
Aangetroffen DNA op foedraal
Op 6 juni 2021 werd na forensisch politieonderzoek op de plaats delict om 00.45 uur onder meer een foedraal van een mes aangetroffen.Van het foedraal zijn sporen afgenomen aan de buitenzijde ( [nummer] ) en aan de binnenzijde ( [nummer] ). Het spoor aan de buitenzijde van het foedraal heeft een match opgeleverd met de verdachte.
De raadsvrouw van de verdachte heeft naar voren gebracht dat het onderzoek niet voor het bewijs kan worden gebezigd nu zij het rapport pas een week voor de zitting heeft ontvangen en aan cliënt daardoor het recht op tegenonderzoek is onthouden.
De eis van een eerlijke procesvoering kan meebrengen dat een verzoek om tegenonderzoek moet worden ingewilligd. Dit is afhankelijk van onder andere a) de gronden waarop het verzoek steunt, b) het belang van het tegenonderzoek in het licht van de aanwezigheid van ander bewijsmateriaal of de overtuigende kracht van het bestreden onderzoeksresultaat, c) het tijdstip van het verzoek, waarop een tegenonderzoek nog mogelijk is, en d) het feit dat het verzoek redelijkerwijs niet eerder kon worden gedaan.
De rechtbank heeft geconstateerd dat het rapport dateert van 24 november en dat zij dit rapport op 26 januari 2022 heeft ontvangen. De officier van justitie heeft ter zitting naar voren gebracht dat het rapport op 24 januari in het systeem is gezet, dat hij via email regelmatig met de raadsvrouw heeft gecorrespondeerd, maar dat op geen enkel moment om tegenonderzoek is verzocht.
De rechtbank kan niet vaststellen op welk moment de raadsvrouw het rapport heeft ontvangen en dus ook niet of zij op een eerder moment om een tegenonderzoek had kunnen verzoeken.
Nu de raadsvrouw echter ter zitting voorwaardelijk heeft verzocht om een tegenonderzoek en de rechtbank dit verzoek alsnog beoordeelt, is de verdachte naar het oordeel van de rechtbank daardoor niet in zijn belangen geschaad
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat zij verzoekt om een tegenonderzoek omdat niet uit het rapport volgt of één of meerdere profielen aan de buitenzijde van het rapport zijn aangetroffen, terwijl de bewijswaarde van het DNA van verdachte op het foedraal aan waarde inboet als daarop ook DNA van anderen is aangetroffen.
De rechtbank heeft geconstateerd dat in het rapport staat vermeld dat uit een bemonstering of referentiemonster DNA wordt geïsoleerd en van het verkregen DNA-extract de DNA-concentratie wordt bepaald. Indien de gemeten DNA-concentratie lager is dan 0,001 ng/pl wordt het DNA-onderzoek gestopt en wordt er geen DNA-profiel opgemaakt. Bij een gemeten DNA-concentratie van 0,001 ng/pl of hoger, wordt er wél een DNA-profiel opgemaakt..
De rechtbank stelt op grond van het bovenstaande dan ook vast dat naast het DNA-profiel van de verdachte geen andere profielen aan de buitenzijde van het foedraal zijn aangetroffen, althans geen profielen met een DNA-concentratie van 0,001 ng/pl of hoger.
Dat betekent dat het verzoek om tegenonderzoek feitelijke grondslag mist.
De rechtbank zal het verzoek daarom afwijzen en het rapport bezigen voor het bewijs.
Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat zelfs áls DNA van andere personen op de buitenzijde van het foedraal zou zijn aangetroffen, dit niet afdoet aan het gegeven dat tevens DNA van de verdachte op het foedraal is aangetroffen en voorts dat in het licht van de overige bewijsmiddelen, het NFI rapport door de rechtbank niet wordt gebezigd als centraal bewijsmiddel waarop de bewijsconstructie steunt, maar als aanvullend stuk ter overtuiging.
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en in samenhang bezien, vast komen te staan dat de verdachte bij het steekincident aanwezig was en een significant aandeel heeft gehad in het gepleegde geweld. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
In het Snapchatgesprek van 5 juni 2021 vraagt [medeverdachte 9] aan [medeverdachte 10] ‘heb je hem geraakt’, waarop [medeverdachte 10] antwoordt: ‘nee ik was de hele tijd met Turk’ en smileys stuurt. [medeverdachte 9] zegt vervolgens dat hij hoorde dat het slachtoffer zei ‘ [naam] je kent me’ en ‘ [naam] waarom doe je die’. In datzelfde gesprek zegt [medeverdachte 10] ook dat hij heeft gezien dat [medeverdachte 11] in de goal was ‘geclamt’. Het andere slachtoffer van het steekincident was [slachtoffer 4] . De rechtbank leidt uit dit gesprek af dat de verdachte bij het steekincident aanwezig was en iets bij een van de slachtoffers heeft gedaan.
De rechtbank leidt voorts uit het getapte telefoongesprek tussen medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] af dat de verdachte ‘echt wat heeft gedaan’ en [slachtoffer 3] heeft gestoken. Deze gevolgtrekking wordt versterkt door het feit dat [medeverdachte 1] bij de politie heeft verklaard van de verdachte te hebben gehoord dat zijn voordeur in brand was gestoken. Het behoeft geen nader betoog, dat het steken van een van de slachtoffers een significante rol is in het gepleegde geweld.
Daar komt bij dat op de camerabeelden van het [pleintje] aan de [straatnaam] door de politie ook is gezien dat de verdachte kort na het steekincident in een groepje aan het praten is en daarbij een steekbeweging maakt.
Uit het Snapchatgesprek van 8 juni 2021 volgt verder nog dat ook de verdachte zelf zegt dat ze de skatebaan ‘kk heet’ hebben gemaakt, vreesde te worden opgepakt, straf te krijgen en al bij voorbaat aangaf op alle vragen te zullen zwijgen, hetgeen hij ook heeft gedaan.
Ten slotte is kort na het steekincident een foedraal van een mes aangetroffen op de plaats delict, waarop het DNA van de verdachte is aangetroffen.
Dit alles leidt tot het oordeel van de rechtbank dat de verdachte bij de openlijke geweldpleging aanwezig was en [slachtoffer 3] heeft gestoken.
De rechtbank acht de onder 2 primair ten laste gelegde openlijke geweldpleging op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van de onder 2 ten laste gelegde gekwalificeerde
gevolgenvan de openlijke geweldpleging, namelijk dat het door de verdachte gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, althans enig letsel ten gevolge heeft gehad, overweegt de rechtbank het volgende.
Nu de rechtbank de verdachte aanmerkt als één van de jongens die de slachtoffers heeft gestoken en daarmee zelf deels het bewezenverklaarde letsel heeft toegebracht, is de verdachte ook strafrechtelijk verantwoordelijk voor dit veroorzaakte letsel.
Zoals hiervoor onder feit 1 is geoordeeld is van zwaar lichamelijk letsel onvoldoende gebleken. De rechtbank verklaart bewezen dat de verdachte met zijn eigen handelen de steekwonden en/of enig ander letsel heeft toegebracht.