ECLI:NL:RBDHA:2022:2631

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 maart 2022
Publicatiedatum
24 maart 2022
Zaaknummer
09-171673-21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht. Steekincident, straatroof en openlijk geweld in Zoetermeer.

Op 24 maart 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak waarbij de verdachte werd beschuldigd van openlijke geweldpleging en poging tot moord. De zaak betreft twee incidenten: op 29 mei 2021 vond een straatroof plaats in Zoetermeer waarbij de verdachte samen met anderen het slachtoffer [slachtoffer 1] heeft beroofd. De rechtbank oordeelde dat er geweld is gepleegd, maar kon niet vaststellen wie precies de tas heeft weggenomen, waardoor de verdachte van dit feit werd vrijgesproken. Het tweede incident vond plaats op 5 juni 2021, waar de verdachte betrokken was bij een steekpartij waarbij de slachtoffers [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] gewond raakten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte een significante rol had gespeeld in het geweld en dat hij [slachtoffer 3] had gestoken. De verdachte werd veroordeeld tot 270 dagen jeugddetentie, waarvan 200 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een onvoorwaardelijke werkstraf van 80 uur. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op, waaronder een meldplicht en deelname aan een coachingstraject.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummers 09-152016-21; 09-171673-21 (gev. ttz.)
Datum uitspraak 24 maart 2022
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
hierna te noemen: de verdachte,
[geboorteplaats] op [geboortedatum] 2005,
[adres] .

1.Het onderzoek op de zitting

Het onderzoek is gehouden op de besloten zittingen van 2 september 2021 (regiezitting),
21 februari 2022 (inhoudelijke behandeling) en 10 maart 2022 (sluiting van het onderzoek ter terechtzitting).
De officier van justitie in deze zaak is mr. P. de Jonge en de advocaat van de verdachte is mr. W.C. Alberts te Den Haag. De verdachte is ter zitting verschenen.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is, samengevat en na wijziging van de tenlastelegging op de zitting, ten laste gelegd dat:
Dagvaarding 09-152016-21:
1. hij op 29 mei 2021 in Zoetermeer, samen met anderen door middel van geweld
[slachtoffer 1] heeft beroofd;
2. hij op 29 mei 2021 in Zoetermeer, openlijk geweld met zwaar lichamelijk letsel heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] (
primair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
subsidiair);
Dagvaarding 09-171673-21:
1. hij op 5 juni 2021 te Zoetermeer, samen met anderen en met voorbedachten rade geprobeerd heeft [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] van het leven te beroven (
primair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
subsidiair), dan wel dat hij samen met anderen en met voorbedachten rade geprobeerd heeft [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen (
meer subsidiair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
nog meer subsidiair), dan wel dat hij samen met anderen voorbereidingen heeft getroffen tot het plegen van een moord c.q doodslag of zware mishandeling met voorbedachten rade of openlijke geweldpleging (
nog meer subsidiair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
meest subsidiair);
2. hij op 5 juni 2021 in Zoetermeer, openlijk geweld met zwaar lichamelijk letsel heeft gepleegd tegen [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (
primair), dan wel dat hij hier medeplichtig aan is geweest (
subsidiair).
De volledige tekst van de tenlastelegging staat in bijlage I.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat de rechtbank bewezen zal verklaren dat de verdachte de onder 1 en 2 primair ten laste gelegde feiten onder het parketnummer 09-152016-21 heeft begaan en dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten onder het parketnummer 09-171673-21 heeft begaan.
Daartoe heeft de officier van justitie het volgende naar voren gebracht.
Op 29 mei 2021 heeft de verdachte zich samen met zijn medeverdachten schuldig gemaakt aan de beroving van de aangever [slachtoffer 1] en openlijke geweldpleging tegen de beide aangevers. De verdachte is met zijn medeverdachten achter de aangevers aangerend. Zij hebben vervolgens eerst de aangever [slachtoffer 2] geslagen en geschopt totdat deze kon ontkomen. Vervolgens heeft de hele groep verdachten zich gekeerd tegen de aangever [slachtoffer 1] . Hij is geschopt en geslagen waarna hij van zijn tas is beroofd.
Daarnaast heeft de verdachte zich samen met zijn medeverdachten op 5 juni 2021 schuldig gemaakt aan het medeplegen van een poging tot moord van de slachtoffers [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en openlijke geweldpleging tegen de slachtoffers [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] .
Daartoe heeft de officier van justitie - samengevat en zakelijk weergegeven - het volgende naar voren gebracht. Voorafgaand aan het feit op 5 juni 2021 zijn er door de verdachte en zijn medeverdachten in een Snapchat-groep berichten verstuurd om iemand of meerdere personen te grazen te nemen. Uit de gesprekken valt te herleiden dat diverse personen voor het incident afspreken en bespreken dat ze messen met zich meenemen omdat er een ruzie is met ‘ [groep] ’. Naderhand worden, opnieuw in Snapchatgesprekken, daderwetenschappen benoemd. Het was dus een vooropgezet plan om de jongens uit de [wijk groep] te grazen te nemen. De verdachte heeft in een gesprek met zijn vriendin aangegeven dat hij 100% gepakt gaat worden en in de Snapchatberichten hebben medeverdachten het over de rol van de verdachte en wordt benoemd dat een van de slachtoffers heeft gezegd: “ [naam] ik ken jou, help me”. Ook wordt in een afgeluisterd telefoongesprek de naam van de verdachte genoemd als één van degenen die echt wat heeft gedaan.
De officier van justitie is daarom van mening dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging moord en een openlijke geweldpleging.
3.2
Het standpunt van de verdediging
09-152016-21 (de diefstal met geweld en het openlijk geweld)
De verdediging heeft bepleit dat de verdachte integraal moet worden vrijgesproken van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
Uit de feiten en omstandigheden kan niet worden afgeleid dat het toegepaste geweld gepleegd is met het oogmerk om de diefstal voor te bereiden of te vergemakkelijken. Uit de verklaring van de aangever [slachtoffer 1] blijkt dat de groep hem eerst begon te slaan en te schoppen waardoor hij op de grond viel, en iemand daarna pas riep ‘pak zijn tas’. Dat het geweld is toegepast met het oogmerk de diefstal te vergemakkelijken is wel vereist om tot een bewezenverklaring van diefstal met geweld te komen. Tevens blijkt uit het dossier niet dat de verdachte in enig opzicht betrokken is bij de diefstal van de tas, niet in directe maar ook niet in indirecte zin. Niet is gebleken dat er een nauwe en bewuste samenwerking bestond tussen de verdachte en de medeverdachte ten aanzien van de diefstal van deze tas. Uit het dossier volgt niet wie de tas van de aangever [slachtoffer 1] heeft meegenomen, noch dat op voorhand bekend was dat het de bedoeling was de tas van de aangever af te nemen, noch dat de verdachte überhaupt in de buurt van de aangever is geweest toen zijn tas van hem werd afgenomen. De verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken.
De verdediging betwist ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit dat de verdachte een significante of wezenlijke bijdrage heeft gehad aan de geweldpleging tegen de aangever [slachtoffer 2] zodat hij dient te worden vrijgesproken. Uit de beelden volgt dat de verdachte met de groep naar buiten is gelopen, maar niet waar de verdachte zich nadien bevond. Uit het dossier blijkt niet dat de verdachte wist dat het tot geweldpleging zou komen, en in welke mate dit dan zou geschieden. Naar het oordeel van de verdediging kan ook niet worden vastgesteld dat het gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel tot gevolg heeft gehad. De medische informatie over de gevolgen van het feit dateren van vlak na het feit en er zijn geen aanwijzingen dat de aangever ten gevolge van de klap daadwerkelijk tinnitus heeft opgelopen van een aard en ernst die zodanig is dat van zwaar lichamelijk letsel kan worden gesproken.
De verdediging is ook van mening dat geen sprake is van medeplichtigheid bij de openlijke geweldpleging. Het verzamelen bij het winkelcentrum en het omsingelen van de aangever [slachtoffer 2] , als dit als dit al aan de verdachte kan worden toegerekend op basis van het telefonische contact dat hij heeft gehad en de komst van anderen, zijn nog geen middelen of inlichtingen tot het plegen van geweld. Ook hiervan dient de verdachte dus te worden vrijgesproken.
09-171673-21 (het steekincident)
De verdediging heeft bepleit dat de verdachte ook van deze feiten integraal moet worden vrijgesproken. Samengevat en zakelijk weergegeven heeft de verdediging hiertoe het volgende naar voren gebracht.
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde.
Het berichtenverkeer dat zich in het dossier bevindt is onvoldoende om aan te nemen dat sprake was van voorbedachte raad en er kan niet worden vastgesteld dat er opzet bestond om iemand van het leven te beroven. Weliswaar bevond de verdachte zich in de buurt van het steekincident, hij zat niet in de appgroep waarin werd gesproken over een vechtpartij en het meenemen van kleding en messen, er kan dan ook niet worden aangenomen dat hij wist wat er zou gebeuren. Dat op camerabeelden te zien zou zijn dat de verdachte steekbewegingen zou maken in een gesprek met de medeverdachten is onnavolgbaar, nu niemand die erbij heeft gestaan hierover verklaart of heeft verklaard dit te hebben gezien. De steekbeweging is bovendien een concluderende waarneming van de politie, die niet mag worden overgenomen. Maar zelfs indien deze conclusie juist zou zijn, zegt dat nog niets over zijn betrokkenheid bij het incident.
Verder dient het rapport waarin staat dat op de bij het basketbalveldje aangetroffen foedraal, DNA van de verdachte is aangetroffen van het te bewijs worden uitgesloten omdat de verdachte het recht op tegenonderzoek, waarvan hij gebruik had willen maken, is onthouden. Indien de rechtbank dit rapport evenwel toch voor het bewijs gebruikt, wordt voorwaardelijk verzocht dit tegenonderzoek alsnog te laten verrichten.
Ten aanzien van de belastende Snapchatberichten berichten en de berichten tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] die over de verdachte zouden gaan, is aangevoerd dat dit berichten zijn die gaan over achteraf gehoorde informatie die zij zelf niet zelf hebben gehoord. Deze gesprekken kunnen niet voor het bewijs worden gebruikt.
Ten aanzien van de onder 2 tenlastegelegde openlijke geweldpleging is door verdediging naar voren gebracht dat de verdachte geen wezenlijke bijdrage aan het geweld heeft geleverd. Enkele getalsmatige ondersteuning is onvoldoende. Bovendien is er onvoldoende bewijs voor de gedragingen zoals verwoord onder de gedachtestreepjes bij het onder 2 ten laste gelegde feit. Ook van dit feit zou de verdachte dienen te worden vrijgesproken.
3.3
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
3.3.1 09-152016-21 -
de diefstal met geweld en het openlijk geweld op 29 mei 2021
Inleiding
Op 29 mei 2021 bevonden de aangevers [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) en [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) zich in [supermarkt] in het [winkelcentrum] in Zoetermeer. Toen zij [supermarkt] uitliepen zijn zij door een groep jongens achterna gerend en mishandeld en is [slachtoffer 1] van zijn tas beroofd.
De rechtbank ziet zich voor de vragen gesteld wat er die dag met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] is gebeurd en welke betrokkenheid de verdachte daarbij had.
De bewijsmiddelen
De verklaring van aangevers
[slachtoffer 1] heeft bij de politie verklaard dat hij op 29 mei 2021 met [slachtoffer 2] en zijn vriendin in [supermarkt] in [winkelcentrum] te Zoetermeer was. Toen zij bij [supermarkt] naar binnen liepen zag [slachtoffer 1] twee jongens de winkel uitlopen. Deze jongens waren later ook bij de beroving. De jongens zeiden op agressieve toon ‘wat is er dan’. [slachtoffer 2] liep naar de jongens toe en zei ook ‘wat is er dan’. [slachtoffer 1] hoorde niet wat de jongens verder tegen elkaar hebben gezegd. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] liepen vervolgens [supermarkt] in. Toen zij de winkel uitliepen richting de auto hoorde [slachtoffer 1] achter hen mensen roepen. Hij hoorde dat ze schreeuwden: ‘Wat doen jullie stoer?’ Dit was een groep van 9 a 10 personen. De groep liep 2 à 3 meter achter hen. De groep rende op [slachtoffer 2] af. [2] [slachtoffer 2] rende weg naar het einde van de parkeerplaats. [slachtoffer 1] zag vervolgens dat de groep op hem af kwam rennen en op hem in begon te slaan. Hij voelde verschillende malen vuistslagen tegen zijn hoofd. Door de klappen op zijn hoofd is hij op de grond gevallen. Toen [slachtoffer 1] op de grond lag is hij ook geschopt in zijn zij en tegen zijn hoofd. Ondanks dat [slachtoffer 1] ‘stop’ riep, gingen de jongens door met slaan en schoppen. [slachtoffer 1] hoorde dat een jongen zei: ‘Pak zijn tas, pak zijn tas’. [slachtoffer 1] lag op dat moment op de grond met zijn ogen dicht en handen voor zijn gezicht om zichzelf te beschermen. [slachtoffer 1] voelde dat er aan zijn tasje werd getrokken. Uiteindelijk is het de daders toch gelukt om het tasje af te pakken. De daders renden daarna met zijn allen weg. Toen durfde hij pas zijn ogen open te doen.
[slachtoffer 2] heeft bij de politie verklaard dat hij op 29 mei 2021 samen met zijn [vriendin slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] naar [supermarkt] aan de [lokatie] in Zoetermeer ging. Toen zij de winkel binnen liepen, zongen zij een liedje. Daar reageerde een jongen op met ‘Wat is er’. Deze jongen was met een andere jongen. Toen [slachtoffer 2] met [slachtoffer 1] bij de kassa stond zag [slachtoffer 2] de eerder genoemde jongens buiten staat bij het raam. De jongens keken [slachtoffer 2] aan en maakten vechtgebaren door middel van het slaan met de vuist in de hand. [slachtoffer 2] liep vervolgens naar buiten. Op dat moment kwamen de jongens samen met nog meer jongens, een stuk of 10-12, naar hen toe gerend. De hele groep kwam ineens op [slachtoffer 2] af gerend. [slachtoffer 2] kreeg een blikje energy drink op zijn achterhoofd gegooid. [slachtoffer 2] werd op een gegeven moment omsingeld door allemaal jongens. Toen begonnen ze ineens allemaal op hem in te slaan. Hij weet niet wie en met welke hand ze hem allemaal sloegen. Terwijl de jongens [slachtoffer 2] sloegen, is hij gaan rennen. [slachtoffer 2] zag nog dat een van de jongens aan kwam rennen met een rood witte afzetketting. Deze heeft [slachtoffer 2] één keer op zijn linker kuit en één keer op zijn linker elleboog geslagen met de ketting. [slachtoffer 2] is vervolgens weer weg gerend en heeft de politie kunnen bellen. [3]
Bij [slachtoffer 2] was er geen uitwendig letsel zichtbaar, maar er is wel een vermoeden van oorsuizen in het rechteroor (tinnitus).
De getuigen
De [getuige 1] heeft bij de politie verklaard dat zij die dag met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] was. Zij liepen [supermarkt] uit richting de auto van [slachtoffer 2] . Zij hoorde dat er mensen op hen af kwamen rennen en dat deze aan het schreeuwen waren. Er werd geschreeuwd ‘is dit die jongen, is dit die jongen’. Zij keek om en zag dat ongeveer vijf of zes jongens op hen af kwamen. Zij renden richting [slachtoffer 2] . [getuige 1] zag dat alle jongens [slachtoffer 2] tegen zijn gezicht en hoofd sloegen. Ze zag dat [slachtoffer 2] zich beschermde en weg rende van de groep. Zij zag dat er drie jongens achter [slachtoffer 2] aan gingen, dat [slachtoffer 2] verderop tegenover een van de jongens stond en dat ze beiden een gevechtshouding hadden. Twee andere jongens renden ook richting [slachtoffer 2] . Een van deze jongens had iets in zijn hand. Het was rood en wit van kleur en het waren rondjes die aan elkaar vast zaten. De jongen probeerde [slachtoffer 2] met deze ketting te raken op zijn rug. Dit lukt niet omdat [slachtoffer 2] wegrende. De jongen sloeg opnieuw en raakte [slachtoffer 2] op zijn been. [slachtoffer 2] rende vervolgens weg en de jongens gingen achter hem aan. [4] Drie jongens kwamen vervolgens weer terug richting [getuige 1] en [slachtoffer 1] . De drie jongens en de andere jongens van de groep pakten hierna [slachtoffer 1] . [getuige 1] zag dat de jongens hem sloegen en schopten, ook toen [slachtoffer 1] op de grond lag. De jongen liep toen weer richting [slachtoffer 1] . De andere jongens waren [slachtoffer 1] nog steeds aan het slaan. [getuige 1] hoorde iemand roepen ‘pak zijn tasje’. Zij zag dat de jongens het tasje van [slachtoffer 1] probeerden te pakken. Het was de jongens gelukt om de tas te pakken en [getuige 1] zag dat de jongens hierna met zijn allen wegrenden.
De [getuige 2] heeft bij de politie verklaard dat zij op 29 mei 2021 bij haar nichtje in de flat op [lokatie] in Zoetermeer was. Op een bepaald moment zag zij allemaal onrust en mensen op de parkeerplaats. Haar dochter is gaan filmen en de getuige is naar het balkon gerend. De getuige zag een groep jongens op de parkeerplaats en zij zag dat de jongens achter een blanke jongen aan renden. De groep bestond uit acht of negen jongens. De blanke jongen rende weg van de groep en werd geslagen door een andere jongen. De jongen had een soort riem in zijn hand en daar sloeg hij die blanke jongen mee. [5]
Camerabeelden
Door de verbalisant Meershoek zijn de camerabeelden van [supermarkt] , de camerabeelden van het [winkelcentrum] en de camerabeelden van twee particulieren uitgekeken. [6]
Aan de hand van getoonde foto’s van de beelden van 29 mei 2021 hebben verschillende verbalisanten daarop de navolgende verdachten herkend: [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] , [7] alsmede [verdachte] , [8] [medeverdachte 6] , [9] [medeverdachte 7] [10] en [medeverdachte 8] . [11]
De eigen waarneming van de rechtbank op basis van de camerabeelden
In het dossier bevinden zich camerabeelden van het [winkelcentrum] (voor [supermarkt] ) en door de getuige gefilmde beelden. Ter zitting zijn deze bewegende beelden getoond.
De rechtbank heeft op deze beelden waargenomen dat [slachtoffer 2] voor [supermarkt] een woordenwisseling krijgt met de verdachte en de [medeverdachte 8] , waarna [slachtoffer 2] [supermarkt] in loopt, dat de verdachte en zijn medeverdachte daarna in de weer zijn met hun telefoon en dat na ongeveer vijf minuten 7 andere jongens het winkelcentrum binnenkomen. Op enig moment is te zien dat [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en zijn vriendin uit [supermarkt] komen en het winkelcentrum verlaten. Enkele seconden later is te zien dat alle jongens, waaronder de verdachte, naar de uitgang rennen waardoor aangevers het winkelcentrum net hebben verlaten.
Op de door de getuige gefilmde beelden heeft de rechtbank waargenomen dat de verdachte zich eerst in de buurt van [slachtoffer 2] bevindt en daarna richting [slachtoffer 1] rent.
De verklaring van de verdachte
De verdachte heeft ter zitting gezwegen, ook bij het tonen van bovengenoemde beelden.
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak diefstal met geweld tegen [slachtoffer 1] (feit 1)
De rechtbank is op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen van oordeel dat vast is komen te staan dat tegen [slachtoffer 1] geweld is gepleegd en dat hij van zijn tas is beroofd, terwijl hij geslagen en geschopt werd. Het door de groep jongens gepleegde geweld tegen [slachtoffer 1] heeft de diefstal van zijn tas vergemakkelijkt. Uit de voorliggende bewijsmiddelen volgt echter niet wie van de verdachten het oogmerk had op het stelen van de tas, dan wel op het plegen van het geweld om de diefstal van de tas te vergemakkelijken. Onvoldoende duidelijk is immers welke jongen ‘pak zijn tas’ riep, wie van de jongens toen nog geweld tegen [slachtoffer 1] pleegden en door welke jongen of jongens de tas vervolgens is weggenomen.
Zowel aangever [slachtoffer 1] als [getuige 1] hebben verklaard dat ‘pak zijn tas’ werd geroepen, toen er al geweld tegen [slachtoffer 1] werd gebruikt. [getuige 1] noemt daarbij dat dit werd geroepen toen [medeverdachte 3] bij haar weg liep. Op de beelden is te zien dat op dat moment reeds een aantal jongens bij [slachtoffer 1] wegliep. Gelet hierop kan naar het oordeel van de rechtbank niet vastgesteld worden wie van de verdachten de diefstal met geweld heeft gepleegd en moet de verdachte van dit feit worden vrijgesproken.
Het openlijk geweld tegen [slachtoffer 2] (feit 2)
De verdachte is op de camerabeelden van het winkelcentrum te zien als de jongen die met de [medeverdachte 8] het winkelcentrum binnenkomt, een woordenwisseling heeft met de aangever [slachtoffer 2] en vervolgens bij het winkelcentrum blijft terwijl de andere medeverdachten een paar minuten later binnenkomen en in het winkelcentrum verzamelen. Nadat [slachtoffer 2] en zijn vrienden naar buiten gaan is te zien dat deze jongens, als groep, aangevers achterna rennen. Op de camerabeelden die zijn gefilmd door getuigen (en die slechts enkele momenten laten zien van hetgeen zich buiten heeft afgespeeld) is te zien dat de verdachte zich ook buiten in de buurt van [slachtoffer 2] bevindt.
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat de hele groep op hem af kwam rennen, dat hij een blikje Energy drink tegen zijn achterhoofd kreeg gegooid, dat hij door allemaal jongens is omsingeld en dat de jongens op hem insloegen, waarna hij kon wegrennen. Hij is toen nog geslagen door een jongen met een ketting. [getuige 1] heeft verklaard dat er vijf of zes jongens op [slachtoffer 2] afrenden en dat hij door al deze jongens werd geslagen op zijn gezicht en hoofd, totdat hij wegrende. Hij werd toen door verschillende jongens achterna gezeten, waaronder een jongen met een ketting die hem op zijn been raakte.
De rechtbank is van oordeel dat uit het bovenstaande volgt dat verdachte een aandeel heeft gehad in het tegen [slachtoffer 2] gepleegde openlijk geweld: hij was onderdeel van de groep die [slachtoffer 2] achterna rende en belaagde en gelet op de aangifte en de getuigenverklaring hebben al deze jongens [slachtoffer 2] geslagen. Op de beelden is bovendien te zien dat hij zich buiten vlak in de buurt van [slachtoffer 2] bevond.
Uit de uiterlijke verschijningsvorm van de hiervoor beschreven gedragingen kan verder worden afgeleid dat de verdachte en de medeverdachten -na de woordenwisseling met [slachtoffer 2] - verzamelen in het winkelcentrum, als groep achter [slachtoffer 2] aan gaan en als groep geweld tegen [slachtoffer 2] plegen, waarbij kan worden gesproken van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, waarbij ook verdachte een significante rol heeft gehad in het gepleegde geweld door te slaan.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 2 primair ten laste gelegde openlijke geweldpleging tegen [slachtoffer 2] . Wel zal de verdachte partieel worden vrijgesproken van de ten laste gelegde gekwalificeerde
gevolgenvan de openlijke geweldpleging, namelijk dat het door de verdachte gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, althans enig letsel ten gevolge heeft gehad. Nog daargelaten dat van zwaar lichamelijk letsel niet is gebleken, kan uit de bewijsvoering naar het oordeel van de rechtbank niet worden afgeleid dat de verdachte met zijn
eigenhandelen het letsel, te weten tinnitus (oorsuizen) heeft toegebracht.
3.3.2 09-171673-21 –
het steekincident op 5 juni 2021
Feiten 1 en 2
Algemene inleiding
Op 5 juni 2021 omstreeks 23:00 uur zijn verbalisanten na een melding over een steekpartij naar het [plek incident] te Zoetermeer gegaan. Ter plaatse aangekomen zagen zij ter hoogte van het basketbalveldje/skatebaan twee personen op de stoeprand zitten met ongeveer vijf personen eromheen. De verbalisant zag op de doorgaande weg een grote hoeveelheid bloeddruppels liggen. De twee personen op de stoeprand, die later bleken te zijn [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , zaten onder het bloed en hadden beiden verwondingen aan het lichaam, lijkend op steekverwondingen. De verbalisant hoorde [slachtoffer 3] verklaren dat zij gewoon aan het basketballen waren op het veldje en ineens door een groep werden aangevallen. Hij had niets gezien en wist ook niet met hoeveel mensen zij waren. [slachtoffer 4] verklaarde dat de aanval uit het niets kwam en dat hij verder niet kon vertellen wat er was gebeurd. Beide slachtoffers zijn meegenomen met de ambulance. [12]
Verklaringen van slachtoffers
Het slachtoffer [slachtoffer 3] is op 6 juni 2021 door de politie in het ziekenhuis gehoord, waarbij hij heeft verklaard dat hij zag dat iemand op hem af kwam lopen met een mes. Hij verklaarde ook dat hij geen aangifte wilde doen. [13] Op 22 november 2021 is [slachtoffer 3] als getuige gehoord; hij heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij zich niet meer kan herinneren wat hij heeft verklaard in het ziekenhuis, dat hij geen mes heeft gezien en dat hij dit in het ziekenhuis ook niet heeft verklaard. Hij weet niet meer met wie hij die avond was, behalve met [slachtoffer 4] . De namen van de verdachte en zijn medeverdachten zeggen hem niets. Ook [slachtoffer 4] is als getuige gehoord en heeft op 22 november 2021 bij de rechter-commissaris verklaard dat hij ‘gewoon’ geen aangifte wil doen en dat hij niet heeft gezien wie hem heeft gestoken. [14]
Verwondingen van slachtoffers
Verbalisant Elderkamp, die ter plaatste was vlak na het incident, heeft op 5 juni 2021 gezien dat [slachtoffer 3] een open wond had op zijn linker schouderblad, een wond aan zijn linker elleboog en aan zijn linker pols, een steekwond onder zijn linker tepel op zijn borst en een steekwond in de linkerzijde van zijn torso. De verbalisant zag dat [slachtoffer 4] een open wond had op zijn achterhoofd, lijkend op een steekwond. [15] [slachtoffer 4] heeft op
22 november 2021 bij de rechter-commissaris zelf ook verklaard dat hij een steekwond op zijn achterhoofd heeft opgelopen.
Getuigen
[getuige 3] heeft op 5 juni 2021 verklaard dat hij twee jongens onder het bloed zag zitten en hen tegen elkaar hoorde zeggen dat ze niks gingen vertellen en zouden zeggen dat er niets gebeurd was. Hij hoorde hen zeggen dat het ‘hun blok tegen ons blok’ was en iets met Syrië wat nu geen Syriërs meer waren. [16] Kort voor het incident had hij een groep van 20 à 30 man zien rennen. [17]
[getuige 4] heeft op 6 juni 2021 verklaard dat hij achter [plek incident] met ongeveer vijf vrienden aan het basketballen was en er opeens een groep jongens schreeuwend op hen af kwam rennen. Hij zag dat één van deze jongens een mes in zijn handen had met een lengte van ongeveer 15 centimeter. [18]
Snapchatgesprek 5 juni 2021
Op de inbeslaggenomen telefoon van één van de medeverdachten is een Snapchatgesprek aangetroffen met 27 deelnemers, gevoerd op verschillende tijdstippen in de avond van
5 juni 2020, de dag van het steekincident. Uit enkele van de berichten in deze chat heeft de politie opgemaakt dat werd gesproken over het steekincident in [plek incident] te Zoetermeer, zowel voorafgaand aan het incident als daarna. [19]
Uit het dossier leidt de rechtbank af dat onder meer de volgende teksten zijn verzonden:
1
[Gebruikersnaam 1]
Boys vandaag kaka
5-6-2021 16:14:10
2
[Gebruikersnaam 1]
Iedereen black gedrest
5-6-2021 16:14:24
3
[Gebruikersnaam 1]
Beetje spitten hier en daar
5-6-2021 16:14:34
68
[Gebruikersnaam 2]
Wille jullie nog pb pakke
5-6-2021 22:39:44
69
[Gebruikersnaam 2]
We gaan zo miss starten
5-6-2021 22:39:50
70
[Gebruikersnaam 2]
We nog wille pakke kom skate
5-6-2021 22:40:05
73
[Gebruikersnaam 1]
Waar
5-6-2021 22:41:04
74
[Gebruikersnaam 2]
Skate
5-6-2021 22:41:07
75
[Gebuikersnaam 3]
[naam]
5-6-2021 22:41:11
76
[Gebruikersnaam 2]
Zijn juillie down
5-6-2021 22:41:12
77
[Gebruikersnaam 1]
Wnr nu
5-6-2021 22:41:18
78
[Gebruikersnaam 2]
Skatebaan
5-6-2021 22:41:22
79
[Gebruikersnaam 2]
Nui gwn
5-6-2021 22:41:26
80
[Gebruikersnaam 2]
Nuu
5-6-2021 22:41:28
81
[Gebruikersnaam 1]
We mokken
5-6-2021 22:41:30
82
[Gebruikersnaam 2]
[naam]
5-6-2021 22:41:35
83
[Gebruikersnaam 2]
Neem
5-6-2021 22:41:36
84
[Gebruikersnaam 2]
Dingge
5-6-2021 22:41:41
85
[Gebruikersnaam 2]
Mee
5-6-2021 22:41:42
86
[Gebruikersnaam 4]
Welk boys van pb?
5-6-2021 22:41:53
87
[Gebruikersnaam 2]
We hbn nii genoeg
5-6-2021 22:41:54
88
[Gebruikersnaam 2]
Chefs
5-6-2021 22:41:59
90
[Gebruikersnaam 1]
We komen nu
5-6-2021 22:42:26
92
[Gebuikersnaam 3]
Die soma
5-6-2021 22:42:55
93
[Gebuikersnaam 3]
Enzo
5-6-2021 22:42:56
94
[Gebuikersnaam 3]
Je had beef met zo toch
5-6-2021 22:42:59
98
[Gebruikersnaam 2]
Gwn [naam] n die [naam]
5-6-2021 22:43:57
109
[Gebuikersnaam 3]
Bro Julie moeten back
5-6-2021 23:04:31
131
[Gebuikersnaam 3]
Wie is [slachtoffer 3]
5-6-2021 23:07:38
133
[Gebuikersnaam 3]
Die man is 5 ofs gedipt
5-6-2021 23:08:27
147
[Gebuikersnaam 3]
ze ging dashed
5-6-2021 23:10:17
148
[Gebuikersnaam 3]
Toen wij trokken
5-6-2021 23:10:26
186
[Gebuikersnaam 3]
[slachtoffer 3] is goed gepakt man
5-6-2021 23:16:34
197
[Gebuikersnaam 3]
Kkr mijn machete
5-6-2021 23:21:44
Uit enkele van de berichten in deze chat heeft de politie opgemaakt dat werd gesproken over het steekincident [plek incident] te Zoetermeer, zowel voorafgaand aan het incident als daarna. De politie heeft onder meer opgeschreven dat ‘spitten’ [20] duidt op rappen en uit het dossier volgt dat met ‘chefs’ [21] messen worden bedoeld.
Camerabeelden
Het dossier bevat meerdere camerabeelden, waaronder beelden van het [pleintje] gelegen aan de [straatnaam] en beelden van [straatnaam] in Zoetermeer. [22] Het [pleintje] bevindt zich - hemelsbreed - op een afstand van 1,5 meter kilometer van de plaats van het steekincident. Het [straatnaam] is een weg die onder meer verbinding vormt tussen de plaats van het steekincident (in de [wijk] ) en het [pleintje] aan de [straatnaam] (in de [wijk] ). Op de plaats van het steekincident, nabij een basketbalveldje/skatebaan aan [plek incident] – in het dossier ook aangeduid als de skatebaan aan [straatnaam] –, hangen geen camera’s.
Tussenconclusie
Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld wat de aanleiding van het steekincident is geweest, nu de slachtoffers daar zowel bij de politie als bij de rechter-commissaris niet over hebben willen verklaren. De rechtbank ziet wel aanwijzingen in het dossier dat sprake zou zijn van een ruzie tussen jongens uit verschillende wijken in Zoetermeer gelet op de hierboven genoemde verklaring van [getuige 3] en het Snapchatgesprek waarin wordt gesproken over het ‘ [groep] ’ (jongens uit de [wijk groep] ) en een ‘beef’ (ruzie). Uit het dossier volgt verder dat bij meerdere verdachten drillrapteksten en beelden van drillrap-clips zijn aangetroffen op hun telefoons, maar de inhoud daarvan geeft onvoldoende aanleiding voor de gevolgtrekking dat het steekincident te maken had met een drillrap-gerelateerde ruzie.
De rechtbank leidt tot zover uit de stukken af dat sprake is geweest van een heftige confrontatie bij [plek incident] te Zoetermeer, waarbij een groep jongens op de slachtoffers is afgerend, waaronder in ieder geval één jongen met een mes, en de twee slachtoffers zijn gestoken. [slachtoffer 3] heeft daarbij vijf steekwonden opgelopen aan zijn lichaam en [slachtoffer 4] één steekwond op zijn achterhoofd.
De rechtbank ziet zich in de eerste plaats voor de vraag gesteld hoe dit geweld moet worden gekwalificeerd.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 1
Voorbedachte raad?
Voor bewezenverklaring van de onder 1 impliciet primair ten laste gelegde poging tot moord zal vast moeten komen te staan dat een verdachte zich op enig moment heeft kunnen beraden op het te nemen of genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling. Hij moet de gelegenheid hebben gehad om na te denken over de betekenis en gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Het gaat daarbij om de weging en waardering van de omstandigheden van het concrete geval. Of voorbedachte raad bewezen kan worden, hangt dus sterk af van die gelegenheid en van de overige feitelijke omstandigheden van het geval waaronder de aard van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan alsmede de gedragingen van de verdachte voor en tijdens het begaan van het feit. De vaststelling dat de verdachte voldoende tijd had om zich te beraden op het te nemen of genomen besluit vormt weliswaar een belangrijke objectieve aanwijzing, maar hoeft de rechtbank er niet van te weerhouden aan contra-indicaties een zwaarder gewicht toe te kennen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat bij de verdachten sprake was van voorbedachte raad en stoelt die overtuiging hoofdzakelijk op het Snapchatgesprek van
5 juni 2021. De verdachten hebben volgens de officier van justitie voldoende tijd gehad om zich te beraden op hun voorgenomen besluit en zich rekenschap te geven van de gevolgen. Van een ogenblikkelijke gemoedsopwelling is geen sprake geweest. De officier van justitie gaat uit van een tijdlijn op 5 juni 2021 die aanvangt om 16:14 uur, wanneer de deelnemer “ [Gebruikersnaam 1] ” in het Snapchatgesprek zegt ‘Boys vandaag kaka, iedereen black gedrest, beetje spitten hier en daar’.
De rechtbank gaat in de eerste plaats uit van een andere lezing van de berichten in het Snapchatgesprek op 5 juni 2021. Zoals gerelateerd in eerdergenoemd proces-verbaal wordt met ‘spitten’ rappen bedoeld. Uit het voorstel van deelnemer “ [Gebruikersnaam 1] ” om een beetje te gaan spitten hier en daar kan daarom niet worden afgeleid dat er vanaf 16:14 uur (al) sprake is van het opzetten van een plan om iemand te gaan steken. Eerst vanaf 22:39 uur, wanneer deelnemer “ [Gebruikersnaam 2] ” in de Snapchatgroep zegt: ‘Wille jullie nog pb pakke’, ‘We gaan zo miss starten’, ‘We wille nog pakke kom skate’ en ‘We hbn nii genoeg chefs’, is sprake van een gesprek waarin de rechtbank een oproep ziet om mensen te verzamelen en messen mee te nemen. De rechtbank is evenwel van oordeel dat uit deze berichten niet volgt dat sprake is geweest van een vooropgezet plan maar eerder van een gemoedsopwelling, nu deze berichten slechts twintig minuten voordat de steekpartij plaatsvond zijn verstuurd. Verder kan uit de berichten weliswaar worden afgeleid dat er een voornemen was om ‘ [groep] ’ te gaan ‘pakken’, maar voor de conclusie dat daarmee concreet is bedoeld om een of meer anderen bewust van het leven te gaan beroven geven deze berichten onvoldoende grond, zelfs niet in het licht van de aansporing om messen mee te nemen. Van een moment van kalm beraad of rustig overleg zoals hierboven uiteengezet is de rechtbank uit deze berichten daarom niet gebleken. Uit de camerabeelden voorafgaand aan het incident kan, alleen al gelet op de plaats waar de beelden zijn gemaakt, evenmin worden afgeleid of de verdachten met elkaar hebben afgestemd wat er zou (moeten) gaan gebeuren. Andere omstandigheden in de aanloop naar of tijdens de steekpartij, waaruit kan worden afgeleid dat er bij één of meer verdachten sprake is geweest van een voornemen een ander van het leven te beroven en van kalm beraad of rustig overleg daartoe, heeft de rechtbank in het dossier niet aangetroffen. Dat betekent dat het geweld dat op 5 juni 2021 heeft plaatsgevonden niet kan worden gekwalificeerd als een poging tot moord.
Gelet hierop komt de rechtbank niet toe aan de vraag of de verdachte kan worden aangemerkt als medepleger van die poging tot moord of dat hij daaraan medeplichtig is geweest. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 primair ten laste gelegde medeplegen van een poging tot moord en van de onder 1 subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan een poging tot moord.
Poging tot doodslag?
Daarmee ligt de vraag voor of sprake is van poging tot doodslag zoals primair (impliciet subsidiair) ten laste gelegd. Het steken met een mes in bepaalde delen van het lichaam van een persoon kan in bepaalde gevallen dodelijk zijn. Om te kunnen spreken van potentieel dodelijk letsel is van doorslaggevend belang dat wordt vastgesteld dat vitale delen in het lichaam zijn of hadden kunnen worden geraakt. In deze zaak is vast komen te staan dat het slachtoffer [slachtoffer 3] in totaal vijf steekwonden heeft opgelopen, te weten bij zijn linker schouderblad, linker elleboog, linker pols, onder zijn linker tepel op zijn borst en in de linkerzijde van zijn bovenlichaam. Het slachtoffer [slachtoffer 4] heeft een steekwond opgelopen op zijn achterhoofd. De rechtbank stelt vast dat een medische verklaring over de aard en ernst van de verwondingen van beide slachtoffers ontbreekt. Nu niet is komen vast te staan dat met de messteken een of meer vitale delen van het lichaam zijn geraakt of konden worden geraakt en onduidelijk is gebleven wat de aard en ernst van het letsel was, of er een noodzaak tot medisch ingrijpen is geweest en in hoeverre er uitzicht is op (volledig) herstel, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de door de slachtoffers opgelopen steekwonden potentieel dodelijk zijn geweest. Reeds daarom zal de verdachte, nog daargelaten dat uit de bewijsmiddelen evenmin kan worden afgeleid dat hij willens en wetens de aanmerkelijke kans op het intreden van de dood van de slachtoffers heeft aanvaard, ook worden vrijgesproken van de hem primair (impliciet subsidiair) ten laste gelegde poging tot doodslag.
Daar komt bij dat het voor de rechtbank op basis van het dossier op één verdachte na onduidelijk is gebleven door wie en onder welke omstandigheden er voorts is gestoken. Dat de rechtbank onvoldoende wetenschap heeft over de steekletsels en de omstandigheden waaronder deze zijn toegebracht is enerzijds gelegen in het uitblijven van een aangifte door de slachtoffers en anderzijds in het zwijgen dan wel zeer beperkt verklaren door alle betrokkenen waaronder de verdachten. Bij die stand van zaken concludeert de rechtbank dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van (het medeplegen van- dan wel de medeplichtigheid aan) een poging tot doodslag.
Zware mishandeling?
Vervolgens ligt de vraag voor of sprake is geweest van zware mishandeling.
Hiervoor is vastgesteld dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de slachtoffers steekwonden hebben opgelopen. Vooropgesteld wordt dat de rechtbank dit ziet als ernstig letsel. Bij de beantwoording van de vraag of toegebracht letsel als zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) moet worden aangemerkt dient echter de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en/of het uitzicht op (volledig) herstel in aanmerking te worden genomen. De rechtbank heeft hiervoor reeds geconstateerd dat het dossier geen objectieve bewijsmiddelen bevat op grond waarvan de aard en ernst van de steekverwondingen, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel kan worden vastgesteld. De waarnemingen van de verbalisanten die het eerste ter plaatse waren en de beknopte verklaringen van de slachtoffers zelf zijn ontoereikend om het letsel van de beide slachtoffers aan te kunnen merken als zwaar lichamelijk letsel.
De verdachte zal daarom ook van dit deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken. Daarmee komt de rechtbank evenmin toe aan de vraag of de verdachte kan worden aangemerkt als medepleger van zware mishandeling of dat hij daaraan medeplichtig is geweest. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 meer subsidiair en nog meer subsidiair ten laste gelegde.
Voorbereidingshandelingen?
De rechtbank stelt voorop dat bij de beantwoording van de vraag of het onder 1 nog meer subsidiair tenlastegelegde feit is bewezen, moet komen vast te staan dat de in de tenlastelegging omschreven middelen bestemd waren tot het begaan van een misdrijf, zoals in de tenlastelegging omschreven en waarop een gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld. Daartoe dient te worden beoordeeld of de middelen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig konden zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruikt daarvan voor ogen had.
Van voorbereidingshandelingen is sprake wanneer de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen (samenvattend: middelen) bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of voorhanden heeft.
De rechtbank constateert dat de officier van justitie in dit verband onder de eerste twee gedachtestreepjes handelingen ten laste heeft gelegd, te weten – kort gezegd – het per telefoon en sociale media afspreken en oproepen om anderen te grazen te nemen en het verzamelen van een groep mensen om met dat doel samen naar het basketbalveldje aan [straatnaam] te gaan. De rechtbank is van oordeel dat deze handelingen niet gekwalificeerd kunnen worden als middelen, bestemd tot het begaan van een misdrijf.
De rechtbank dient voorts de vraag te beantwoorden of de verdachte opzettelijk een mes voorhanden heeft gehad, zoals ten laste is gelegd onder het derde gedachtestreepje, bestemd ter voorbereiding van misdrijven als in de tenlastelegging omschreven, te weten poging tot moord, poging tot doodslag, zware mishandeling en openlijke geweldpleging met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting niet kan worden vastgesteld dat de verdachte voorafgaand aan het steekincident een mes voorhanden heeft gehad én daarbij een van de misdrijven zoals voornoemd voor ogen had.
De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 nog meer subsidiair en meest subsidiair tenlastegelegde.
Eindconclusie
Het voorgaande, in samenhang bezien, leidt tot de conclusie dat de rechtbank de verdachte integraal zal vrijspreken van het onder 1 ten laste gelegde.
Het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 2
De rechtbank stelt op basis van de bovengenoemde bewijsmiddelen vast dat [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] op 5 juni 2021 te Zoetermeer op de openbare weg zijn aangevallen door een groep jongens waarbij zij zijn gestoken met een mes. Naar het oordeel van de rechtbank staat ook vast dat de slachtoffers zijn geschopt en geslagen. [23] De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat er openlijk en in vereniging geweld tegen de slachtoffers is gepleegd.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of ook de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit geweld.
Juridisch kader
Met betrekking tot de ten laste gelegde openlijke geweldpleging stelt de rechtbank voorop dat blijkens de wetsgeschiedenis, zoals aangehaald in het arrest van de Hoge Raad van
11 november 2003, ECLI:NL:HR:AL6209, van het ‘in vereniging’ plegen van geweld in de zin van deze strafbaarstelling sprake is indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is dus niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die ‘in vereniging’ geweld pleegt.
De rechtbank zal aan de hand van voornoemde bewijsmiddelen beoordelen of sprake is van een voldoende significante en wezenlijke bijdrage van de verdachte.
Verklaring van de verdachte
De verdachte heeft zich bij de politie, de rechter-commissaris en ter zitting beroepen op zijn zwijgrecht.
Camerabeelden
Door verbalisant Bavelaar zijn de camerabeelden van het [pleintje] gelegen aan de [straatnaam] uitgekeken. Om 23:33 uur is te zien dat verdachte en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] aan komen lopen vanuit de [straatnaam] . Er staat een groep bij de ingang van de [school] aan de zijde van [straatnaam] . Te zien is dat de verdachte en de [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] bij het hek van [school] staan. De verbalisant beschrijft dat om 23:24 uur te zien is dat [medeverdachte 3] een stekende beweging maakt, waarschijnlijk tijdens het vertellen van zijn verhaal aan de groep. Opvallend was dat de verdachten veel om zich heen keken en veel op hun telefoon zaten te bellen of te berichten. Om 23:36 uur is te zien dat de [verdachte] een stekende beweging maakt in de groep, lijkend alsof hij zijn gesproken woorden visueel wilde maken. [24] Ter zitting zijn de bevindingen van deze camerabeelden met de verdachte besproken, ook ten aanzien van de constatering van de politie dat de verdachte een steekbeweging heeft gemaakt. Op vragen hierover heeft de verdachte niet willen antwoorden. De verdediging heeft aangevoerd dat de rechtbank niet zou mogen afgaan op de conclusie van de politie dat de door de verdachte gemaakte beweging een steekbeweging is. De rechtbank merkt op dat de verdachte niet heeft ontkend dat de door de politie omschreven beweging een steekbeweging was en overweegt daarbij dat de vragen die hem hieromtrent zijn gesteld dusdanig ‘schreeuwen om een verklaring’ dat het zwijgen van de verdachte hierover tot gevolg heeft dat de rechtbank uitgaat van de door de politie aan het gebaar toegekende betekenis.
De rechtbank zal de conclusie van de politie dat zij op de beelden hebben gezien dat de verdachte een stekende beweging maakt, dan ook voor het bewijs bezigen.
Snapchatgesprek 5 juni 2021
De rechtbank stelt vast dat de verdachte geen deelnemer is aan het Snapchatgesprek van
5 juni 2021, maar dat zijn naam door medeverdachten wel wordt genoemd. [25]
De rechtbank haalt enkele teksten aan.
184
[Gebruikersnaam 5]
Eentje was geclamt in die goal
5-6-2021 23:16:24
185
[Gebruikersnaam 5]
[naam] volgens mij
5-6-2021 23:16:27
186
[Gebuikersnaam 3]
[slachtoffer 3] is goed gepakt man
5-6-2021 23:16:34
197
[Gebuikersnaam 3]
Kkr mijn machete
5-6-2021 23:21:44
198
[Gebruikersnaam 1]
Waar zijn ze heen
5-6-2021 23:21:52
199
[Gebruikersnaam 6]
Busje nu ook
5-6-2021 23:22:15
200
[Gebruikersnaam 5]
Ik liep nog langs 3
5-6-2021 23:22:15
201
[Gebruikersnaam 6]
Ben bijna o
5-6-2021 23:22:24
202
[Gebruikersnaam 5]
Vn pb
5-6-2021 23:22:24
203
[Gebruikersnaam 5]
[Gebruikersnaam 2] trok nog bijna op mij hij dacht ik was een van hun
5-6-2021 23:23:13
204
[Gebruikersnaam 5]
5-6-2021 23:23:18
205
[Gebuikersnaam 3]
5-6-2021 23:23:18
206
[Gebruikersnaam 5]
Jaa broer
5-6-2021 23:23:22
207
[Gebuikersnaam 3]
Wollah die [slachtoffer 3] ofs
5-6-2021 23:23:25
208
[Gebuikersnaam 3]
Kkr zielig
5-6-2021 23:23:28
225
[Gebuikersnaam 3]
Heb je hem geraakt
5-6-2021 23:27:31
226
[Gebuikersnaam 3]
Kkr soldaat
5-6-2021 23:27:33
227
[Gebuikersnaam 3]
5-6-2021 23:27:36
230
[Gebruikersnaam 5]
Ik was heletijd met Turk
5-6-2021 23:28:08
231
[Gebruikersnaam 7]
Ai ai
5-6-2021 23:28:10
234
[Gebuikersnaam 3]
Hij zegt can ik ken jou help me
5-6-2021 23:28:24
235
[Gebuikersnaam 3]
5-6-2021 23:28:26
236
[Gebuikersnaam 3]
Can*
5-6-2021 23:28:35
238
[Gebruikersnaam 7]
Ahhah
5-6-2021 23:28:42
239
[Gebuikersnaam 3]
Wrm doe je die
5-6-2021 23:28:46
240
[Gebuikersnaam 3]
5-6-2021 23:28:47
De rechtbank stelt vast dat op 5 juni vanaf 23:16:24 uur, dus vlak na het steekincident “ [Gebuikersnaam 3] ”, welk account door de politie is toegeschreven aan de medeverdachte [medeverdachte 9] , met een aantal medeverdachten op Snapchat spreekt over het steekincident. “ [Gebruikersnaam 5] ” (een account dat volgens de politie van [medeverdachte 10] is) zegt onder andere dat [medeverdachte 11] volgens hem in het goal was ‘geclamt’ en door [medeverdachte 9] wordt gezegd dat [naam] goed was gepakt. De rechtbank constateert dat dit de namen van de slachtoffers ( [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] ) zijn.
Om 23:27:31 uur zegt [medeverdachte 9] op enig moment ‘heb je hem geraakt, kkr soldaat’ met daarbij smileys. “ [Gebruikersnaam 5] ” antwoordt met ‘ik was de hele tijd met Turk’ gevolgd door een smiley. Ene [naam] (door de politie niet nader geïdentificeerd) zegt daarop: ‘Ai ai’. [medeverdachte 9] zegt dan: ‘hij zegt [naam] ik ken jou, help me, [naam] waarom doe je die’ wederom gevolgd door smileys.
Tapgesprekken
Vanaf 15 juni 2021 is de telecommunicatie van de telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] opgenomen en afgeluisterd. In gesprekken van 21 juni 2021 en 22 juni 2021 spreken [Gebruikersnaam 8] - waarvan uit de bewijsmiddelen volgt dat dit nummer wordt gebruikt door medeverdachte [medeverdachte 1] - en [Gebruikersnaam 9] - waarvan uit de bewijsmiddelen volgt dat dit nummer wordt gebruikt door medeverdachte [medeverdachte 2] - met elkaar. [26] De rechtbank haalt enkele passages aan: [27]
[Gebruikersnaam 9]
ik vind het onzin hoezo hebben ze Turk niet dan??Is kanker nep, hoezo
hebben ze Turk
[Gebruikersnaam 8]
hmmm?
[Gebruikersnaam 9]
hoezo hebben ze turk niet dan.
[Gebruikersnaam 8]
weet ik niet
[Gebruikersnaam 9]
hij deed face , hij was aan het rennen hij was al aan het bellen, met die boys gesplasht blah blah
[Gebruikersnaam 8]
ja dat klopt
[Gebruikersnaam 9]
het enigste wat die van Turk weet is turk gewoon toch, je weet toch, Turk de
naam
[Gebruikersnaam 8]
nog een keer?
[naam] en [naam]
[Gebruikersnaam 9]
het enigste wat hij van Turk weet is alleeTurk de naam, snap je? Hij weet gewoon de naam van [naam] en [naam]
[Gebruikersnaam 9]
maar ik zie ook gewoon Boys die zijn geklemt die ook echt wat hebben
gedaan zijn gewoon allemaal vrij he??
[Gebruikersnaam 8]
he??
[Gebruikersnaam 9]
boys die zijn geklemt en ook echt wat hebben gedaan zijn gewoon vrij he?
[Gebruikersnaam 8]
ja [naam] , [naam]
[Gebruikersnaam 10]
maar hij zegt hij snapt hun hun zeggen zij zijn het niet. dat zij het niet
hebben gedaan.
[Gebruikersnaam 9]
wat hebben gedaan?
[Gebruikersnaam 10]
die deur, die deur.
[Gebruikersnaam 9]
[slachtoffer 3] ?
[Gebruikersnaam 10]
Die Boys, [naam] zegt dat
[Gebruikersnaam 9]
Dat is allang gedingest….. [slachtoffer 3] heeft dat gedaan die deur. [naam] had toch die jongen toch gestoken.
[Gebruikersnaam 10]
Ja
[Gebruikersnaam 9]
Die jongen die [naam] had gestoken. Hij of Brother (NTV) heft dat gedaan.
[Gebruikersnaam 11]
Ze pakken [naam] , ze pakken [naam] . Twee dagen later is hij vrij.
[Gebruikersnaam 10]
Hij zit twee dagen en ik zat daar vijf dagen ik had niets gedaan. Hij wel
[Gebruikersnaam 11]
Deze man, ik weet niet man. Ik denk hij heeft gewoon iets gelult gewoon
[Gebruikersnaam 10]
Of zijn advocaat is (ntv)
[Gebruikersnaam 11]
Ik denk hij heeft gewoon iets gelult en het viel net op zijn plek en daarom hebben ze gezegd hij heeft gelijk
Uit het Snapchatgesprek van 5 juni en bovenstaand getapt telefoongesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] leidt de rechtbank allereerst af dat de verdachte (die deels van Turkse afkomst is) ook ‘Turk’ wordt genoemd.
[medeverdachte 10] zegt immers in het Snapchatgesprek dat hij met ‘Turk’ was en [medeverdachte 9] antwoordt daarop dat hij hoorde dat het slachtoffer riep ‘ [naam] , je kent me, waarom doe je die [naam] ’ en in het telefoon gesprek tussen [Gebruikersnaam 11] en [Gebruikersnaam 10] zegt [Gebruikersnaam 11] : hoezo hebben ze Turk niet en ‘het enigste wat die van Turk weet is de naam’ waarna [Gebruikersnaam 11] zegt ‘ [naam] en [naam] ’. [medeverdachte 12] is niet van Turkse afkomst.
Uit het Snapchatgesprek van 5 juni leidt de rechtbank verder af dat aan verdachte een rol wordt toegeschreven die te maken heeft met het steekincident en de slachtoffers. [medeverdachte 9] zegt immers dat hij hoorde: ‘ [naam] waarom doe je die’ en ‘je kent me, [naam] ’ en dat [medeverdachte 10] op de vraag ‘heb je hem geraakt, kkr soldaat’ zegt ‘ik was met Turk’ en smileys stuurt.
De rechtbank constateert dat medeverdachte [medeverdachte 9] verklaart over iets wat hij heeft gehoord (en dus niet iets wat hij van iemand heeft gehoord) en dat ook [medeverdachte 10] verklaart over met wie hij zelf aanwezig was.
Voorts wordt ook in de getapte telefoongesprekken tussen medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gesproken over een rol van [naam] bij het steekincident, waarbij hij wordt genoemd als boy die vrij is terwijl hij wat zou hebben gedaan. Door [medeverdachte 1] wordt voorts gezegd ‘die deur, die deur, [naam] heeft dat gedaan. [naam] had die jongen toch gestoken, die jongen die [naam] had gestoken, hij of brother heeft dat gedaan.’
In zijn verhoor bij de politie verklaart medeverdachte [medeverdachte 1] dat hij van de verdachte had gehoord dat diens voordeur in brand was gestoken. [28] Uit het dossier volgt verder dat de voordeur van de verdachte op 22 juni 2021 in brand is gestoken. [29] Gelet hierop acht de rechtbank de gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] betrouwbaar en deze gesprekken zullen dan ook voor het bewijs worden gebezigd.
Snapchatgesprek 8 juni 2021
In de in beslag genomen telefoons van de verdachte en [medeverdachte 7] werd na onderzoek een gesprek van 8 juni 2021 aangetroffen met 11 deelnemers op Snapchat. [30]
De rechtbank stelt vast dat de verdachte onder de accountnaam “ [Gebruikersnaam 12] ”deelneemt aan het Snapchatgesprek van 8 juni 2021. [31] De rechtbank haalt enkele teksten aan. [32]
[Gebruikersnaam 13]
Hij moet vandaag vrij komen
8-6-2021 07:18:06
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Of ze hebben bewijs g
8-6-2021 07:18:23
[Gebruikersnaam 13] [naam]
Jaa
8-6-2021 07:18:28
[Gebruikersnaam 12] [naam]
“Ik heb gevoel ze hebben bewijs man
8-6-2021 07:18:29
[Gebruikersnaam 14] [naam]
!broer ze weten niet hoe ze praten
8-6-2021 08:12:08
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Van je naam moet je zwijgen
8-6-2021 08:12:25
[Gebruikersnaam 14] [naam]
$Wat jij zegt word tegen jou gebruikt
8-6-2021 08:12:25
[Gebruikersnaam 14] [naam]
0Als je zegt ik was skate ik ging om 10 naar huis
8-6-2021 08:12:49
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Dan gaan ze 100x vragen stelen
8-6-2021 08:12:57
[Gebruikersnaam 15]
Ja g
8-6-2021 08:13:06
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Of vanaf begin zwijgen
8-6-2021 08:13:11
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Anders de lul
8-6-2021 08:13:15
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Ben je jongen
8-6-2021 08:13:17
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Zwijgrecht
8-6-2021 08:13:19
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Zelf je naam moet je zwijgen
8-6-2021 08:13:20
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Ja g
8-6-2021 08:13:23
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Hoe oud ben je zwijgen
8-6-2021 08:13:31
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Jou naam zwijgrecht
8-6-2021 08:13:38
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Alles anders ben je de lul
8-6-2021 08:13:43
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Ze kunnen hoofd gekk man
8-6-2021 08:13:55
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Alles zwijgrecht
8-6-2021 08:14:01
[Gebruikersnaam 12] [naam]
!Geef pincode van je tellie alleen
8-6-2021 08:14:06
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Vw alles
8-6-2021 08:14:08
[Gebruikersnaam 14] [naam]
[naam] heeft sws gezegd ik was daar aan het voetballen sws
8-6-2021 08:14:12
[Gebruikersnaam 12] [naam]
”Coppa wacht op wat hun gaan zeggen
8-6-2021 08:15:59
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Daarna ze gaan ons weer zoeken g
8-6-2021 08:16:08
[Gebruikersnaam 14] [naam]
7Bro zeg je eerlijk idk of ze gaan zwijgen kunnen houden
8-6-2021 08:17:35
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Ze gaan hun gek man
8-6-2021 08:17:42
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Met
8-6-2021 08:17:44
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Max 2jaar krijg jullie enzo
8-6-2021 08:17:52
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Jaman maar we hebben allemaal
8-6-2021 08:18:35
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Geen strafblad
8-6-2021 08:18:37
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Nog steeds
8-6-2021 08:18:51
[Gebruikersnaam 12] [naam]
HIk denk 3 maanden met voorwaardens als je iets doet dan je gaat 2 zitten
8-6-2021 08:18:54
[Gebruikersnaam 12] [naam]
Jaar
8-6-2021 08:18:59
[Gebruikersnaam 12]
5Die beef met pala ik weet niet man of hun gaan rijden
8-6-2021 20:47:58
[Gebruikersnaam 14] [naam]
Mensen weten nu van jullie
8-6-2021 20:47:58
[Gebruikersnaam 14] [naam]
1 voor 1
8-6-2021 20:48:03
[Gebruikersnaam 12]
Ja
8-6-2021 20:48:04
[Gebruikersnaam 12]
Ob weet
8-6-2021 20:48:06
[Gebruikersnaam 16]
Jwl oost als je zien goed
8-6-2021 20:48:07
[Gebruikersnaam 12]
Btw weet
8-6-2021 20:48:08
[Gebruikersnaam 16]
Gaan
8-6-2021 20:48:08
[Gebruikersnaam 16]
Et als lange
8-6-2021 20:48:12
[Gebruikersnaam 16]
Wllh
8-6-2021 20:48:13
[Gebruikersnaam 12]
4Broer iedereen heeft die torrie gezien op nieuws bro
8-6-2021 20:48:31
[Gebruikersnaam 16]
@Broer klaar heel zm weten wij zijn nii op chat je naam is bekend
8-6-2021 20:48:35
[Gebruikersnaam 12]
Iedereen praat erover
8-6-2021 20:48:35
[Gebruikersnaam 12]
We maken skate kk heet g
8-6-2021 20:51:31
[Gebruikersnaam 16]
Jaa
8-6-2021 20:51:35
De rechtbank stelt vast dat de verdachte actief deelneemt aan dit Snapchatgesprek en dat wordt gesproken over het steekincident: ‘iedereen heeft die torrie gezien op nieuws’ en ‘we maken skate kk heet’. Hiervoor is reeds besproken dat uit het dossier blijkt dat het steekincident heeft plaatsgevonden nabij een basketbalveldje/skatebaan.
Uit de aangehaalde passages leidt de rechtbank verder af dat de verdachte uitgebreid spreekt over het gebruik maken van het zwijgrecht, denkt dat de politie bewijs heeft, bang is dat de medeverdachten zullen verklaren en dat hij denkt dat de politie hem dan weer gaat zoeken. Ook zegt hij dat hij nog geen strafblad heeft, hij spreekt over een voorwaardelijke straf en zegt ‘als je dan iets doet, je 2 jaar moet zitten’, waaruit de rechtbank afleidt dat dat de verdachte er serieus rekening mee houdt dat hij een straf opgelegd zal krijgen.
Aangetroffen DNA op foedraal
Op 6 juni 2021 werd na forensisch politieonderzoek op de plaats delict om 00.45 uur onder meer een foedraal van een mes aangetroffen. [33] Van het foedraal zijn sporen afgenomen aan de buitenzijde ( [nummer] ) en aan de binnenzijde ( [nummer] ). Het spoor aan de buitenzijde van het foedraal heeft een match opgeleverd met de verdachte. [34]
De raadsvrouw van de verdachte heeft naar voren gebracht dat het onderzoek niet voor het bewijs kan worden gebezigd nu zij het rapport pas een week voor de zitting heeft ontvangen en aan cliënt daardoor het recht op tegenonderzoek is onthouden.
De eis van een eerlijke procesvoering kan meebrengen dat een verzoek om tegenonderzoek moet worden ingewilligd. Dit is afhankelijk van onder andere a) de gronden waarop het verzoek steunt, b) het belang van het tegenonderzoek in het licht van de aanwezigheid van ander bewijsmateriaal of de overtuigende kracht van het bestreden onderzoeksresultaat, c) het tijdstip van het verzoek, waarop een tegenonderzoek nog mogelijk is, en d) het feit dat het verzoek redelijkerwijs niet eerder kon worden gedaan.
De rechtbank heeft geconstateerd dat het rapport dateert van 24 november en dat zij dit rapport op 26 januari 2022 heeft ontvangen. De officier van justitie heeft ter zitting naar voren gebracht dat het rapport op 24 januari in het systeem is gezet, dat hij via email regelmatig met de raadsvrouw heeft gecorrespondeerd, maar dat op geen enkel moment om tegenonderzoek is verzocht.
De rechtbank kan niet vaststellen op welk moment de raadsvrouw het rapport heeft ontvangen en dus ook niet of zij op een eerder moment om een tegenonderzoek had kunnen verzoeken.
Nu de raadsvrouw echter ter zitting voorwaardelijk heeft verzocht om een tegenonderzoek en de rechtbank dit verzoek alsnog beoordeelt, is de verdachte naar het oordeel van de rechtbank daardoor niet in zijn belangen geschaad
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat zij verzoekt om een tegenonderzoek omdat niet uit het rapport volgt of één of meerdere profielen aan de buitenzijde van het rapport zijn aangetroffen, terwijl de bewijswaarde van het DNA van verdachte op het foedraal aan waarde inboet als daarop ook DNA van anderen is aangetroffen.
De rechtbank heeft geconstateerd dat in het rapport staat vermeld dat uit een bemonstering of referentiemonster DNA wordt geïsoleerd en van het verkregen DNA-extract de DNA-concentratie wordt bepaald. Indien de gemeten DNA-concentratie lager is dan 0,001 ng/pl wordt het DNA-onderzoek gestopt en wordt er geen DNA-profiel opgemaakt. Bij een gemeten DNA-concentratie van 0,001 ng/pl of hoger, wordt er wél een DNA-profiel opgemaakt. [35] .
De rechtbank stelt op grond van het bovenstaande dan ook vast dat naast het DNA-profiel van de verdachte geen andere profielen aan de buitenzijde van het foedraal zijn aangetroffen, althans geen profielen met een DNA-concentratie van 0,001 ng/pl of hoger.
Dat betekent dat het verzoek om tegenonderzoek feitelijke grondslag mist.
De rechtbank zal het verzoek daarom afwijzen en het rapport bezigen voor het bewijs.
Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat zelfs áls DNA van andere personen op de buitenzijde van het foedraal zou zijn aangetroffen, dit niet afdoet aan het gegeven dat tevens DNA van de verdachte op het foedraal is aangetroffen en voorts dat in het licht van de overige bewijsmiddelen, het NFI rapport door de rechtbank niet wordt gebezigd als centraal bewijsmiddel waarop de bewijsconstructie steunt, maar als aanvullend stuk ter overtuiging.
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en in samenhang bezien, vast komen te staan dat de verdachte bij het steekincident aanwezig was en een significant aandeel heeft gehad in het gepleegde geweld. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
In het Snapchatgesprek van 5 juni 2021 vraagt [medeverdachte 9] aan [medeverdachte 10] ‘heb je hem geraakt’, waarop [medeverdachte 10] antwoordt: ‘nee ik was de hele tijd met Turk’ en smileys stuurt. [medeverdachte 9] zegt vervolgens dat hij hoorde dat het slachtoffer zei ‘ [naam] je kent me’ en ‘ [naam] waarom doe je die’. In datzelfde gesprek zegt [medeverdachte 10] ook dat hij heeft gezien dat [medeverdachte 11] in de goal was ‘geclamt’. Het andere slachtoffer van het steekincident was [slachtoffer 4] . De rechtbank leidt uit dit gesprek af dat de verdachte bij het steekincident aanwezig was en iets bij een van de slachtoffers heeft gedaan.
De rechtbank leidt voorts uit het getapte telefoongesprek tussen medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] af dat de verdachte ‘echt wat heeft gedaan’ en [slachtoffer 3] heeft gestoken. Deze gevolgtrekking wordt versterkt door het feit dat [medeverdachte 1] bij de politie heeft verklaard van de verdachte te hebben gehoord dat zijn voordeur in brand was gestoken. Het behoeft geen nader betoog, dat het steken van een van de slachtoffers een significante rol is in het gepleegde geweld.
Daar komt bij dat op de camerabeelden van het [pleintje] aan de [straatnaam] door de politie ook is gezien dat de verdachte kort na het steekincident in een groepje aan het praten is en daarbij een steekbeweging maakt.
Uit het Snapchatgesprek van 8 juni 2021 volgt verder nog dat ook de verdachte zelf zegt dat ze de skatebaan ‘kk heet’ hebben gemaakt, vreesde te worden opgepakt, straf te krijgen en al bij voorbaat aangaf op alle vragen te zullen zwijgen, hetgeen hij ook heeft gedaan.
Ten slotte is kort na het steekincident een foedraal van een mes aangetroffen op de plaats delict, waarop het DNA van de verdachte is aangetroffen.
Dit alles leidt tot het oordeel van de rechtbank dat de verdachte bij de openlijke geweldpleging aanwezig was en [slachtoffer 3] heeft gestoken.
De rechtbank acht de onder 2 primair ten laste gelegde openlijke geweldpleging op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van de onder 2 ten laste gelegde gekwalificeerde
gevolgenvan de openlijke geweldpleging, namelijk dat het door de verdachte gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, althans enig letsel ten gevolge heeft gehad, overweegt de rechtbank het volgende.
Nu de rechtbank de verdachte aanmerkt als één van de jongens die de slachtoffers heeft gestoken en daarmee zelf deels het bewezenverklaarde letsel heeft toegebracht, is de verdachte ook strafrechtelijk verantwoordelijk voor dit veroorzaakte letsel.
Zoals hiervoor onder feit 1 is geoordeeld is van zwaar lichamelijk letsel onvoldoende gebleken. De rechtbank verklaart bewezen dat de verdachte met zijn eigen handelen de steekwonden en/of enig ander letsel heeft toegebracht.

4.De bewezenverklaring

De rechtbank verklaart, op grond van het bovenstaande, wettig en overtuigend bewezen dat
09-152012-21: feit 2 primair
hij op 29 mei 2021 te Zoetermeer met anderen, op de openbare weg, te weten aan het [lokatie] nabij [winkelcentrum] , openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 2] , welk geweld bestond uit
- het gooien van een blikje drinken tegen het hoofd van voornoemde [slachtoffer 2] en
- meerdere malen slaan op/tegen het hoofd en het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2] en
- het malen slaan met een ketting op het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2] .
09-171673-21: feit 2 primair
hij op 5 juni 2021 te Zoetermeer, openlijk, te weten op of aan de openbare weg, aan
[lokatie], te weten op of nabij het basketbalveldje/pleintje aldaar, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , welk geweld bestond uit:
- met een mes te steken van deze [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en het slaan en schoppen van deze [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ,
terwijl dit door hem gepleegde geweld lichamelijk letsel, te weten een of meer steekwonden en/of enig ander letsel voor [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] ten gevolge heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De bewezenverklaarde feiten leveren de volgende strafbare feiten op:
09-152012-21: feit 2 primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
09-171673-21: feit 2 primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, terwijl het door de schuldige gepleegde geweld enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, nu er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De straf

7.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat de verdachte wordt veroordeeld tot een jeugddetentie van 16 maanden, met aftrek van de dagen die hij in voorlopige hechtenis heeft gezeten, waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Als bijzondere voorwaarden dienen te worden opgelegd dat de verdachte zich houdt aan een meldplicht, dat hij het coachingstraject voortzet, naar school gaat en zorgt voor een zinvolle dagbesteding en dat hij meewerkt aan behandeling en begeleiding indien de jeugdreclassering dat nodig vindt. De officier van justitie heeft verder geëist dat deze bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De advocaat heeft verzocht -indien tot een bewezenverklaring zou worden gekomen- een onvoorwaardelijke jeugddetentie op te leggen die het voorarrest niet overstijgt, gecombineerd met een voorwaardelijke straf met de geadviseerde voorwaarden. De verdachte is bereid en gemotiveerd om zich aan deze voorwaarden te houden en heeft dit tot op heden ook laten zien. De verdachte is ook bereid om een eventuele onvoorwaardelijke werkstraf uit te voeren.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder zij zijn gepleegd en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
7.3.1
De ernst van de feiten
De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders op 29 mei 2021 schuldig gemaakt aan de openlijke geweldpleging tegen [slachtoffer 2] . De verdachte en zijn mededaders hebben zich verzameld nadat met twee van hen een woordenwisseling had plaatsgevonden, hebben gewacht totdat het slachtoffer uit [supermarkt] kwam en zijn hem achterna gerend Zij hebben eerst een blikje tegen het hoofd van het slachtoffer gegooid en daarna hebben zij hem omsingeld en geslagen. Ook is het slachtoffer is nog met een ketting geslagen. De groep was veruit in de meerderheid en heeft bewust samengewerkt om het slachtoffer aan te vallen; de rechtbank vindt dit laf en intimiderend handelen.
Ook heeft de verdachte zich samen met zijn mededaders op 5 juni 2021 schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging. De slachtoffers zijn geslagen, geschopt en gestoken. De verdachte heeft door zijn handelen een forse inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Ook moet dit voor de slachtoffers een zeer angstige ervaring zijn geweest. Feiten als deze dragen bij aan de in de maatschappij heersende gevoelens van angst en onveiligheid.
7.3.2
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Justitiële documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 1 februari 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
Rapportages en verklaringen van deskundigen ter zitting
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op de navolgende recente rapportages ten aanzien
van de persoon van de verdachte.
Orthopedagoog/gezondheidszorgpsycholoog [deskundige] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 24 oktober 2021. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
De verdachte lijdt niet aan een psychische stoornis of een verstandelijke beperking. Wel is er bij bewezenverklaring een ‘beginnende scheefgroei’ in zijn ontwikkeling te zien of is er – in het meest gunstige geval – sprake van een ‘eenmalig antisociaal gedrag’, waarvoor interventie is geïndiceerd. Vanwege het ontbreken van een psychische stoornis ofwel verstandelijke handicap kan hij geheel verantwoordelijk worden gehouden voor het ten laste gelegde, mocht zijn schuld worden aangetoond. De omgang met delinquente jongeren en het ontbreken van een prosociaal netwerk als tegenwicht lijken belangrijke risicofactoren met het oog op recidive, naast zijn gestagneerde schoolcarrière. Het recidiverisico wordt ingeschat als matig. De psycholoog adviseert dat interventie geïndiceerd is om het recidivegevaar terug te dringen en voor een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte. Hierbij wordt gedacht aan ondersteuning en begeleiding door een coach en een traject ‘Perspectief Herstelbemiddeling’. Inbedding van dit hulpaanbod als voorwaarden
van een - eventueel deels - voorwaardelijke (detentiestraf) zou een passende afdoening zijn.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 17 februari 2022. Dit rapport houdt het volgende in.
Uit het onderzoek van het NIFP zijn geen diagnoses naar voren gekomen. Dit beeld maakt het daarom ook moeilijk te begrijpen hoe de verdachte ineens bij twee van zulke zware delicten betrokken kan zijn. Indien de verdachte schuldig wordt bevonden, maakt de Raad zich wel grote zorgen. De Raad kan zich vinden bij het strafadvies vanuit het NIFP-onderzoek; een deels voorwaardelijke detentiestraf met als voorwaarde dat de verdachte meewerkt aan het geadviseerde hulpplan van een coach en eventueel een traject Perspectief Herstelbemiddeling. De Raad stelt dat het onvoorwaardelijke strafdeel van de detentiestraf gelijk zou moeten zijn aan de voorlopige hechtenis van de verdachte. De Raad vindt het van belang dat er toezicht en begeleiding blijft vanuit de jeugdreclassering, zodat de jeugdreclasseerder zicht kan houden op de ontwikkeling van de verdachte. Daarnaast kan een jeugdreclasseerder, indien geïndiceerd, passende behandeling voor de verdachte inzetten. De coaches kunnen met de verdachte blijven werken aan zijn schoolgang, behouden van een baan en het maken van juiste keuzes in onder andere vriendschappen. De Raad adviseert ook een onvoorwaardelijke werkstraf. Als de verdachte schuldig wordt bevonden, vindt de Raad een werkstraf aanvullend op de geadviseerde begeleiding van de jeugdreclassering passend, zodat de verdachte zich realiseert dat (betrokkenheid bij) dermate gewelddadig gedrag door de maatschappij niet wordt geaccepteerd.
De [deskundige] , werkzaam bij de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, heeft ter zitting naar voren gebracht dat de begeleiding goed is verlopen. De verdachte heeft zich aan de voorwaarden gehouden. Hij wil overal aan meewerken.
De [deskundige] , werkzaam als ambulant coach bij Coach25, heeft ter zitting naar voren gebracht dat de verdachte goed meewerkt. De verdachte gaat steeds meer een relatie aan met de coaches. De verdachte staat open voor iedere vorm van hulp.
7.3.3
De strafoplegging
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat tot uitgangspunt genomen de informatie over de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals die uit de rapporten en ter zitting naar voren is gekomen, als ook de straffen die in soortgelijke zaken gewoonlijk worden opgelegd, zoals vermeld in de door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgestelde oriëntatiepunten voor de straftoemeting voor minderjarigen.
De rechtbank neemt ook in aanmerking dat strafrechtelijke sancties ten aanzien van jeugdigen op grond van artikel 40 lid 1 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) primair beogen dat de jeugdige een constructieve rol in de samenleving aanvaardt en in de toekomst niet opnieuw strafbare feiten pleegt. Dit dient zowel het belang van de jeugdige als het belang van de samenleving.
De verdachte heeft zich op jonge leeftijd (15 jaar) schuldig gemaakt aan twee zeer ernstige strafbare feiten. De verdachte heeft zich allereerst schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging door na een ruzie met een aantal andere jongens achter het slachtoffer aan te gaan en hem te omsingelen waarna het slachtoffer door iedereen is geslagen.
Tevens is de verdachte is samen met anderen, betrokken geweest bij ernstig openlijk geweld tegen twee jonge slachtoffers (15 en 16 jaar). [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] zijn op een basketbalveldje aangevallen door een groep jongens en daarbij geschopt, geslagen en meerdere malen met een mes gestoken. Alle daders zijn direct weggerend. Geen van hen heeft op enig moment nadien verantwoordelijkheid genomen voor de aanval, of voor een eigen aandeel daarin. Ook zonder dat er helderheid is gekomen over de aanleiding voor de vechtpartij kan voor een dergelijke uitbarsting van buitensporig geweld geen enkele rechtvaardiging worden gevonden. De verdachte heeft een wezenlijke bijdrage geleverd aan dit geweld waarbij bewezen is verklaard dat hij een van de slachtoffers heeft gestoken. De rechtbank rekent hem dat ernstig aan.
De rechtbank maakt zich grote zorgen over het messenbezit onder jongeren en daarmee samenhangend de toename van steekpartijen onder jongeren op straat. Ook in deze omvangrijke strafzaak van de verdachte en zijn medeverdachten blijkt eens te meer dat jongeren op straat regelmatig messen bij zich dragen en het gebruik van deze wapens niet schuwen op het moment dat er – in hun beleving – een ruzie met leeftijdsgenoten moet worden uitgevochten. Dit zorgt voor veel onrust in de betreffende wijken en meer algemeen in de maatschappij. Het voorhanden hebben van een mes vergroot het risico op daadwerkelijk gebruik daarvan aanzienlijk, en dit leidt tot steeds meer steekincidenten met vaak een zeer ernstige afloop. De rechtbank vindt dit een uiterst zorgelijke ontwikkeling en een groot maatschappelijk probleem. Mede in het licht van deze ontwikkelingen zal een strafoplegging voor iedere individuele verdachte, maar ook voor de samenleving, een signaalfunctie hebben.
De rechtbank vindt een aanzienlijke jeugddetentie op zijn plaats, waarvan een gedeelte voorwaardelijk zal worden opgelegd. In de hierboven besproken omstandigheden ziet de rechtbank bovendien aanleiding om de verdachte daarnaast een onvoorwaardelijke werkstraf op te leggen. De officier van justitie heeft geëist dat de verdachte gelet op de ernst van de feiten terug naar de jeugdgevangenis zou moeten. Nu de rechtbank de verdachte van een deel van de feiten vrijspreekt en daarmee tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie, acht zij een detentiestraf gelijk aan het voorarrest meer passend.
Met de Raad is de rechtbank van oordeel dat het, gelet op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, aangewezen is dat de verdachte op verschillende gebieden ondersteund en waar nodig gestuurd wordt en zal daarom aan het voorwaardelijk deel van de straf bijzondere voorwaarden verbinden, die hierna zullen worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel heeft ook als doel de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Hoewel de rechtbank met de officier van justitie en de deskundigen van oordeel is dat passende behandeling wenselijk is voor de verdachte, kan de rechtbank, gelet op vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (zie HR 12 juli 2011, ECLI:NL:PHR:2011:BQ4676 en HR 8 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1957) het meewerken aan behandeling niet als bijzondere voorwaarde opleggen nu tot op heden niet duidelijk is bij welke behandeling de verdachte gebaat is en waar die behandeling zou moeten plaatsvinden.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten openlijke geweldpleging tegen personen met enig lichamelijk letsel tot gevolg. Gelet op de ernst van het feit en de rapporten omtrent zijn persoon, waaruit naar voren komt dat de verdachte hulpverlening en begeleiding nodig heeft, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan zonder inzet en voortzetting van passende hulp. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna op grond van art. 77z Sr te stellen voorwaarden en het op grond van art. 77aa Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8.Beslag

8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het inbeslaggenomen mes onttrokken wordt aan het verkeer.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De advocaat heeft ter zitting geen standpunt ingenomen over het beslag.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Hoewel de rechtbank geen lijst van inbeslaggenomen goederen in het dossier heeft aangetroffen, stelt zij vast dat het dossier wel aanwijzingen bevat dat in deze zaak goederen van de verdachte in beslag zijn genomen gelet op het proces-verbaal van bevindingen van 30 juli 2021 op pagina 131 van het procesdossier, te weten:
- een mes van het merk Redstone.
De rechtbank zal het mes onttrekken aan het verkeer, aangezien dit voorwerp van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
36b, 36d, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg en 141 van het Wetboek van Strafrecht
Deze artikelen zijn toegepast zoals zij rechtens golden op het moment van het plegen van het strafbare feit dan wel zoals zij rechtens gelden op het moment van de uitspraak.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit onder het parketnummer 09-152016-21 en het onder 1 ten laste gelegde feit onder het parketnummer 09-171673-21 heeft gepleegd en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 2 primair ten laste gelegde feit onder het parketnummer 09-152016-21 en het onder 2 primair ten laste gelegde feit onder het parketnummer 09-171673-21 heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt;
09-152016-21: feit 2 primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
09-171673-21: feit 2 primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, terwijl het door de schuldige gepleegde geweld enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
jeugddetentie voor de duur van 270 dagen (9 maanden);
bepaalt dat de tijd die de veroordeelde al in voorarrest heeft doorgebracht, te weten
70 dagenhier vanaf getrokken moet worden;
bepaalt dat een deel van de jeugddetentie, te weten
200 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd als de veroordeelde zich tot het einde van de proeftijd, die wordt vastgesteld op
twee jaren, houdt aan de volgende voorwaarden:
1. dat hij zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
2. dat hij zich gedurende de proeftijd zal houden aan de aanwijzingen van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering en zich zal melden bij de jeugdreclassering, op momenten waarop zij dat willen en zo lang zij dat willen;
3. dat hij gedurende de proeftijd zal blijven meewerken aan de begeleiding van een coach vanuit Coach E25 en zich zal houden aan de afspraken die daarbij met hem worden gemaakt;
4. dat hij gedurende de proeftijd onderwijs zal volgen of andere zinvolle en door de jeugdreclassering goedgekeurde dagbesteding zal hebben;
5. dat hij gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect en ook niet via sociale media – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de slachtoffers:
- [Slachtoffer] ;- [Slachtoffer];
- [Slachtoffer],
en met de medeverdachten:
- [Medeverdachte];
- [Medeverdachte];
- [Medeverdachte];
- [Medeverdachte];
- [Medeverdachte];
- [Medeverdachte];
- [Medeverdachte];
- [Medeverdachte];
- [Medeverdachte];
- [Medeverdachte];
-
[Medeverdachte];
-
[Medeverdachte],
zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht.
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering te Amsterdam tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
wijst de veroordeelde op de overigens geldende voorwaarden dat hij gedurende de proeftijd:
6. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
7. zijn medewerking zal verlenen aan het door de jeugdreclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
dadelijke uitvoerbaarheid
beveelt dat de gestelde voorwaarden en het aan genoemde jeugdreclasseringsinstelling opgedragen toezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn;
veroordeelt de verdachte voorts tot:
een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de duur van
80 UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
40 DAGEN;
het inbeslaggenomen goed
verklaart onttrokken aan het verkeer de goederen zoals geverbaliseerd op pagina 131 van het procesdossier, te weten:
- een mes van het merk Redstone.
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de veroordeelde.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.J.M. Smid-Verhage, kinderrechter, voorzitter,
mr. M.H. Rochat, kinderrechter,
en mr. B. Martinez-Hammer, kinderrechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. Leurs, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank van 24 maart 2022.
Bijlage:
I. De tenlastelegging

Bijlage I: de tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Dagvaarding 09-152016-21
1.
hij op of omstreeks 29 mei 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een heuptasje en/of een portemonnee (met inhoud), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- op voornoemde [slachtoffer 1] af te lopen en/of (vervolgens) naar voornoemde [slachtoffer 1] te roepen en/of
- ( vervolgens) eenmaal of meerdere malen in/op/tegen het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] te slaan en/of te stompen (waardoor voornoemde [slachtoffer 1] op de grond viel) en/of
- ( vervolgens) (terwijl voornoemde [slachtoffer 1] op de grond lag) eenmaal of meerdere malen op/tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] te slaan en/of te schoppen;
2.
hij op of omstreeks 29 mei 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, te weten aan het [lokatie] nabij [winkelcentrum] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 2] , welk geweld bestond uit
- het gooien van een blikje drinken tegen het hoofd van voornoemde [slachtoffer 2] en/of
- het eenmaal of meerdere malen slaan en/of stompen op/tegen het hoofd en/of het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2] en/of
- het eenmaal of meerdere malen slaan met een ketting op/tegen de rug en/of het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2] ,
terwijl dit door hem gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, althans enig lichamelijk letsel, te weten tinnitus (oorsuizen) voor voornoemde [slachtoffer 2] ten gevolge heeft gehad;
subsidiair:
hij op of omstreeks 29 mei 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van geweld tegen personen en/of goederen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- zich verzameld bij [winkelcentrum] en/of
- ( vervolgens) [slachtoffer 2] omsingeld
- een ketting meegenomen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van een ketting (door hemzelf en/of anderen), om hiermee/hiertoe/hierdoor [slachtoffer 2] te (kunnen) laten slaan en/of te stompen en/of te trappen en/of (ander/overig) fysiek geweld toe te passen.
Dagvaarding 09-171673-21

1.

(primair): medeplegen van poging tot moord
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven,
immers heeft hij, verdachte, (tezamen met -die- medeverdachte(n) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg:
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna )(tezamen) naar het basketbalveldje/pleintje (aan het [lokatie] ) (en/of nabij het pleintje) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/ [groep] /tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of te ‘dippen’en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen -met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan het [lokatie] ) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of;
- het weglopen en/of vluchten onmogelijk gemaakt en/of (in ieder geval) bemoeilijkt en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren);
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden: medeplegen van medeplichtigheid tot medeplegen van poging tot
moord
(hij tezamen en in vereniging met) een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen, op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte (en/of zijn mededaders) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) opzettelijk (en met voorbedachten rade) van het leven te beroven, immers heeft/hebben hij en/of die medeverdachten/anderen met opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna) (tezamen) naar het basketbalveldje/pleintje (aan [lokatie] ) (en/of nabij het pleintje) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/ [groep] /tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of (hiertoe);
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen –met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan [lokatie] ) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of het weglopen en/of vluchten onmogelijk gemaakt (althans: bemoeilijkt) en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren) ;
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte (en/of zijn mededaders) op of omstreeks 5 juni 2021 (en/of enige dagen daarvoor) te Zoetermeer, in ieder geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- te laten weten/communiceren/berichten dat mensen/derden zich moesten verzamelen en/of;
- ( vervolgens) te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen/deelgenoten op Snapchat en/of een andere social media-account) waar de anderen (tegenpartij en/of mensen van het andere ‘blok’) aanwezig was/waren en/of -deze- anderen aan te wijzen en/of;
- te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen) dat ze (de mensen van het andere blok en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of vrienden/kennissen van [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ) gepakt/gestoken moesten (gaan) worden en/of;
- te laten weten/communiceren dat er messen (en/of andere wapens) meegenomen moesten worden (door zijn/hun vrienden/bekenden) en/of;
- een mes bij zich te dragen en/of te tonen en/of;
- aan te moedigen dat zijn mededaders iemand/derden zouden (moeten) steken (en/of aan te wijzen/duiden wie gestoken zou moeten worden) en/of;
- richting anderen ( [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen) te dreigen om te steken/snijden;
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) in te sluiten en/of klem te zetten en/of vast te zetten en/of tegen te houden en/of (het) weglopen en/of vluchten onmogelijk te maken en/of;
- te slaan en/of schoppen en/of trappen;
(meer) subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden: medeplegen van zware mishandeling (met voorbedachten
rade)
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) opzettelijk en met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, immers heeft hij (tezamen met zijn mededaders) na kalm beraad en rustig overleg:
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna)(tezamen) naar het basketbalveldje/pleintje (aan [lokatie] ) (en/of nabij het pleintje) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/ [groep] /tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is -hij- samen met anderen -met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan [lokatie] ) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of;
- het weglopen en/of (het) vluchten onmogelijk gemaakt (althans: bemoeilijkt) en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren);
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
(nog) meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden: (medeplegen van) medeplichtigheid aan
medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten rade
hij tezamen en in vereniging met een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen, op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] opzettelijk (en met voorbedachten rade) zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna )(tezamen) naar het basketbalveldje/pleintje (aan [lokatie] ) (en/of nabij het pleintje) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/ [groep] /tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen –met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan [lokatie] ) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen) en/of;
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) ingesloten en/of klemgezet en/of vastgezet en/of tegengehouden en/of ingeklemd en/of;
- het weglopen en/of vluchten onmogelijk gemaakt (althans: bemoeilijkt) en/of;
- geslagen en/of geschopt/getrapt (terwijl [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen werden gestoken (althans gewond waren);
- ( vervolgens) met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken
- en/of met een mes gedreigd en/of gezwaaid en/of getoond (zodat anderen, medeverdachten, konden steken),
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte (met zijn mededaders) op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- te laten weten/communiceren/berichten dat mensen/derden zich moesten verzamelen en/of;
- ( vervolgens) te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen/deelgenoten op Snapchat en/of een andere social media-account) waar de anderen (tegenpartij en/of mensen van het andere ‘blok’) aanwezig was/waren en/of -deze- anderen aan te wijzen en/of;
- te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen) dat ze (de mensen van het andere blok en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of vrienden/kennissen van [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ) gepakt/gestoken moesten (gaan) worden en/of;
- te laten weten/communiceren dat er messen (en/of andere wapens) meegenomen moesten worden (door zijn vrienden/bekenden) en/of;
- een mes bij zich te dragen en/of te tonen en/of;
- aan te moedigen dat zijn/hun mededaders iemand/derden zouden (moeten) steken (en/of aan te wijzen/duiden wie gestoken zou moeten worden) en/of;
- richting anderen ( [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen) te dreigen om te steken/snijden;
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) in te sluiten en/of klem te zetten en/of vast te zetten en/of tegen te houden en/of (het) weglopen en/of vluchten onmogelijk te maken en/of;
- te slaan en/of schoppen en/of trappen;
(Nog) meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden: medeplegen van voorbereidingshandelingen tot het
medeplegen van een of meer strafbare feiten (genoemd in artt. 289 c.q. 287 en/of 302
cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht
(hij tezamen en in vereniging met) een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen dan verdachte (en/of zijn mededaders), althans alleen, op een of meer tijdstip(pen) gelegen op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland,
ter voorbereiding van een/het met (een) ander(en) te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord c.q. doodslag en/of zware mishandeling (met voorbedachten rade en in vereniging) en/of openlijke geweldpleging (met de dood en/of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge), als bedoeld in de artikelen 289 c.q. 287 en/of 302 cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht, opzettelijk:
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen (en ontvangen) van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken en/of afgestemd en/of opgedragen en/of uitgenodigd en/of uitgedaagd/verleid/opgejut om (later die avond en/of binnen enkele dagen/ enige tijd hierna)(tezamen) naar het basketbalveldje/pleintje (aan [lokatie] ) (en/of nabij het pleintje) te gaan en/of om (vervolgens) (daar) een of meer anderen (van een ander ‘blok’/andere wijk/ [groep] /tegenstanders/concurrenten) te grazen te nemen en/of te slaan en/of te steken en/of te vermoorden en/of heeft hij (tezamen met zijn mededaders) (hiertoe):
- ( een groep mensen) verzameld (althans, is samen met anderen –met dat doel- (op)gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan [lokatie] ) en/of;
- een of meerdere mes(sen) en/of machettes (althans (een of meer) scherp(e) of puntig(e) voorwerp(en) meegenomen/bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen)
meest subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden: medeplegen van medeplichtigheid van medeplegen van
voorbereidingshandelingen tot het plegen van een of meer strafbare feiten (genoemd in
artt. 289 c.q. 287 en/of 302 cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht
(hij tezamen en in vereniging met) een of meer (onbekend gebleven) personen/anderen dan verdachte (en/of zijn mededaders) op een of meer tijdstip(pen) gelegen op of omstreeks 5 juni 2021 Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, ter voorbereiding van een/het met (een) ander(en) te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord c.q. doodslag en/of zware mishandeling (met voorbedachten rade en in vereniging) en/of openlijke geweldpleging (met de dood en/of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge): als bedoeld in de artikelen 289 c.q. 287 en/of 302 cq. 303 en/of 141 (onder 2 en/of 3) Wetboek van Strafrecht
opzettelijk
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken/afgestemd om naar het basketbalveldje/pleintje ( [lokatie] ) te gaan en/of om (vervolgens) daar een of meer anderen te grazen te nemen (van een ander ‘blok’) en/of
- mensen/vrienden/anderen verzameld (althans, is samen gelopen/opgetrokken) om naar/in de richting van het basketbalveldje (aan [lokatie] ) te komen/gaan en/of
- ( daartoe/daarbij) een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) meegenomen/ bij zich gedragen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen en/of andere wapens (door hemzelf en/of anderen) en/of
- met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen eenmaal of meerdere malen in het (boven)lichaam gestoken en/of gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstip(pen) gelegen op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- te laten weten/communiceren/berichten dat mensen/derden zich moesten verzamelen en/of;
- ( vervolgens) te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen/deelgenoten op Snapchat en/of een andere social media-account) waar de anderen (tegenpartij en/of mensen van het andere ‘blok’) aanwezig was/waren en/of -deze- anderen aan te wijzen en/of;
- te laten weten/communiceren (aan zijn/hun vrienden/kennissen) dat ze (de mensen van het andere blok en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of vrienden/kennissen van [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ) gepakt/gestoken moesten (gaan) worden en/of;
- te laten weten/communiceren dat er messen (en/of andere wapens) meegenomen moesten worden (door zijn vrienden/bekenden) en/of;
- een mes bij zich te dragen en/of te tonen en/of;
- aan te moedigen dat zijn mededaders iemand/derden zouden (moeten) steken (en/of aan te wijzen/duiden wie gestoken zou moeten worden) en/of;
- richting anderen ( [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen) te dreigen om te steken/snijden;
- [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) in te sluiten en/of klem te zetten en/of vast te zetten en/of tegen te houden en/of (het) weglopen en/of vluchten onmogelijk te maken en/of;
- te slaan en/of schoppen en/of trappen;

2.

(openlijke geweldpleging, met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg)
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, openlijk, te weten op of aan de openbare weg, aan [lokatie] , in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op of nabij het basketbalveldje/pleintje aldaar, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer personen, te weten [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen), welk geweld bestond uit:
- met een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) te steken en/of snijden van deze [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer anderen en/of
- het slaan/stompen en/of schoppen van deze [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen)
terwijl dit door hem gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel (althans enig -lichamelijk- letsel), te weten een of meer steek- en/of snijwonden en/of wonden en/of schaafplekken en/of enig ander letsel voor [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (en/of een of meer anderen) ten gevolge heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden: opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen
verschaffen tot het plegen van openlijke geweldpleging
hij op of omstreeks 5 juni 2021 te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft tot het plegen van geweld tegen personen en/of goederen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s);
- per telefoon, sociale media en/of via het versturen van (andere) berichten (mondeling en/of digitaal) afgesproken/afgestemd om naar het basketbalveldje/pleintje ( [lokatie] ) te gaan en/of om (vervolgens) daar een of meer anderen te grazen te nemen (van een ander ‘blok’) en/of;
- verzameld (althans, is/zijn samen gelopen/opgetrokken) naar/in de richting van het basketbalveldje (aan [lokatie] ) en/of
- een mes (althans een scherp of puntig voorwerp) meegenomen en/of afspraken gemaakt over het meenemen van messen (door hemzelf en/of anderen), om hiermee/hiertoe/hierdoor:
[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of (een of meer anderen) te (kunnen) steken en/of snijden en/of slaan/stompen en/of trappen en/of (ander/overig) -fysiek- geweld toe te kunnen (laten) passen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het [nummer] , van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche Zoetermeer – Leidschendam-Voorburg, onderzoek [nummer] / Ronin, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 2212).
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 1081-1090.
3.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 1094-1099.
4.Proces-verbaal van aangifte van [getuige 1] , p. 1103-1105.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1106-1107.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1112-1130.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1172-1174, met fotoblad p. 1175-1190; proces-verbaal van bevindingen, p. 1191-1193, met fotoblad p. 1194-1206.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p.1224-1225, met fotoblad p. 1226-1227; proces-verbaal van bevindingen, p.1228-1229 met fotoblad p. 1230-1231.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1232-1233; proces-verbaal van bevindingen, p. 1234-1235.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1236-1237, met fotoblad p. 1238 en bijlage p. 1239-1240; proces-verbaal van bevindingen, p. 1241, met fotoblad p. 1242 en bijlage p.1243-1244.
11.Proces-verbaal van bevindingen p. 1245-1248.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1294-1295.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1317-1319.
14.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] d.d. 22 november 2021 bij de rechter-commissaris.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1294-1295.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1294-1295.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1320-1321.
18.Proces-verbaal van verhoor [getuige 4] , p. 1413-1416.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1449-1460 en proces-verbaal van bevindingen, p. 1461-1469.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1461.
21.Onder meer: proces-verbaal van bevindingen, p. 78; proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 10] p. 697; proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 2] p. 835.
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1394-1399.
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1500 en proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 12] ,
24.Proces-verbaal van bevindingen p. 1377.
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1461-1469.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1486-1490.
27.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1500-1502, 1505, 1728.
28.Proces verbaal verhoor [medeverdachte 1] , p. 243.
29.Proces-verbaal van bevindingen, p. 97.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1852-1866.
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1839.
32.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1799-1801, 1811, 1813.
33.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2089-2091.
34.NFI rapport d.d. 24 november 2021, p. 2206-2212.
35.NFI rapport d.d. 24 november 2021, p. 3, voetnoot 2.