3.3.Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het [nummer] , onderzoeksnummer [nummer] , van de politie eenheid Den Haag, district Den Haag-West, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 270).
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 9 maart 2022, voor zover inhoudende:
“ [slachtoffer] verbleef al één à anderhalf jaar in de ruimte boven mijn kapperszaak, in de kamer waar hij later dood is aangetroffen. Ik verschafte hem onderdak. Ik kreeg daar een vergoeding voor.”
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 7 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 14-15):
“Wij, verbalisanten (…) verklaren het volgende: Op donderdag 7 maart 2019 omstreeks 10.40 uur kregen wij de opdracht te gaan naar de [plaats van delict] . Wij zagen dat achterin de kapperszaak een deur was die toegang gaf tot een vertrek dat op de eerste etage was gelegen. In de keuken was een cv ketel aanwezig die een zoemend geluid maakte. Ik liep de slaapkamer in. Ik zag dat op het bed een manspersoon lag die zijn kleding nog aan had. Ik zag en voelde direct dat het lichaam stijf en koud was. Ook nam ik geen hartslag waar. Hierop keek ik naar het gelaat van het stoffelijk overschot en zag dat het gelaat ingevallen was en een groene kleur had.
Ik vond in een jas een [buitenlandse] identiteitskaart van een persoon welke overeen kwam met het stoffelijk overschot. Ik zag dat de identiteit van de [buitenlandse] man betrof: [gegevens] .
Wij namen ook een voor ons ondefinieerbare geur waar. Hierop kwam collega
Geelhoed ter plaatse met een CO-melder. Wij hoorden dat de melder direct aan sloeg.”
3. Het deskundigenverslag, op 9 juli 2019 opgemaakt en ondertekend door [deskundige] op het gebied van forensische toxicologie, voor zover inhoudende (p. 130-131):
“Op 8 maart 2019 is van Forensische Opsporing Politie Eenheid Den Haag ontvangen:
SIN: [nummer]
Resultaten en conclusie
In het femoraalbloed is carboxyhemoglobine gemeten
in een concentratie van 74%. Een percentage van carboxyhemoglobine boven 60-65% is in het algemeen dodelijk.
Op grond van de resultaten van het uitgevoerde toxicologische onderzoek kan het overlijden worden verklaard.”
4. Het proces-verbaal van inbeslagneming en lijkschouw overledene, opgemaakt op 24 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 120-121):
“Wij, verbalisanten (…) verklaren het volgende:
Wij hebben het stoffelijk overschot van een man in beslag genomen. De overledene bleek
(later) te zijn genaamd: [slachtoffer] .
5. Het geschrift, te weten een schouwverslag van [deskundige] , Forensisch arts, GGD Haaglanden, van 7 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 122-123):
“Evaluatie
Een 38-jarige alleen wonende man wordt in zijn woon-slaapkamer overleden aangetroffen op 07-03-2019. Alle ramen dicht. Verwarmingstoestellen in
belendende keukenruimte. CO-meting —> zeer hoge concentraties gemeten
door brandweer.
Huidkleur: roze —> bewijzend voor CO-intoxicatie.
Overlijdensdatum: 04 of 05-03-2019.
Conclusie
Niet-natuurlijk overlijden.
Doodsoorzaak: CO-intoxicatie.”
5. Het geschrift, te weten het verslag van de brandweer opgemaakt op 5 mei 2019, voor zover inhoudende (p. 27-28):
“Op 7 maart omstreeks 11.06 uur is de autospuit van kazerne Centrum door de meldkamer brandweer gealarmeerd voor een meting van gas en / of koolmonoxide (CO). Ik heb toen de procedure koolmonoxide (CO) toegepast. Bij de ingang van de kapperszaak kwam er op mijn CO-meter een waarde van 140 ppm. Bij de trap naar de eerste etage ging mijn CO-meter al in de 'overlaad' modus: de meter kwam boven zijn meetwaardes - hoger dan 1000 ppm.”
6. Het proces-verbaal forensisch onderzoek [plaats van delict] , opgemaakt op 25 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 161-181, inclusief fotobijlagen):
“Wij, verbalisanten (…) verklaren het volgende:
De bevindingen zijn de bevindingen die wij hebben aangehoord ten tijde van het
onderzoek door de medewerkers van KIWA Technology. (…) Tijdens het onderzoek op locatie is vast komen te staan dat de cv-ketel een extreem hoge emissie koolmonoxide (CO) veroorzaakte.
Met aangesloten rookgasafvoerleiding met uitmonding op de gevel was de concentratie
koolmonoxide (CO) in de rookgassen van de cv-ketel meer dan 25.000 ppm, gemeten aan de
achterzijde van het toestel op vloerniveau.
De rookgassen van de cv-ketel stromen de keuken binnen doordat de uitmonding zich
niet in het zogenaamde vrije-uitmondingsgebied bevond. Er was tijdens het onderzoek
voelbaar sprake van terugstroming van wind.
Deze terugstroming veroorzaakt tevens recirculatie van rookgassen met een verhoging
van de koolmonoxide (CO)-concentratie tot gevolg.
Om na te gaan wat het effect was van eventueel gebruik van de cv-ketel in de keuken
werd deze langere tijd in bedrijf genomen nadat de verschillende ruimten, kamer,
keuken op de eerste verdieping en hal op de begane grond waren voorzien van
meetapparatuur waarmee de metingen werden verricht. De ramen in de keuken en kamer en hal waren bij deze test gesloten aangezien dit was verklaard bij het binnenkomen van de
brandweer dat alle ramen in deze ruimten gesloten waren.
Conclusie duurproef: Nadat alleen het cv-toestel in bedrijf was genomen was de
concentratie koolmonoxide (CO) in de slaapkamer na 20 minuten 2.400 ppm (een concentratie van 1.000 ppm is dodelijk)
Na de simulatie-metingen werd de rookgasafvoerleiding van de cv-ketel losgenomen uit
de gevel. Dit om na te gaan wat de emissie koolmonoxide (CO) was tijdens onverstoorde
uitstroming in de vrije ruimte, de keuken dus. Met een lengte van ongeveer l meter
rookgasafvoer met uitstroming in de keuken bleek de concentratie koolmonoxide (CO) in
rookgassen nog steeds hoog; 9.000 ppm. Normale concentraties van deze toestellen
liggen ruim onder de 400 ppm.
Middels het onderzoek van KIWA Technology kwam vast te staan dat de cv-ketel in de
keuken grote uitstroom had van koolmonoxide (CO) en hiermee naar alle waarschijnlijkheid de oorzaak was van het overlijden van het slachtoffer aangetroffen op 7 maart 2019.
(…)
Gezien de bevindingen van het onderzoek van KIWA Technology lijkt het zeer
waarschijnlijk dat de cv-ketel de koolmonoxide (CO) vergiftiging heeft veroorzaakt.”
7. Het geschrift, te weten een rapport, op 13 juni 2019 opgemaakt en ondertekend door [deskundige] , werkzaam bij KIWA, voor zover inhoudende (p. 184-224):
“Uit het KIWA technology-onderzoek op locatie is gebleken dat de cv-ketel in de keuken de veroorzaker van de koolmonoxidevergiftiging is geweest. Het toestel produceert een extreem hoge concentratie CO (20.000 tot 29.000 ppm).
De concentratie CO in de rookgassen was sterk verhoogd door de volgende oorzaken;
- Een verhoogde branderdruk (te veel gas in vergelijking met de hoeveelheid
verbrandingslucht).
- Recirculatie van rookgassen (aanzuigen van terugstromende rookgassen door het toestel)
- Vervuiling van de brander (inclusief venturi en mengbuis)
Door onvoldoende ventilatie- en verbrandingsluchttoevoeropeningen en onvoldoende
ventilatie-afvoeropeningen in de opstellingsruimte konden de rookgassen zich door het
gehele pand verspreiden.
Correct uitgevoerd onderhoud aan de cv-ketel had het ongeval kunnen voorkomen. Na
bijstelling van de branderdruk en reiniging van de brander (inclusief venturi en ruimte onder
de brander) is het CO-gehalte in de rookgassen namelijk acceptabel. Bij het uitvoeren van het onderhoud had men mogelijk ook kunnen opmerken dat er sprake is van terugstromende
rookgassen als gevolg van een losgeraakte uitmondingsconstructie.”
8. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 maart 2019, voor zover inhoudende (p. 30-32):
Op zondag 10 maart 2019, heb ik, verbalisant, onderzoek gedaan naar de stickers op de CV-ketel aan de [plaats van delict] . Ik zag dat er op de CV-ketel twee stickers zaten. Ik zag dat de stickers controle-stickers waren en dat deze waren voorzien van de jaartallen 2012 en 2013. Ik zag dat er naast de sticker het telefoonnummer (…) was genoteerd. Via Integrale Bevraging bleek dat het telefoonnummer in 2013 was opgegeven door [monteur] . Vervolgens heb ik telefonisch contact opgenomen met [monteur] . Nadat hij ter zake diende was ingelicht verklaarde hij dat hij na 2013 de ketel niet meer heeft gecontroleerd, anders had hij hiervan wel een sticker achter gelaten.”
9. Het geschrift, te weten de (ongedateerde) huurovereenkomst winkelruimte tussen [verhuurder] , handelend onder de naam [verhuurder] , en [verdachte] , voor zover inhoudende (p. 21-24):
“1.1 Verhuurder verhuurt aan huurder en huurder huurt van verhuurder de bedrijfsruimte,
hierna 'het gehuurde' genoemd, gelegen [plaats van delict] .