3.5.Het proces-verbaal van bevindingen van de rechter-commissaris houdt over de gang van zaken – letterlijk weergegeven – het volgende in.
“
De voorgeleiding van de verdachte [verzoeker] .
Op woensdag 26 januari 2022 is de verdachte aangehouden en in verzekering gesteld. Op vrijdag 28 januari 2022 heeft een collega-RC de inverzekeringstelling rechtmatig geoordeeld. Hierbij was de advocaat aanwezig. Op zaterdag 29 januari 2022 heeft de politie de inverzekeringstelling verlengd. Op maandag 31 januari 2022 heeft de officier van justitie de inbewaringstelling gevorderd en heeft een baliemedewerkser de voorgeleiding gepland om 14:00 uur. De verdachte heeft bijstand nodig van een tolk Pools, die is opgeroepen.
Op 31 januari 2022 om 07:43 uur heeft de advocaat van de verdachte per mail aan het algemene e-mailadres van het kabinet RC verzocht om verplaatsing van de voorgeleiding:
"Geachte heer/mevrouw,
De politie liet mij gisteren weten dat client heden wordt voorgeleid. Daartoe het volgende. Ik kan vandaag helaas niet in Den Haag aanwezig zijn om de voorgeleiding bij te wonen ivm verplichtingen elders. Ik verzoek u daarom dringend de voorgeleiding dinsdagochtend tussen 9:00 en 12:00 uur te laten plaatsvinden. Termijntechnisch is dat zonder meer mogelijk daar de verlenging van de IVS loopt tot uiterlijk dinsdagavoond 21:15 uur. Mocht dat niet mogelijk zijn dan is de enige andere optie dat ik de voorgeleiding hedenmiddag tussen 13:00 en 14:00 uur telefonisch bijwoon. Dat heeft echter uitdrukkelijk niet de voorkeur.
Mag ik met spoed vernemen?"
Om 07:59 uur heeft de baliemedewerkster, nadat zij zonder succes had geprobeerd de advocaat te bellen, het volgende gemaild:
"Goedemorgen mr. Visscher,
Ik heb u net geprobeerd te bellen, maar helaas zal de voorgeleiding wel moeten plaatsvinden.
U client heeft ook een medeverdachte en wij beginnen elke dag om 12 uur met de voorgeleidingen.
Ik verzoek u dan een kantoorgenoot te sturen of aan andere advocaat te laten waarnemen. U kunt mij bereiken op [telefoonnummer] "
Om 12:00 uur ben ik begonnen met mijn voorgeleidingen. De baliemedewerksters hadden
niets meer vernomen van de advocaat. Overleg is dus ook niet mogelijk geweest.
Om 12:03 uur heeft de advocaat de baliemedewerkster het volgende gemaild:
“
Ik heb gekeken wat mogelijk was maar heb vooralsnog geen vervanging. Ik voorzie dat het
ook niet gaat lukken. Heb nog even overwogen om de advo van de medeverdachte te bellen,
maar ivm (mogelijk) tegenstrijdige belangen lijkt mij dat ook niet wenselijk.
Gezien het voorgaande nogmaals het verzoek om de zaak van client morgen 12.00 uur te
plannen (dat de zaak van de MV vandaag wordt behandeld staat hieraan niet in de weg) dan
wel om 14.00 het alternatief van mijn bijstand maar dan telefonisch.
Ik verneem graag.”
Om ongeveer 12:55 uur, na mijn eerste voorgeleiding, heb ik kennisgenomen van dit bericht
en eruit opgemaakt dat de advocaat niet zou verschijnen. Om 13:00 uur was de voorgeleiding
van de medeverdachte gepland. Ik heb voorafgaand aan die voorgeleiding de advocaat van
de medeverdachte, die ook al de beschikking had over het dossier, bereid gevonden ook de
verdachte [verzoeker] bij te staan. Omdat de voorgeleiding van 13:00 uur vlot was verlopen, ben
ik — met instemming van de nog steeds aanwezige advocaat en de tolk — meteen doorgegaan
met de voorgeleiding van de verdachte [verzoeker] . Ik heb de personalia van de verdachte
geverifieerd maar tijdens mijn mededeling aan hem waarvan hij werd verdacht, liet de
verdachte duidelijk weten niet in gesprek te willen gaan zonder zijn eigen advocaat. Volgens
de verdachte was ons gesprek daarmee beëindigd. Mijn poging aan de verdachte de gang van
zaken uit te leggen, heb ik moeten staken omdat de verdachte niet wilde luisteren en niet
wilde stoppen met praten / schreeuwen, waarop ik het gesprek heb beëindigd en de
verbinding heb verbroken.
De tijdens de voorgeleiding aanwezige advocaat liet hierop weten dat hij met de advocaat
van de verdachte had afgesproken dat hij als ‘procesbewaker’ bij de voorgeleiding zou
aanwezig blijven, hetgeen hij ook heeft gedaan. Ik heb kort benoemd wat ik in het dossier
had gelezen en de verdachte in bewaring gesteld. Nog vóór 14:00 uur was de voorgeleiding
beëindigd.
Na afloop van de voorgeleiding ontving ik van de baliemedewerkster de volgende mails,
afkomstig van de advocaat van de verdachte.
Om 13:28 uur:
“
Geachte rechter-commissaris,
Zojuist begreep ik van [baliemedewerkster] [EV: de baliemedewerkster] dat zij in opdracht van u een
andere advocaat gaat zoeken voor de voorgeleiding van [verzoeker] . Ik maak hier uitdrukkelijk
bezwaar tegen. Daartoe het volgende.
In onderhavige zaak heb ik vanmorgen vroeg per e-mail al aangegeven dat ik zelf niet in
persoon kan verschijnen. Dit i.v.m. andere verplichtingen. Ik heb tevens twee alternatieve
mogelijkheden genoemd, namelijk een voorgeleiding op 1 februari 2022 om 12.00 uur
(ruimschoots binnen de termijn) of telefonische bijstand hedenmiddag om 14:00 uur.
Desgevraagd heb ik nog bezien of een kantoorgenoot en/of andere advocaat kon vervangen.
Dat is helaas niet gelukt, mede omdat ik geen kantoor houd in de regio Den Haag.
Ik maak uitdrukkelijk bezwaar tegen het feit dat er nu vanuit het kabinet RC eenzijdig wordt
besloten tot het inschakelen van een andere advocaat. Ik heb geen enkele goede reden
gehoord waarom de door mij voorgestelde alternatieven niet te realiseren zouden zijn.
Daar komt bij dat het hier gaat om een client waarvan ik de voorkeursadvocaat ben die mijn bijstand wil en niet zit te wachten op een advocaat die hij niet kent. Het op deze wijze passeren van de wens van de verdachte en de verdediging druist in tegen de fundamentele rechten van de verdachte in is m.i. een schending van art. 6 EVRM.
Ik verzoek u derhalve uitdrukkelijk om de voorgeleiding op voorgestelde wijze te laten plaatsvinden. Voor zover u een andere advocaat inschakelt verzoek ik u uitdrukkelijk kenbaar te maken aan deze advocaat dat dit niet de wens van verdachte en ondergetekende is.
Graag verneem ik."
Om 14:02 uur:
"
Geachte rechter-commissaris,
Zojuist begrijp ik dat client expliciet heeft aangegeven dat hij mijn bijstand wil. Voorst begrijp ik dat - ondanks onderstaande e-mail en mij verzoeken - de voorgeleiding wordt voortgezet. Ik wordt niet in de gelegenheid gesteld telefonisch bijstand te bieden, evenmin is gekeken of een voorgeleiding morgen 12:00 uur te realiseren zou zijn.
Het voorgaande kan ik - met inachtneming van onderstaande - niet anders begrijpen dan ( schijn van) vooringenomenheid. Conform art. 6 EVRM heeft client recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak met bijstand van zijn eigen gekozen advocaat. In redelijkheid worden er in deze zaak geen inspanningen getroost om de rechten van client te borgen. Er wordt op geen enkele wijze overleg gepleegd met de verdediging hetgeen een inbreuk maakt op de rechten van client.
Gelet op het voorgaande wordt u bii dezen gewraakt, verzoek ik u hiervan proces-verbaal op te maken en de voorgeleiding niet verder voort te zetten.
Graag verneem ik."
En om 14:44 uur:
"
Geachte heer, mevrouw,
In opgemelde zaak heb ik in onderstaande mail van 14:02 uur te kennen gegeven dat de rechter-commissaris in dezen wordt gewraakt. Om 14:03 uur werd ik gebeld door mr. Spaargaren dat de voorgeleiding was afgerond. [EV: volgt onderbouwing wrakingsverzoek]"