ECLI:NL:RBDHA:2022:2132

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 februari 2022
Publicatiedatum
14 maart 2022
Zaaknummer
SGR 20/6091
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag indicatie Beschermd Thuis op basis van Wmo 2015 wegens gebrek aan onplanbare zorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die lijdt aan een autismespectrumstoornis (ASS) en ADHD, en het college van burgemeester en wethouders van Delft. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een indicatie voor Beschermd Wonen/Beschermd Thuis op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De aanvraag werd afgewezen omdat niet was aangetoond dat eiseres was aangewezen op onplanbare zorg, wat een vereiste is voor de indicatie. Eiseres ontving al ambulante begeleiding in haar eigen gemeente en had de wens om begeleid te wonen bij In Voor Autisme (IVA) in Delft. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor Beschermd Thuis, met name de noodzaak voor onplanbare zorg. De rechtbank benadrukte dat het aan het college is om te beoordelen of iemand in aanmerking komt voor een indicatie op grond van de Wmo 2015. Eiseres werd geadviseerd om zich tot haar eigen gemeente te wenden voor meer intensieve begeleiding indien nodig. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 20/6091

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 maart 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats], eiseres

en

het college van burgemeester en wethouders van Delft, verweerder

(gemachtigde: B. te Vrede).

Procesverloop

In het besluit van 7 april 2020 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres om een indicatie op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) voor Beschermd Wonen/Beschermd Thuis afgewezen.
In het besluit van 14 augustus 2020 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 19 januari 2022 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Eiseres is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1.1.
Eiseres is bekend met een autismespectrumstoornis (ASS) en ADHD. Door haar beperkingen heeft zij ondersteuning nodig. Deze ondersteuning ontvangt zij in haar eigen gemeente in de vorm van ambulante begeleiding op grond van de Wmo 2015. Op 10 januari 2020 heeft eiseres zich bij verweerder gemeld voor een indicatie voor Beschermd Wonen/Beschermd Thuis. Eiseres heeft de wens om na het behalen van haar Vwo-diploma wiskunde te studeren aan de Technische Universiteit Delft. Zij wil daarom graag begeleid wonen bij In Voor Autisme (hierna: IVA; thans: Jados) in Delft.
1.2.
In het kader van de melding heeft eiseres (medische) stukken overgelegd en heeft op 24 februari 2020 een gesprek tussen eiseres en verweerder plaatsgevonden. Vervolgens is een ondersteuningsplan opgesteld. In het ondersteuningsplan concludeert verweerder dat eiseres is gebaat bij meer intensieve begeleiding op meerdere momenten in de week in de thuissituatie door een zorgaanbieder die is gespecialiseerd in ASS. Verweerder adviseert eiseres om dit met haar huidige begeleiders te bespreken. Voor meer ondersteuning kan eiseres zich tot haar eigen gemeente wenden. Tegen het advies van verweerder in heeft eiseres op 12 maart 2020 een aanvraag voor Beschermd Thuis ingediend. Verweerder heeft daarop het primaire besluit genomen.
2. In het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd onder verwijzing naar het advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften en aanvulling van de grondslag. Verweerder overweegt daartoe kort gezegd dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor Beschermd Wonen, dan wel Beschermd Thuis, omdat in het geval van eiseres geen sprake is van onplanbare zorg of niet-uitstelbare hulpvragen. Bij IVA is daarnaast geen 24-uurstoezicht aanwezig, waardoor deze voorziening niet voldoet aan de gemeentelijke definitie en criteria voor Beschermd Wonen. Eiseres kan zich tot haar eigen gemeente wenden voor meer intensieve begeleiding in de thuissituatie.
3. Eiseres voert aan dat IVA het best past bij haar hulpvragen, mede omdat deze zich richt op 35-plussers bij wie op latere leeftijd de diagnose ASS is gesteld. Eiseres heeft zich inmiddels drie jaar geleden aangemeld bij IVA voor een begeleidingstraject. Hiervoor is een indicatie van de gemeente Delft vereist. In haar eigen gemeente zijn er geen gespecialiseerde organisaties die passende begeleiding kunnen bieden. Deze organisaties zijn vaak gericht op mensen met een verstandelijke beperking met ASS en niet op mensen met ASS die met ondersteuning volwaardig kunnen werken, wonen en leven. Eiseres heeft voor haar eigen gemeente te veel hulpvragen en deze passen niet in het begeleidingspakket van de ambulante zorg. Daarnaast is die zorg gericht op het in stand houden van de vaardigheden om zelfstandig te functioneren en niet op het leren van vaardigheden zoals bij IVA het geval is.
4. De rechtbank overweegt als volgt.
4.1.
De rechtbank stelt vast dat de aanvraag van eiseres is gericht op verblijf bij IVA. Dit is een locatie voor Beschermd Thuis zoals bedoeld in de Beleidsregel Beschermd wonen, Beschermd thuis (centrumgemeente) Delft 2020 (de Beleidsregel).
4.2.
Ingevolge artikel 2.3.5, vierde lid, van de Wmo 2015 verleent het college een maatwerkvoorziening ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
In artikel 5 van de Beleidsregel wordt een afbakening gegeven van beschermd wonen of beschermd thuis ten opzichte van zelfstandig wonen met begeleiding.
Ingevolge dit artikel wordt geen toelating tot beschermd wonen of beschermd thuis afgegeven indien de cliënt in staat is om zelfstandig te blijven wonen. Een cliënt kan zelfstandig wonen (eventueel met ambulante ondersteuning) als hij/zij in staat is zich op de volgende gebieden te handhaven:
a. Kan een hulpvraag stellen indien hij/zij ondersteuning wenst. Staat open voor begeleiding en laat de begeleider toe in haar of zijn woning. Onplanbare zorg, dan wel 24 uurs bereikbaarheid van zorg zijn niet nodig.
Kan een hulpvraag (op eigen kracht of met hulp van zijn/haar omgeving) uitstellen, bijvoorbeeld naar de volgende dag of naar de volgende afspraak (zonder verergering van problemen).
Heeft iemand in de omgeving die hem/haar duurzaam wil ondersteunen bij het (uit)stellen van de hulpvraag.
Staat in voor zijn/haar veiligheid en vormt geen risico voor de maatschappij (agressie, gevaar, verwaarlozing, overlast).
Ingevolge artikel 7.2, eerste lid, van de Beleidsregel is Beschermd Thuis voor cliënten die beperkt zelfredzaam zijn en waarbij sprake is van (meervoudige) complexe problematiek op het gebied van psychiatrie en/of psychosociaal en/of verslaving eventueel in combinatie met een (licht) verstandelijke beperking die zo groot is dat begeleiding veelvuldig gepland geboden moet worden, maar die ook gedurende 24/7 ongepland ingeroepen moet kunnen worden.
In artikel 7.2, vierde lid, van de Beleidsregels worden algemene criteria gesteld voor toegang tot Beschermd Thuis. Uit onderdeel o volgt dat Beschermd Thuis zich onderscheidt van ambulante begeleiding in die zin dat er bij Beschermd Thuis sprake is van een noodzaak tot inzetten van onplanbare zorg, 24 uurs bereikbaarheid en indien nodig opvolging ter plaatse.
4.3.
Blijkens het ondersteuningsplan dat verweerder naar aanleiding van het gesprek met eiseres heeft opgesteld, heeft eiseres ondersteuning nodig op het gebied van zelfredzaamheid, huishouding, een zinvolle daginvulling, het aanbrengen van structuur en/of het voeren van regie bij dagelijkse vaardigheden. Ondanks dat eiseres vanwege haar beperkingen dus op meerdere terreinen ondersteuning behoeft, blijkt uit de (medische) stukken in het dossier, alsmede uit het verhandelde ter zitting, echter niet dat eiseres is aangewezen op onplanbare zorg.
4.4.
Eiseres heeft ter zitting toegelicht dat zij vooruitgang wenst te boeken in haar maatschappelijke participatie en met begeleiding van IVA wil leren omgaan met verschillende aspecten van werken, wonen en leven. Deze wens van eiseres is invoelbaar. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank evenwel tot het oordeel dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een indicatie voor Beschermd Thuis, meer specifiek de voorwaarde van artikel 7.2, vierde lid, onderdeel o, van de Beleidsregel. Verweerder heeft de aanvraag van eiseres dan ook terecht afgewezen.
4.5.
Dat eiseres begeleiding vanuit IVA wenst en zij volgens IVA wel aan de gestelde voorwaarden voldoet en daarom al lange tijd op de wachtlijst staat, leidt niet tot een ander oordeel. Het is in een geval als dit namelijk aan verweerder om te beoordelen of iemand in aanmerking komt voor een indicatie op grond van de Wmo 2015. Eiseres heeft ter zitting toegelicht dat de ambulante begeleiding die zij van haar eigen gemeente ontvangt volgens haar ontoereikend is. Niet gebleken is echter dat zij in haar eigen gemeente geen passende begeleiding zou kunnen ontvangen, nog daargelaten de vraag of verweerder een indicatie had moeten verstrekken als dit wel het geval zou zijn. Voor zover eiseres de zorg die ze ontvangt ontoereikend vindt, dient zij zich daarmee tot haar eigen gemeente te wenden. Ook kan zij onderzoeken, indien zij besluit om te verhuizen naar Delft, of ambulante begeleiding (door IVA) tot de mogelijkheden behoort.
5. Het beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.M.M. Kettenis-de Bruin, rechter, in aanwezigheid van mr. D.W.A. van Weert, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 24 februari 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.