ECLI:NL:RBDHA:2022:2023

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 februari 2022
Publicatiedatum
11 maart 2022
Zaaknummer
NL22.756
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag Tunesische verzoeker

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, afkomstig uit Tunesië, had zijn asielaanvraag ingediend, maar deze was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats in Middelburg, waarbij de verzoeker en de verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld samen met een andere zaak (NL22.755) en heeft na afloop van de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, onder verwijzing naar de uitspraak in de andere zaak. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.756
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. O.C. Bondam),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. F. van de Kamp).

Procesverloop

Bij besluit van 10 januari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.755, op 18 februari 2022 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Verzoeker en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.755, heeft de rechtbank uitspraak
gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 18 februari 2022 door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.