Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
eisende partij in conventie,
gemachtigde: mr. K. Aupers,
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
gedaagde partijen in conventie,
procederend in persoon.
1.Het verdere verloop van de procedure
De door Orangerie gehanteerde berekeningswijze is in strijd met, en oneerlijk in de zin van de richtlijn (93/13/EEG) oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (richtlijn 93/13). Een opsomming in de breedste zin van de term ‘vaste kosten’ en het gebruik van vaste percentages voor ontbinding van de overeenkomst zijn niet toelaatbaar. Hetzelfde geldt voor de berekening van loon. De gebruikte conceptcijfers zijn niet relevant, hebben geen status en zijn oud. Daarnaast zien de cijfers op allerlei verschillende activiteiten van Orangerie. Bij de bepaling van een redelijk loon is ook van belang of de opdrachtnemer voordeel heeft genoten door de overeenkomst tot het moment van beëindigen; [gedaagden] hebben geen enkel voordeel genoten van de overeenkomst. Ook is de grond van de beëindiging van belang: uitstel was geen optie en (vanwege de anderhalvemetermaatregel, gelimiteerd aantal gasten, niet dansen en zingen) uitvoering van de overeenkomst zoals besproken was niet mogelijk. Daarom is besloten tot een ceremonie in klein gezelschap in eigen tuin. Orangerie heeft als gevolg van de coronapandemie loonsteun ontvangen (€ 169,745,-) via NOW-regelingen en ook bedragen via de Tegemoetkoming Vaste Lasten ontvangen (deze bedragen zijn niet openbaar beschikbaar gemaakt). Het is redelijk het redelijke loon op nihil te bepalen, althans op niet meer dan € 600,- te stellen in aansluiting op de post advies en planning in de offerte. Hoewel in de offerte huur van de locatie is opgenomen van donderdag 17 september tot en met zaterdag 19 september 2020, heeft Orangerie kennelijk toch een bruiloftsevenement kunnen verzorgen op 18 september 2020 (zie onder 4.18 conclusie van repliek). Verder merken [gedaagden] op dat hier artikel 7 van de Uniforme voorwaarden Orangerie Elswout voorligt; niet de UVH, die daarvan substantieel verschillen. Het betoog van Orangerie waarin zij bepleit dat het annuleringsbeding niet oneerlijk en niet onredelijk bezwarend is, heeft betrekking op de UVH, aldus [gedaagden]