ECLI:NL:RBDHA:2022:1905
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Algerijnse nationaliteit wegens ongeloofwaardigheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 maart 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Algerijnse nationaliteit, had op 15 oktober 2021 asiel aangevraagd in Nederland, na te zijn gearresteerd tijdens een manifestatie op 4 juni 2021 in Mostaganem. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag op 9 december 2021 afgewezen, omdat de verklaringen van eiser over zijn deelname aan de manifestatie en de daaruit voortvloeiende problemen niet geloofwaardig werden geacht. Eiser heeft geen documenten overgelegd ter onderbouwing van zijn asielrelaas, ondanks dat hij beweerde deze te kunnen overleggen. Tijdens de zitting op 17 februari 2022 is eiser niet verschenen, terwijl de gemachtigde van de staatssecretaris wel aanwezig was.
De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris terecht heeft vastgesteld dat eiser voorafgaand aan zijn komst naar Nederland meer dan drie maanden in Frankrijk heeft verbleven zonder daar asiel aan te vragen. Dit leidde tot de conclusie dat eiser kennelijk geen dringende behoefte had aan internationale bescherming. Eiser heeft in zijn beroepsgronden niet voldoende onderbouwd waarom de motivering van het bestreden besluit onjuist zou zijn. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is gedaan, omdat de verklaringen van eiser niet geloofwaardig zijn. Het beroep is ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.