Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser 2] ( [B.V.] B.V.)eiser 2, uit [woonplaats] , tezamen: eisers
het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk, verweerder
[derde-partij], te [woonplaats]
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, die arbeidsmigranten huisvesten, en het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk. De eisers, eigenaar en huurder van een woning en bijgebouw, kregen van de gemeente een last onder dwangsom opgelegd omdat het huisvesten van meerdere arbeidsmigranten door middel van kamergewijze verhuur in strijd zou zijn met het bestemmingsplan. De eisers maakten bezwaar tegen deze besluiten en vroegen om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 23 februari 2022.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen concreet zicht op legalisatie was en dat handhavend optreden niet onevenredig was. De eisers voerden aan dat er in het verleden gedoogd was, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de huidige situatie niet voldeed aan de gedoogvoorwaarden, zoals het voorkomen van overlast en risico's voor de volksgezondheid. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om voorlopige voorziening af, waardoor het bestreden besluit in stand bleef. De uitspraak benadrukt het belang van handhaving van bestemmingsplannen en de voorwaarden waaronder huisvesting van arbeidsmigranten is toegestaan.