ECLI:NL:RBDHA:2022:1837

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 maart 2022
Publicatiedatum
8 maart 2022
Zaaknummer
NL22.2225
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak met terugkeerbesluit

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 2 maart 2022, heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan op het verzoek van de verzoeker, die een terugkeerbesluit had ontvangen van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het verzoeker, met V-nummer [Nummer], had beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 23 februari 2022 in Breda, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. P.Th. van Alkemade, terwijl de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. R.P.G. van Bel.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in de bodemzaak, zaaknummer NL22.1152, waarbij het beroep van verzoeker gegrond is verklaard. Gezien deze uitspraak zag de voorzieningenrechter geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen en heeft hij het verzoek afgewezen. Echter, in het kader van de gegrondverklaring van het beroep, heeft de voorzieningenrechter verweerder wel veroordeeld tot betaling van de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt. Deze kosten zijn vastgesteld op € 759, welke vergoeding aan de rechtsbijstandverlener moet worden betaald, aangezien aan verzoeker een toevoeging is verleend.

De uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers, in aanwezigheid van griffier mr. N.H. de Zeeuw, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL22.2225
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker V-nummer: [Nummer]

(gemachtigde: mr. P.Th. van Alkemade), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. R.P.G. van Bel).

Procesverloop

Bij besluit van 6 januari 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan eiser een terugkeerbesluit opgelegd.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft daarnaast de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.1152, op 23 februari 2022 op zitting behandeld in Breda. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.1152, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Het beroep is gegrond verklaard. Gelet daarop ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Hij wijst het verzoek dan ook af.
2. Gelet op de gedane uitspraak in de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 759 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 759 en een wegingsfactor 1). Omdat aan verzoeker een toevoeging is verleend, moet verweerder de proceskostenvergoeding betalen aan de rechtsbijstandverlener.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 759 (zevenhonderdnegenenvijftig euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.H. de Zeeuw, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Documentcode: DSR19483624

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.