Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 1] bekend als [naam 2], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen eiseres, een burger van Bosnië-Herzegovina, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsdocument op basis van het Unierecht, specifiek artikel 20 van het VWEU, omdat zij de moeder is van twee kinderen met de Nederlandse nationaliteit. De staatssecretaris heeft de aanvraag afgewezen, omdat eiseres haar identiteit en nationaliteit niet aannemelijk heeft gemaakt. Eiseres heeft een verlopen paspoort overgelegd en stelt dat de personalia daarin onjuist zijn. Ze heeft ook documenten overgelegd die haar identiteit zouden moeten aantonen, maar deze zijn niet erkend als officiële stukken door de autoriteiten van Bosnië-Herzegovina.
De rechtbank heeft op 9 februari 2022 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals haar partner en een tolk. De rechtbank heeft overwogen dat eiseres niet in staat is geweest om haar identiteit en nationaliteit ondubbelzinnig aan te tonen, wat een voorwaarde is voor het verkrijgen van verblijfsrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewijslast bij eiseres ligt en dat zij niet voldoet aan de eisen zoals neergelegd in de Vreemdelingencirculaire. Eiseres heeft ook aangevoerd dat er bijzondere individuele omstandigheden zijn, maar de rechtbank oordeelt dat deze onvoldoende zijn om af te wijken van de eisen die aan haar worden gesteld.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de staatssecretaris in stand blijft. Eiseres heeft de mogelijkheid om een nieuwe aanvraag in te dienen zodra zij in staat is om de benodigde documenten te overleggen. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, met mr. J. de Winter als griffier, en is openbaar gemaakt op 4 maart 2022.