Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam] , eiser V-nummer: [nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 februari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een Algerijnse vreemdeling. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 13 februari 2022 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die zijn geboortedatum en nationaliteit als Algerijn heeft opgegeven, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft bepaald dat er geen zitting nodig was en het onderzoek is op 24 februari 2022 gesloten.
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris voldoende gronden heeft aangevoerd voor de maatregel van bewaring, waaronder het risico dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. Eiser heeft de gronden die aan de maatregel ten grondslag liggen niet betwist. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voortvarend heeft gehandeld, aangezien er op 16 februari 2022 een terugnameverzoek naar de Franse autoriteiten is verstuurd en een vertrekgesprek met eiser heeft plaatsgevonden. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgrond van eiser, dat er onvoldoende voortvarend is gehandeld, niet slaagt.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter E.J. Govaers, in aanwezigheid van griffier N.H. de Zeeuw, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.