ECLI:NL:RBDHA:2022:1657

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 februari 2022
Publicatiedatum
3 maart 2022
Zaaknummer
NL20.5202
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 27 februari 2020, wees de aanvraag af als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van de uitkomst van het beroep.

De zitting vond plaats op 23 september 2021, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. B.J.P.M. Ficq. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. J. Visschers. Tijdens de zitting is ook een tolk, V. Nakiyaga, aanwezig geweest. Na de zitting heeft het Bureau Documenten onderzoek gedaan naar documenten die de verzoeker had ingebracht. Partijen hebben schriftelijk gereageerd op de uitkomsten van dit onderzoek, waarna het onderzoek is gesloten zonder nadere zitting.

De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van vandaag, in samenhang met de uitspraak in de zaak NL20.5201, het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.J. Schouw, in aanwezigheid van griffier mr. W. van Loon, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL20.5202
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker V-nummer: [nummer]

(gemachtigde: mr. B.J.P.M. Ficq), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J. Visschers).

Procesverloop

Bij besluit van 27 februari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL20.5201, op
23 september 2021 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk Luganda is verschenen V. Nakiyaga (tolknummer 29312).
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Het onderzoek ter zitting is aangehouden. Bureau Documenten heeft daarna onderzoek gedaan naar een tweetal documenten die eiser voorafgaand aan de zitting heeft ingebracht. Partijen hebben vervolgens schriftelijk op de uitkomsten van dat onderzoek gereageerd. Vervolgens is het onderzoek zonder nadere zitting gesloten.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.5201, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J. Schouw, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde
publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Documentcode: DSR19415730

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.