ECLI:NL:RBDHA:2022:1635
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onjuist ingediende aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot zelfstandigenaftrek
In deze zaak heeft eiser abusievelijk een concept van zijn aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2011 ingediend, waarin geen bedrag aan niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek is opgenomen. Pas bij het opleggen van de aanslag IB/PVV 2017 ontdekte eiser dat zijn aangifte over 2011 onjuist was. De rechtbank oordeelt dat het bedrag van de niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek op het aanslagbiljet IB/PVV 2011 bij beschikking is vastgesteld op nihil. Eiser had tegen deze beschikking bezwaar kunnen maken, maar heeft dit nagelaten. De aanslag IB/PVV 2011 staat inmiddels onherroepelijk vast.
De inspecteur heeft de aanslag IB/PVV 2017 vastgesteld op basis van de juiste bedragen, inclusief de niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek. Eiser heeft in zijn beroep aangevoerd dat de aanslag IB/PVV 2017 ten onrechte naar een te hoog bedrag is vastgesteld, omdat geen rekening is gehouden met het bedrag aan niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek uit 2011. De rechtbank concludeert dat eiser, gezien zijn beroepsuitoefening als belastingconsultant, had moeten zorgen voor een grondige controle van het aanslagbiljet IB/PVV 2011.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanslag IB/PVV 2011 geen beschikking bevatte ten aanzien van de niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek en dat eiser niet tijdig bezwaar heeft gemaakt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. P.J.J. Vonk, rechter, en is openbaar uitgesproken op 23 februari 2022.