Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam] , verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. C.W.M. van Breda, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin de asielaanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, terwijl de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. J.J. Bronsveld, een verweerschrift indiende.
De zitting vond plaats op 17 februari 2022 in Middelburg, waar de verzoeker aanwezig was met waarnemer mr. M.S. Yap. De staatssecretaris was afwezig, maar had dit tijdig gemeld. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, samen met een andere zaak (NL22.1433) die op dezelfde datum aan de orde was. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de uitspraak in de andere zaak van invloed is op het verzoek om voorlopige voorziening.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. A.E. Paulus, en is bekendgemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.