ECLI:NL:RBDHA:2022:1622

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 februari 2022
Publicatiedatum
2 maart 2022
Zaaknummer
NL22.2303
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in het bestuursrechtelijke volgberoep van een Algerijnse vreemdeling

Op 24 februari 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin een Algerijnse vreemdeling, geboren op een onbekende datum en met een V-nummer dat niet is vermeld, een verzoek om voorlopige voorziening heeft ingediend. Dit verzoek volgde op een eerder besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 28 december 2021 de maatregel van bewaring had opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De vreemdeling had op 10 februari 2022 beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, wat werd aangeduid als een volgberoep (zaaknummer NL22.2030).

De voorzieningenrechter heeft op 18 februari 2022 de zaak behandeld, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. In de uitspraak van 24 februari 2022 werd geconcludeerd dat, aangezien er al een uitspraak was gedaan op het volgberoep, een voorlopige voorziening niet meer mogelijk was. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen.

Desondanks heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die zijn vastgesteld op € 1.518,-. Dit bedrag is berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de punten voor het indienen van het verzoekschrift en het verschijnen ter zitting. De uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage-van den Bosch, in aanwezigheid van griffier Z.P. de Wilde, en is openbaar gemaakt op de eerstvolgende maandag na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.2303

uitspraak van de voorzieningenrechter van 24 februari 2022 in de zaak tussen

[naam] , verzoeker,

geboren op [geboortedatum] ,
van Algerijnse nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. H.J. Janse),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. P.A.L.A. van Ittersum).

Procesverloop

Verweerder heeft op 28 december 2021 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
Verzoeker heeft op 10 februari 2022 tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld (NL22.2030) (volgberoep).
Verzoeker heeft op 10 februari 2022 de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Het volgberoep en de voorlopige voorziening zijn behandeld op de zitting van 18 februari 2022. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van 24 februari 2022 heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het volgberoep van verzoeker. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Gelet op de uitkomst van het volgberoep veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.518,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.518,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage-van den Bosch, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van Z.P. de Wilde, griffier. De uitspraak wordt openbaar gemaakt op de eerstvolgende maandag na deze datum.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.