ECLI:NL:RBDHA:2022:1621
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenvergoeding. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J. Visschers, had eerder een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder in deze procedure, was afgewezen als kennelijk ongegrond. Na het indienen van beroep heeft verweerder op 25 januari 2022 het bestreden besluit ingetrokken. Verzoeker trok daarop zijn beroep en verzoek om voorlopige voorziening in, maar vroeg wel om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding. De voorzieningenrechter overwoog dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bestuursorgaan in de proceskosten kan worden veroordeeld als het bestuursorgaan tegemoetkomt aan de indiener van het verzoekschrift. Echter, verweerder stelde dat de intrekking van het besluit was gebaseerd op nieuwe informatie die door verzoeker in beroep was ingebracht, en dat dit niet als tegemoetkomen kan worden aangemerkt.
De voorzieningenrechter volgde het standpunt van verweerder en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. De rechter concludeerde dat er geen sprake was van tegemoetkomen in de zin van de Awb, omdat de nieuwe informatie niet door verweerder in de eerdere besluitvorming was meegenomen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.