ECLI:NL:RBDHA:2022:16089

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
C/09/639115/KG RK 22-1435
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek op basis van inhoudelijk oordeel rechter

In deze zaak heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 21 december 2022 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door Programmrot Amplifica Sarl, die zich niet kon vinden in het oordeel van rechter E.E. Schotte in een eerdere procedure. De verzoekster stelde dat de rechter AFNE-vragen niet volgde en dat dit een grond voor wraking vormde. De wrakingskamer oordeelde echter dat een inhoudelijk juridisch oordeel van een rechter nooit kan leiden tot een wrakingsverzoek, tenzij er sprake is van objectieve aanwijzingen voor partijdigheid. De verzoekster had niet onderbouwd dat er sprake was van vooringenomenheid van de rechter. De wrakingskamer benadrukte dat het gesloten stelsel van rechtsmiddelen betekent dat een rechterlijke beslissing niet kan worden aangevochten via een wrakingsverzoek. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd in het openbaar uitgesproken, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Wrakingskamer
wrakingnummer 2022/89
zaak- /rekestnummer: C/09/639115 / KG RK 22-1435
Beslissing van 21 december 2022
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
Programmrot Amplifica Sarl,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: verzoekster,
gemachtigde [gemachtigde] te [woonplaats] ,
strekkende tot de wraking van
mr. E.E. Schotte,
rechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het proces-verbaal van 2 december 2022 waarin het mondelinge wrakingsverzoek en de gronden daarvoor zijn vermeld;

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak met nummer SGR 22/3805 (hierna: de hoofdzaak). Deze zaak betreft een verzet tegen een uitspraak op beroep van 29 augustus 2022. In de uitspraak van 29 augustus 2022 is verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep. In verzet is alleen aan de orde of het beroep terecht niet-ontvankelijk is verklaard.
2.2.
Verzoekster heeft blijkens het proces-verbaal van het mondelinge verzoek aan het verzoek ten grondslag gelegd dat de rechter AFNE niet volgt.

3.De beoordeling

3.1.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij of zij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid.
3.2.
Uit het proces-verbaal van 2 december 2022 blijkt dat verzoekster van mening is dat AFNE-vragen op grond van EU-recht gesteld moeten worden en dat (dit) EU-recht boven de Algemene wet bestuursrecht staat. De rechter heeft blijkens het proces-verbaal aan het einde van de mondelinge behandeling kenbaar gemaakt dat ze de Algemene wet bestuursrecht zal toepassen, dat ze aan de hand daarvan zal toetsen of het beroep van verzoekster ontvankelijk is en dat het eventueel stellen van AFNE-vragen niet voor nu is, maar voor de rechter die de zaak inhoudelijk beoordeelt. Hierna heeft verzoekster het wrakingsverzoek ingediend.
3.3.
De wrakingskamer overweegt dat het wrakingsverzoek is gegrond op een inhoudelijk oordeel van de rechter, gegeven aan het eind van de mondelinge behandeling, waarbij verzoekster in de gelegenheid is geweest haar standpunt kenbaar te maken. Een inhoudelijk juridisch oordeel van een rechter kan nooit grond voor wraking opleveren. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen brengt mee dat een rechterlijke (tussen)beslissing als zodanig nimmer grond kan vormen voor wraking: wraking is geen verkapt rechtsmiddel. Het gerecht dat over het wrakingsverzoek moet oordelen (de wrakingskamer) komt geen oordeel toe over de juistheid van de (tussen)beslissing. Dat oordeel is voorbehouden aan de rechter die in geval van de aanwending van een rechtsmiddel belast is met de behandeling van de zaak. Dit is alleen anders als de motivering van de (tussen)beslissing in het licht van alle omstandigheden van het geval en naar objectieve maatstaven gemeten – bijvoorbeeld door de in de motivering gebezigde bewoordingen – niet anders kan worden begrepen dan als blijk van vooringenomenheid van de rechter die haar heeft gegeven. Verzoekster heeft op geen enkele wijze onderbouwd dat dat hier aan de orde is. Zij legt uitsluitend aan het wrakingsverzoek ten grondslag dat de rechter AFNE niet volgt. Dit betekent dat het wrakingsverzoek niet toewijsbaar is.
3.4.
Voor een behandeling van het verzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer
4.1.
wijst het verzoek tot wraking af;
4.2.
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek;
4.3.
beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 8:18, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt toegezonden aan:
• verzoekster;
• de wederpartij in de hoofdzaak;
• de rechter.
Deze beslissing is gegeven door mrs. M.J. Alt-van Endt. S.M. Krans en J. Brandt, in tegenwoordigheid van de griffier mr. I. Diephuis-Timmer en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2022.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.