Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
- verzoeker;
- de wederpartij in de hoofdzaak;
- de rechter.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 25 november 2022 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker. Het verzoek tot wraking was ingediend op 16 november 2022, na de mondelinge uitspraak van een eindvonnis in de hoofdzaak, waarin de verzoeker en SDL Automotive B.V. betrokken waren. De verzoeker stelde dat hem geen spreekrecht was toegekend tijdens de zitting op 16 november 2022, waar de behandelend rechter, mr. A.J. Japenga, de einduitspraak deed. De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek niet-ontvankelijk was, omdat de wet geen mogelijkheid biedt voor wraking na een einduitspraak in de hoofdzaak. Bovendien was het wrakingsverzoek niet gericht aan de juiste persoon, aangezien het verzoek niet specifiek de behandelend rechter noemde. De wrakingskamer verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk en bepaalde dat de beslissing aan de betrokken partijen moest worden toegezonden. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.