ECLI:NL:RBDHA:2022:16037
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor aanlegsteigers
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 augustus 2022 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem. De verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen de verleende omgevingsvergunningen aan Chronos Ontwikkeling B.V. voor de aanleg van drie en elf aanlegsteigers in respectievelijk [adres] [nummer 1] en [adres] [nummer 2] in [plaats]. De verzoekers stelden dat er een spoedeisend belang was, omdat de vergunninghouder al was begonnen met de bouw van een showsteiger en mogelijk verder zou gaan met de werkzaamheden, wat hen nadelige gevolgen zou kunnen berokkenen.
De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen sprake was van een spoedeisend belang. Hoewel er al een showsteiger was gerealiseerd, was er geen bewijs dat verdere werkzaamheden aan de aanlegsteigers zouden plaatsvinden voordat er een beslissing op de bezwaren was genomen. De voorzieningenrechter heeft ook vastgesteld dat de bestreden besluiten niet evident onrechtmatig waren, ondanks dat de voorgenomen activiteiten in strijd waren met het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de verzoekers niet konden aantonen dat de bouwwerken een negatieve impact zouden hebben op de landschappelijke structuur of cultuurhistorische waarde van het gebied.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.