ECLI:NL:RBDHA:2022:15989

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 december 2022
Publicatiedatum
13 juli 2023
Zaaknummer
AWB 22/2200
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 13 december 2022, wordt het verzoek van de verzoeker om vergoeding van proceskosten behandeld. De verzoeker, met V-nummer [V-nummer], heeft beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die als verweerder optreedt. Op 8 april 2022 heeft de verzoeker beroep aangetekend, waarna de verweerder op 13 juni 2022 een besluit heeft genomen. Na het nemen van dit besluit heeft de verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de gemaakte proceskosten.

De rechtbank overweegt dat op basis van artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) een partij de proceskosten van de tegenpartij kan laten betalen. De verweerder heeft op het verzoek van de verzoeker gereageerd en heeft aangegeven bereid te zijn om de proceskosten te vergoeden tot een bedrag van € 379,50. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op dit bedrag, waarbij een wegingsfactor van 0,5 is toegepast, aangezien de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn.

Daarnaast is de verweerder ook veroordeeld tot betaling van het griffierecht van € 184,- aan de verzoeker, conform artikel 8:41 Awb. De rechtbank heeft in haar beslissing de verweerder veroordeeld tot betaling van € 379,50 aan proceskosten aan de verzoeker. Deze uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier I.J. Tiktak, en is openbaar uitgesproken op 13 december 2022.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/2200

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 december 2022 in de zaak tussen

[verzoeker] , met V-nummer [V-nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. W.J. Rohlof),
en

Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoeker om vergoeding van zijn proceskosten.
Verweerder heeft op 3 oktober 2022 gereageerd op dit verzoek.

Overwegingen

1. Verzoeker is op 8 april 2022 in beroep gegaan tegen het uitblijven van een besluit. Verweerder heeft op 13 juni 2022 een besluit genomen. Verweerder heeft dus gedaan wat verzoeker wilde. Verzoeker heeft daarna het beroep ingetrokken en een vergoeding gevraagd voor zijn proceskosten.
2. De rechtbank kan een partij de proceskosten van de tegenpartij laten betalen (artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)).
3. Verweerder heeft gereageerd op het verzoek van verzoeker en heeft aangegeven dat hij de proceskosten wil vergoeden tot een bedrag van € 379,50.
4. De rechtbank stelt de proceskosten van verzoeker die verweerder moet betalen vast op €379,50,-. Omdat de zaak alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden, wordt een wegingsfactor van 0,5 toegepast.
5. Verweerder moet ook het griffierecht van €184,- aan verzoeker betalen (artikel 8:41 Awb
).

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder tot betaling van €379,50,- aan proceskosten. Verweerder moet dit bedrag betalen aan verzoeker.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 december 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.