ECLI:NL:RBDHA:2022:15917

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 november 2022
Publicatiedatum
16 mei 2023
Zaaknummer
NL22.6660
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het verzoek van de verzoeker om vergoeding van zijn proceskosten. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. H.M.A. Breuls, heeft een verzoek ingediend bij de rechtbank omdat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de verweerder, niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, aangezien dit in deze specifieke zaak niet noodzakelijk werd geacht, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft overwogen dat het mogelijk is om een partij de proceskosten van de tegenpartij te laten betalen, zoals beschreven in artikel 8:75 en 8:75a van de Awb en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De verzoeker is op 15 april 2022 in beroep gegaan, omdat de verweerder niet tijdig op zijn aanvraag had beslist. Pas op 23 mei 2022 heeft de verweerder alsnog een beslissing genomen, waarna de verzoeker zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit heeft ingetrokken en de rechtbank heeft verzocht om de verweerder te veroordelen in de proceskosten.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoeker recht heeft op vergoeding van de proceskosten, omdat de verweerder pas na het indienen van het beroep een beslissing heeft genomen. De vergoeding is vastgesteld op een vast bedrag, aangezien de verzoeker een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld. De rechtbank heeft echter een lager bedrag toegekend, omdat de zaak enkel betrekking had op de overschrijding van de beslistermijn. Uiteindelijk is de verweerder veroordeeld tot betaling van € 379,50 aan proceskosten aan de verzoeker. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, en is op 28 november 2022 openbaar gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.6660
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. H.M.A. Breuls), en
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoeker om vergoeding van zijn proceskosten. Verweerder heeft niet gereageerd op dit verzoek.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. De rechtbank kan een partij de proceskosten van de tegenpartij laten betalen (artikel 8:75 en 8:75a van de Awb en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)).
3. Verzoeker is op 15 april 2022 in beroep gegaan, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag. Op 23 mei 2022 heeft verweerder alsnog een beslissing genomen op zijn aanvraag. Verzoeker heeft daarna het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit ingetrokken en daarbij de rechtbank verzocht om verweerder te veroordelen in de proceskosten.
4. Omdat verweerder pas nadat verzoeker in beroep is gegaan een beslissing heeft genomen, krijgt verzoeker een vergoeding voor de proceskosten die hij heeft gemaakt. Verweerder moet dit betalen. Volgens het Bpb is dit een vast bedrag omdat verzoeker een professionele (juridische) hulpverlener heeft ingeschakeld om voor hem een beroepschrift in te dienen.
5. Omdat de zaak alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden, wordt een lager bedrag toegekend (wegingsfactor 0,5). Verder zijn er geen kosten gemaakt die
vergoed kunnen worden. Toegekend wordt € 379,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 0,5).

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van
€ 379,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van W. van Brakel, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
28 november 2022

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.