ECLI:NL:RBDHA:2022:15697
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wegens niet-betaling griffierecht
Deze uitspraak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, gedateerd 24 februari 2022. De voorzieningenrechter heeft in deze zaak besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat verzoeker het griffierecht niet heeft betaald. Dit griffierecht bedraagt € 184,- en is verplicht volgens artikel 8:82, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft op 24 maart 2022 een aangetekende brief gestuurd naar verzoeker, waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht binnen vier weken moest worden voldaan. Verzoeker heeft echter het griffierecht niet betaald en heeft geen geldige reden opgegeven voor deze niet-betaling. Hierdoor kon de voorzieningenrechter de zaak niet inhoudelijk behandelen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Awb. Er is geen sprake van een vergoeding van de proceskosten. De beslissing van de voorzieningenrechter is dat het verzoek niet-ontvankelijk wordt verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van N. Dayerizadeh, griffier, en is openbaar uitgesproken op 23 december 2022.