ECLI:NL:RBDHA:2022:15696
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. A. Hashem Jawaheri, beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, van 24 februari 2022. De rechtbank, zittende in Utrecht, heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat eiser het verschuldigde griffierecht van € 184,- niet heeft betaald. De griffier had eiser bij aangetekende brief van 23 april 2022 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te voldoen, maar eiser heeft hier geen gehoor aan gegeven en geen reden voor het verzuim opgegeven.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting, aangezien het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft vastgesteld dat het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, en heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.J.A. Schaaf en is op 23 december 2022 in het openbaar uitgesproken. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.