Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 december 2022 in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
Procesverloop
Overwegingen
28 oktober 2021) tot intrekking van de omgevingsvergunningen voor de [adres] [nummers] al ruimschoots was verstreken toen eiseres beroep instelde bij de rechtbank. De rechtbank stelt verder vast dat het beroepschrift tegen het niet tijdig beslissen op het onderhavige verzoek voldoet aan het vereiste zoals gesteld in artikel 6:12, tweede lid, aanhef en onder b, van de Awb. Eiseres heeft het college immers tot twee keer toe, bij brieven van 24 december 2021 en 9 september 2022, schriftelijk in gebreke gesteld. Sindsdien is een ruime periode van meer dan twee weken verstreken. Dit brengt mee dat eiseres rechtsgeldig beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig beslissen en dat het beroep gegrond is.
€ 23,- per dag, de daaropvolgende veertien dagen € 35,- per dag en de overige dagen € 45,- per dag. Het college heeft inmiddels in de brief aan eiseres van 9 november 2022 met juistheid vastgesteld dat het inmiddels het maximale bedrag van € 1.442,- aan dwangsommen heeft verbeurd, zodat de rechtbank hierover geen beslissing hoeft te nemen.
Op grond van artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb bepaalt de rechtbank als het beroep gegrond is en nog geen besluit is bekendgemaakt dat het bestuursorgaan binnen twee weken na de dag waarop de uitspraak wordt verzonden alsnog een besluit bekendmaakt. De rechtbank bepaalt dat het college binnen twee weken na verzending van deze uitspraak een beslissing op de aanvraag moet nemen en aan eisers moet bekendmaken.
Beslissing
verklaart het beroep gegrond;