ECLI:NL:RBDHA:2022:15555

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 oktober 2022
Publicatiedatum
24 februari 2023
Zaaknummer
NL22.19937 en NL22.19939
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Frankrijk

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 28 oktober 2022 uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL22.19937 en NL22.19939. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. S.R. Nohar, hebben een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. E. van Hoof, heeft de aanvragen van de verzoekers niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen.

De verzoekers hebben tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 25 oktober 2022 behandeld, maar de verzoekers zijn niet verschenen, terwijl de verweerder wel vertegenwoordigd was. In de uitspraak van dezelfde dag in de zaken NL22.19936 en NL22.19938 heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er al een uitspraak is gedaan op de beroepen van de verzoekers. Daarom heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg en is op 28 oktober 2022 in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.19937 en NL22.19939
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen [verzoeker 1] en [verzoeker 2], verzoekers
V-nummers: [V-nummer 1] en [V-nummer 2]
(gemachtigde: mr. S.R. Nohar), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. E. van Hoof).

Procesverloop

Bij besluiten van 4 oktober 2022 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken, samen met de zaken NL22.19936 en NL22.19938, op 25 oktober 2022 op zitting behandeld. Verzoekers en hun gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL22.19936 en NL22.19938, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. T.R. Oosterhoff - Vos, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
28 oktober 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.