ECLI:NL:RBDHA:2022:15547

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 oktober 2022
Publicatiedatum
24 februari 2023
Zaaknummer
NL22.19854
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Polen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoeker, aangeduid als verzoeker met V-nummer [V-nummer]. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder in deze procedure, niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Polen verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker, conform de Dublin-verordening.

Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 oktober 2022 behandeld, waarbij verzoeker via een beeldverbinding aanwezig was, bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. B.G. Smouter. De verweerder werd vertegenwoordigd door mr. E. van Hoof. Tijdens de zitting was ook een tolk, A. Tihouna, aanwezig.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de bodemzaak (zaaknummer NL22.19853), een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Echter, de voorzieningenrechter heeft verweerder wel veroordeeld in de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt, welke zijn vastgesteld op € 759,00. Deze kosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de rechtsbijstand verleend door een derde.

De uitspraak is openbaar gemaakt op 31 oktober 2022 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.19854
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. B.G. Smouter),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. E. van Hoof).

Procesverloop

Bij besluit van 26 september 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL22.19853,
op 25 oktober 2022 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, via een beeldverbinding bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Tihouna. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.19853, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 759,00 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 759,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. T.R. Oosterhoff - Vos, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
31 oktober 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.