ECLI:NL:RBDHA:2022:15432
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning regulier voor medische behandeling wegens gevaar voor openbare orde
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juli 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier met het verblijfsdoel medische behandeling. Eiser, een Somalische man, had op 1 september 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier onder de beperking 'medische behandeling', omdat hij diabetes heeft en hiervoor in Nederland behandeld wordt. De aanvraag werd echter afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die stelde dat eiser een gevaar voor de openbare orde vormt vanwege een eerdere veroordeling tot een gevangenisstraf van acht jaar.
Eiser heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat hij sinds maart 2021 niet meer gerecidiveerd heeft en dat er geen actuele dreiging voor de openbare orde is. De rechtbank overwoog dat Nederland het meest aangewezen land is voor de medische behandeling van eiser, maar dat de Staatssecretaris op basis van het beleid in de vreemdelingencirculaire de aanvraag mocht afwijzen. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris niet verplicht was om een individuele belangenafweging te maken, gezien de eerdere veroordeling van eiser.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en het bestreden besluit bleef in stand. Eiser had geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en de rechtbank oordeelde dat er geen reden was om af te wijken van het beleid van de Staatssecretaris. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 12 juli 2022.