ECLI:NL:RBDHA:2022:15413
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag van Oekraïense nationaliteit
In deze zaak heeft eiseres, een Oekraïense vrouw geboren in 1953, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar verweerder heeft niet tijdig op deze aanvraag beslist. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten zonder behandeling op een zitting.
Volgens de Algemene wet bestuursrecht moet een bestuursorgaan binnen zes maanden na ontvangst van een asielaanvraag beslissen. Eiseres diende haar aanvraag in op 26 februari 2022, wat betekent dat verweerder uiterlijk op 26 augustus 2022 had moeten beslissen. Echter, met ingang van 28 februari 2022 is er een besluit- en vertrekmoratorium ingesteld voor vreemdelingen uit Oekraïne, waardoor de beslistermijn met een jaar is verlengd. Dit betekent dat de beslistermijn voor eiseres is verlengd tot 26 augustus 2023.
De rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling van eiseres prematuur was, omdat de wettelijke beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 18 november 2022.