ECLI:NL:RBDHA:2022:15411

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 november 2022
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
NL22.18230
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door prematuur ingediende ingebrekestelling

In deze zaak heeft eiseres, een Afghaanse vrouw geboren in 1991, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op 28 augustus 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris niet tijdig op deze aanvraag heeft beslist. Echter, eiseres heeft geen zitting aangevraagd en de rechtbank heeft het onderzoek gesloten zonder behandeling op zitting. De rechtbank heeft overwogen dat als een bestuursorgaan niet tijdig beslist, de betrokkene een ingebrekestelling moet indienen. Eiseres heeft dit gedaan, maar de rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling prematuur was, omdat de wettelijke beslistermijn was verlengd met een jaar door een besluit- en vertrekmoratorium voor vreemdelingen uit Afghanistan. Dit moratorium was van kracht vanaf 26 augustus 2021, waardoor de beslistermijn pas op 28 februari 2023 zou verstrijken. Aangezien de ingebrekestelling van eiseres niet geldig was, kon het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard. De rechtbank heeft daarom het beroep van eiseres afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.18230
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres geboren op [geboortedatum] 1991, van Afghaanse nationaliteit V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: D.W.M. van Erp) en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,verweerder (gemachtigde: S. Becks)

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend, omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op haar aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (hierna: aanvraag).

Overwegingen

1. De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en gevraagd of zij het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting.1
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd op een aanvraag beslist, dan kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene schriftelijk aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog moet worden beslist op zijn aanvraag (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na twee weken nog steeds geen besluit is genomen, dan kan de betrokkene beroep instellen.2
3. Verweerder moet in beginsel uiterlijk binnen zes maanden na ontvangst van de asielaanvraag beslissen.3 Eiseres heeft haar aanvraag ingediend op 28 augustus 2021.
4. Op 20 augustus 20214 heeft verweerder ten aanzien van vreemdelingen afkomstig uit
1. Op grond van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2 Dit volgt uit artikel 6:2 en 6:12 van de Awb.
3 Artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
4 Staatscourant 2021, 39300.
Afghanistan besloten tot het instellen van een besluit- en vertrekmoratorium als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de Vw. In artikel 1 van dit besluit is bepaald dat het besluit- en vertrekmoratorium wordt ingesteld met ingang van de dag van inwerkingtreding van het besluit en voor de duur van zes maanden. Op grond van artikel 2 van dit besluit is de beslistermijn verlengd met een jaar voor vreemdelingen afkomstig uit Afghanistan, die een aanvraag indienen of hebben ingediend tot verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Het besluitmoratorium is op 26 augustus 2021 in werking getreden.
5. Eiseres heeft niet gesteld dat het besluit- en vertrekmoratorium niet op haar van toepassing is en dat is ook niet gebleken. Daarmee is de beslistermijn verlengd met één jaar, tot en met 28 februari 2023. De wettelijke beslistermijn is daarom niet verstreken. Dat betekent dat de ingebrekestelling van eiseres prematuur is ingediend en niet geldig is. Zonder geldige ingebrekestelling kan geen beroep wegens niet tijdig beslissen worden ingediend. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. L.L. Hol, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
18 november 2022

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.