Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart de beroepen tegen bestreden besluit 1 en 2 ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 november 2022 uitspraak gedaan in de zaken NL22.22100 en NL22.22123, waarbij de rechtbank zich boog over de rechtsgeldigheid van een terugkeerbesluit en de daaropvolgende maatregel van bewaring tegen een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De eiser had een terugkeerbesluit ontvangen van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat hij niet kon onderbouwen dat hij de EU had verlaten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op 21 juli 2022 een bevel tot onmiddellijke terugkeer naar Spanje had gekregen, maar dat hij niet kon aantonen dat hij daadwerkelijk naar Spanje was teruggekeerd. De rechtbank oordeelde dat de gronden voor de maatregel van bewaring voldoende waren, omdat er een risico bestond dat de eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank heeft de beroepen tegen de bestreden besluiten ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor vreemdelingen om aan te tonen dat zij voldoen aan de voorwaarden voor verblijf in Nederland, vooral wanneer zij een terugkeerbesluit hebben ontvangen.