ECLI:NL:RBDHA:2022:15402
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M.C. Verra
- L.L. Hol
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, een Iraakse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bij besluit van 29 november 2022 buiten behandeling gesteld. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek samen met een ander beroep behandeld op 22 december 2022, maar beide partijen zijn niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de andere zaak (NL22.24802), een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom is het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, in aanwezigheid van griffier mr. L.L. Hol, en is openbaar gemaakt op 30 december 2022. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.