ECLI:NL:RBDHA:2022:15390
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvragen van Moldavische Roma in verband met oorlog in Oekraïne en discriminatie
De Rechtbank Den Haag heeft op 1 december 2022 uitspraak gedaan in de zaken NL22.21502 en NL22.21503, waarin twee Moldavische Roma, eiser en eiseres, asiel aanvroegen in Nederland. De aanvragen werden door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als ongegrond. Eisers stelden dat zij Moldavië moesten verlaten vanwege discriminatie als Roma en de dreiging van de oorlog in Oekraïne. Tijdens de zitting op 24 november 2022 werd het beroep behandeld, waarbij eisers zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigde, mr. S.A.S. Jansen, en verweerder door mr. A.E. van Midden.
Eisers voerden aan dat zij in Moldavië ernstig gediscrimineerd werden en dat de oorlog in Oekraïne hen in gevaar bracht. De rechtbank oordeelde echter dat de algemene situatie van Roma in Moldavië niet zodanig ernstig was dat dit een asielvergunning rechtvaardigde. De rechtbank concludeerde dat er geen concrete aanwijzingen waren dat de oorlog in Oekraïne zich naar Moldavië zou uitbreiden of dat eiser zou worden opgeroepen voor militaire dienst. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat de discriminatie in hun persoonlijke situatie hen zodanig beperkte dat zij niet konden functioneren in Moldavië.
De rechtbank verwierp ook de argumenten van eisers over de veiligheidssituatie in Moldavië en de noodzaak voor uitstel van vertrek vanwege de zwangerschap van eiseres. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet verplicht was om uitstel van vertrek te verlenen, aangezien eiseres meer dan zes weken voor de bevalling was. Daarnaast werd het verzoek om een reguliere verblijfsvergunning voor slachtoffers van mensenhandel afgewezen, omdat er geen aangifte was gedaan van mensenhandel. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank de beroepen ongegrond en wees de aanvragen af.