ECLI:NL:RBDHA:2022:15390

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 december 2022
Publicatiedatum
17 februari 2023
Zaaknummer
NL22.21502 en NL22.21503
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvragen van Moldavische Roma in verband met oorlog in Oekraïne en discriminatie

De Rechtbank Den Haag heeft op 1 december 2022 uitspraak gedaan in de zaken NL22.21502 en NL22.21503, waarin twee Moldavische Roma, eiser en eiseres, asiel aanvroegen in Nederland. De aanvragen werden door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als ongegrond. Eisers stelden dat zij Moldavië moesten verlaten vanwege discriminatie als Roma en de dreiging van de oorlog in Oekraïne. Tijdens de zitting op 24 november 2022 werd het beroep behandeld, waarbij eisers zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigde, mr. S.A.S. Jansen, en verweerder door mr. A.E. van Midden.

Eisers voerden aan dat zij in Moldavië ernstig gediscrimineerd werden en dat de oorlog in Oekraïne hen in gevaar bracht. De rechtbank oordeelde echter dat de algemene situatie van Roma in Moldavië niet zodanig ernstig was dat dit een asielvergunning rechtvaardigde. De rechtbank concludeerde dat er geen concrete aanwijzingen waren dat de oorlog in Oekraïne zich naar Moldavië zou uitbreiden of dat eiser zou worden opgeroepen voor militaire dienst. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat de discriminatie in hun persoonlijke situatie hen zodanig beperkte dat zij niet konden functioneren in Moldavië.

De rechtbank verwierp ook de argumenten van eisers over de veiligheidssituatie in Moldavië en de noodzaak voor uitstel van vertrek vanwege de zwangerschap van eiseres. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet verplicht was om uitstel van vertrek te verlenen, aangezien eiseres meer dan zes weken voor de bevalling was. Daarnaast werd het verzoek om een reguliere verblijfsvergunning voor slachtoffers van mensenhandel afgewezen, omdat er geen aangifte was gedaan van mensenhandel. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank de beroepen ongegrond en wees de aanvragen af.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.21502 en NL22.21503
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen [eiser] (eiser) en [eiseres] (eiseres), eisers
V-nummers: [V-nummer] en [V-nummer]
(gemachtigde: mr. S.A.S. Jansen), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A.E. van Midden)

Procesverloop

Bij besluiten van 17 oktober 2022 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van eisers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
Eisers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 24 november 2022 op zitting behandeld. Eisers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eisers hebben de Moldavische nationaliteit. Eiser is geboren op [geboortedatum 1] 1998. Eiseres is geboren op [geboortedatum 2] 2001.
2. Eisers hebben aan hun asielaanvragen ten grondslag gelegd dat zij Moldavië moesten verlaten vanwege de discriminatie die zij daar als Roma ondervonden. Eiser is aangevallen en eisers konden beiden geen werk vinden. Verder stellen eisers dat zij niet in Moldavië kunnen blijven vanwege de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Eisers woonden in Moldavië dichtbij de grens met Oekraïne en dichtbij een pro-Russisch gebied in Moldavië. Eisers vrezen dat de oorlog de grens overslaat en dat eiser wordt opgeroepen voor militaire dienst.
3. Het asielrelaas van eisers bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
4. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
5. Problemen vanwege etniciteit;
6. Oorlog in Oekraïne en de daaruit voortvloeiende problemen voor betrokkenen. Verweerder vindt alle drie de relevante elementen van het asielrelaas geloofwaardig. Verweerder heeft de aanvragen van eisers echter afgewezen als ongegrond.1 Verweerder stelt dat niet is gebleken dat eisers in Moldavië door de discriminatie zodanig beperkt worden in hun bestaansmogelijkheden, dat zij daar onmogelijk op maatschappelijk en sociaal gebied kunnen functioneren. Verder stelt verweerder dat er geen concrete indicaties zijn dat de oorlog in Oekraïne zich zal uitbreiden naar Moldavië of dat eiser zal worden opgeroepen voor de militaire dienst. Dit zijn daarom geen redenen om eisers een asielvergunning te verlenen.
Discriminatie van Roma
4. Eisers voeren aan dat zij in Moldavië zodanig gediscrimineerd worden dat zij onmogelijk op sociaal en maatschappelijk gebied kunnen functioneren. Dit blijkt uit een filmpje opgenomen in de woonplaats van eisers, waarop te zien is dat er sprake is van geweld tegen Roma .
5. De beroepsgrond slaagt niet. Uit de door eisers aangehaalde stukken volgt dat Roma in Moldavië discriminatie en achterstelling ervaren. Discriminatie kan worden aangemerkt als een daad van vervolging, maar alleen als de vreemdeling door de discriminatie zo ernstig wordt beperkt in zijn of haar bestaansmogelijkheden dat hij of zij onmogelijk op maatschappelijk en sociaal gebied kan functioneren. De rechtbank oordeelt dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de algemene situatie van Roma in Moldavië onvoldoende ernstig is om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De door eisers aangehaalde bronnen in dit verband leiden niet tot een ander oordeel. Ook hebben eisers niet aannemelijk gemaakt dat de discriminatie in hun persoonlijke geval zodanige ernstige beperkingen van hun bestaansmogelijkheid oplevert, dat het voor hen onmogelijk is om op maatschappelijk en sociaal gebied in Moldavië te kunnen functioneren. De nieuwsberichten en filmpjes waarnaar eisers verwijzen zien niet op specifiek op hun persoonlijke situatie. Daar kom bij dat eisers in Moldavië werk hebben gehad2 en toegang tot medische zorg3 en andere sociale voorzieningen.4 Dit duidt er niet op dat zij zich in Moldavië niet hebben kunnen handhaven.
Oorlog in Oekraïne en mobilisatie
6. Eisers vinden dat zij aannemelijk hebben gemaakt dat het op dit moment niet veilig is om naar Moldavië terug te keren, omdat de oorlog in Oekraïne over lijkt te slaan en er een grootschalige mobilisatie op komst lijkt. Hierbij wijzen eisers erop dat er een groot Russisch munitiedepot is in Moldavië op het pro-Russische gebied. Daar zijn ook Russische troepen gestationeerd. Verder geldt er een negatief reisadvies voor Moldavië. Het reisadvies vermeldt dat het niet veilig is om in Moldavië te wonen, werken of studeren. Ook is de noodsituatie op 10 oktober 2022 verlengd en bereidt het land zich voor op mobilisatie.
1. Op grond van artikel 31 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2 Zie pagina 5 van het aanmeldgehoor van eiser en pagina 10 nader gehoor eiseres.
3 Zie pagina 9 van het nader gehoor van eiser.
4 Zie pagina 11 van het nader gehoor van eiseres en pagina 11 van het nader gehoor van eiser.
7. De vrees van eisers dat de oorlog in Oekraïne ook naar Moldavië zal overslaan en dat eiser gemobiliseerd zal worden, betreft een onzekere toekomstige gebeurtenis. Dat eisers hierdoor in een situatie terecht kunnen komen die in strijd is met artikel 3 van het EVRM5, betreft een omstandigheid waarop de rechtbank niet vooruit kan lopen. Ook hebben eisers niet onderbouwd dat in Moldavië sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 15 onder c van de Definitierichtlijn. De beroepsgrond slaagt niet.
Artikel 64 van de Vw
8. Eisers vinden dat zij uitstel van vertrek moeten krijgen op grond van artikel 64 van de Vw, omdat eiseres hoogzwanger is.
9. De rechtbank overweegt dat verweerder eisers geen uitstel van vertrek hoefde te verlenen op grond van artikel 64 van de Vw. In het beleid van verweerder is bepaald dat bij zwangerschap uitzetting per vliegtuig achterwege blijft in de periode van zes weken vóór tot zes weken ná de bevalling.6 Eiseres is uitgerekend op 7 februari 2023. Het is nog méér dan zes weken tot de bevalling. Verweerder is dus (nog) niet gehouden om eisers uitstel van vertrek te verlenen op grond van artikel 64 van de Vw.
Reguliere vergunning mensenhandel
10. Eisers vinden dat zij in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning als slachtoffers van mensenhandel. Zij hebben hun paspoort aan een mensensmokkelaar moeten afgeven en niet teruggekregen.
11. De rechtbank oordeelt dat verweerder eisers niet ambtshalve een reguliere verblijfsvergunning voor slachtoffers van mensenhandel moest verlenen. Op grond van artikel 3.6a, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 toetst verweerder bij de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ambtshalve of eisers in aanmerking komen voor een reguliere vergunning voor slachtoffers van mensenhandel. Verweerder wijst deze aanvraag af als er geen aangifte is gedaan van mensenhandel.7 Eisers hebben geen aangifte gedaan van mensenhandel en daarom hoefde verweerder hen niet deze vergunning te verlenen.
12. De aanvragen zijn terecht afgewezen als ongegrond. De beroepen zijn ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. R.G.A. Beijen, griffier.
5 Het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
6 Zie paragraaf A3/7.3.2.6 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc).
7 Zie paragraaf B8/3.1 van de Vc
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
01 december 2022

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.