ECLI:NL:RBDHA:2022:15388

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 december 2022
Publicatiedatum
17 februari 2023
Zaaknummer
NL22.21223
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag Georgische eiser op grond van veilig land van herkomst en medische omstandigheden

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 december 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een eiser met de Georgische nationaliteit. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 24 november 2022, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. De eiser voerde aan dat hij in Georgië niet de benodigde medische zorg kan krijgen, wat volgens hem een reden zou moeten zijn om hem asiel te verlenen. De rechtbank oordeelde echter dat de Staatssecretaris voldoende had aangetoond dat Georgië als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. De rechtbank stelde vast dat de eiser zijn medische klachten niet had onderbouwd met bewijsstukken, waardoor de argumenten voor uitstel van vertrek niet konden worden gehonoreerd. De rechtbank concludeerde dat de asielaanvraag terecht was afgewezen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 1 december 2022, en tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.21223
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. J.W.F. Menick),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A.E. van Midden)

Procesverloop

Bij besluit van 13 oktober 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL22.21224, op 24 november 2022 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Eiser heeft de Georgische nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1970.
2. Eiser heeft hartproblemen en psychische problemen. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij in Georgië niet de benodigde medische behandelingen kan krijgen. Medische zorg in Georgië is duur en de artsen zijn volgens eiser vaak onvoldoende kundig. Eiser kan hierdoor de benodigde medische zorg in Georgië niet betalen en vertrouwt de kwaliteit ervan niet.
3. Verweerder vindt eisers identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig. Volgens verweerder is Georgië een veilig land van herkomst. Dit blijkt uit de herbeoordelingen van de aanwijzing van Georgië als veilig land van herkomst.1 Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat Georgië in het algemeen of voor hem specifiek niet als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. Medische redenen zijn volgens verweerder geen grondslag voor een asielvergunning. Daarbij komt dat eiser zijn klachten niet heeft
1. Zie de herbeoordelingen van 11 juni 2018, 30 september 2020 en 6 mei 2021.
onderbouwd. Er is daarom geen reden om eiser uitstel van vertrek te verlenen op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Verweerder concludeert dat de asielaanvraag wordt afgewezen als kennelijk ongegrond en legt een inreisverbod voor de duur van twee jaar op.2
Georgië als veilig land van herkomst
4. Eiser betwist dat Georgië in het algemeen kan worden aangemerkt als een veilig land van herkomst. Hij voert hiertoe aan dat er veel corruptie in Georgië is en dat het op politiek gebied chaotisch is in het land. Eiser heeft hart- en psychische problemen. In Georgië heeft hij geen toegang tot de benodigde medische zorg. Daarom is Georgië ook voor eiser persoonlijk geen veilig land van herkomst.
5. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich voldoende gemotiveerd op het standpunt gesteld dat Georgië in het algemeen kan worden aangemerkt als een veilig land van herkomst. Op 6 mei 2021 heeft een herbeoordeling van deze aanwijzing plaatsgevonden. Zonder nadere onderbouwing heeft eiser enkel gesteld dat Georgië in het algemeen geen veilig land van herkomst is. Dit is onvoldoende. Daarnaast heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat Georgië voor hem persoonlijk geen veilig land van herkomst is. Medische omstandigheden zijn naar vaste rechtspraak geen grondslag voor het verlenen van een asielvergunning.3 De toegankelijkheid van de medische zorg maakt dus niet dat Georgië voor eiser persoonlijk niet als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. De beroepsgrond faalt dus.
Artikel 64 van de Vw
6. Eiser vindt dat verweerder hem om medische redenen uitstel van vertrek moet verlenen. Zonder de benodigde medische zorg komt eiser terecht in een medische noodsituatie. Volgens eiser heeft verweerder ten onrechte nagelaten om de toegankelijkheid van de medische zorg in Georgië bij de beoordeling van de aanvraag te betrekken.
7. De rechtbank stelt vast dat eiser zijn medische klachten niet heeft onderbouwd met stukken. Eiser heeft hiermee geen inzicht gegeven in de aard en ernst van de door hem gestelde medische problematiek en of deze problematiek een grondslag moeten vormen voor het verlenen van uitstel van vertrek. Gelet hierop heeft verweerder terecht geen aanleiding gezien om eiser dit uitstel van vertrek te verlenen. Dat eiser zijn medische stukken mogelijk is kwijtgeraakt maakt dit niet anders. Eiser verblijft al diverse maanden in Nederland. Niet gebleken is dat hij zich in deze periode tot een arts heeft gewend om (alsnog) een medische verklaring te verkrijgen. Ook deze beroepsgrond treft dus geen doel.
Het inreisverbod
8. Omdat de asielaanvraag van eiser is afgewezen als kennelijk ongegrond, kon verweerder bepalen dat eiser Nederland onmiddellijk moet verlaten.4 Verweerder moest eiser daarom een inreisverbod opleggen.5 De door eiser aangevoerde medische problemen hoefden voor verweerder geen reden te zijn om hiervan af te zien. Eiser heeft deze medische omstandigheden immers niet onderbouwd.
2 Op grond van artikel 66a van de Vw.
4 Artikel 62, tweede lid, aanhef en onder b, van de Vw.
5 Artikel 66a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw.
Conclusie
9. De aanvraag is terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. R.G.A. Beijen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
01 december 2022

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.