Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 december 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De eiser was in bewaring gesteld op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, met het oog op zijn overdracht naar Spanje onder de Dublinverordening. De rechtbank heeft het beroep van de eiser tegen deze maatregel ongegrond verklaard. De eiser had eerder al twee keer een overdracht naar Spanje ondergaan, maar was telkens weer naar Nederland teruggekeerd. De rechtbank oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die een ander oordeel rechtvaardigden en dat de maatregel van bewaring noodzakelijk was om te waarborgen dat de eiser zich aan de overdracht zou houden. De rechtbank volgde het standpunt van de verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat een lichter middel niet volstond, gezien het risico dat de eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank heeft ook overwogen dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was tot het moment van het sluiten van het onderzoek. Het verzoek om schadevergoeding werd eveneens afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.