Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 december 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met Marokkaanse nationaliteit. De maatregel was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 12 december 2022, waar eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk, heeft de rechtbank de zaak behandeld.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring terecht was opgelegd, omdat er een risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken en de uitzettingsprocedure zou bemoeilijken. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld in de voorbereiding van de uitzetting naar Marokko, waarbij op 1 december 2022 een vlucht was aangevraagd en op 8 december 2022 een vluchtakkoord was ontvangen van de Marokkaanse autoriteiten. De rechtbank oordeelde dat de termijn voor het organiseren van de uitzetting met escorte niet onredelijk was.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, met de conclusie dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en kan binnen een week na bekendmaking worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.