5.4De rechtbank concludeert al met al dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de taal Malinke onvoldoende beheerst en dat niet is gebleken dat de gehouden gehoren om die reden niet goed zijn verlopen en verweerder niet kon uitgaan van de verklaringen van eisers tijdens die gehoren. Wat eiseres aanvoert op dit punt slaagt niet.
Is de Dublinbrochure ten onrechte niet verstrekt?
6. In artikel 4 van de Dublinverordening is bepaald dat de informatie over de Dublinprocedure schriftelijk wordt verstrekt, in een taal waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat betrokkene die verstaat, met gebruikmaking van de gemeenschappelijke brochure. Ook is bepaald dat als dit nodig is om betrokkene de informatie te laten begrijpen, deze informatie ook mondeling wordt verstrekt. Uit het rapport van het aanmeldgehoor Dublin blijkt dat de Dublinbrochure niet beschikbaar was in de talen Malinke of Koliyaka. De gehoormedewerker heeft daarom mondeling uitgelegd wat er in de brochure staat. Eiseres heeft niet gesteld dat ze de mondeling gegeven informatie niet heeft begrepen. Ook verder is niet gebleken dat er misverstanden zijn geweest over de Dublinprocedure waarvan eiseres enig nadeel heeft ondervonden. De rechtbank concludeert dan ook dat aan de strekking van de hiervoor weergegeven bepalingen in artikel 4 van de Dublinverordening is voldaan. Voor zover er al sprake is van een formeel gebrek omdat er geen schriftelijke informatie is verstrekt, gaat de rechtbank hieraan voorbij met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Wat eiseres op dit punt aanvoert slaagt dus niet.
Is het rapport aanmeldgehoor Dublin tijdig verstrekt?
7. Volgens eiseres is het rapport aanmeldgehoor Dublin niet tijdig aan haar of haar gemachtigde verstrekt en is hiermee artikel 5 van de Dublinverordening geschonden. De rechtbank overweegt dat artikel 5 van de Dublinverordening ziet op het voeren van een persoonlijk onderhoud met de asielzoeker, in deze zaak is dat het aanmeldgehoor Dublin met eiseres. Uit het eerste lid van dit artikel blijkt dat het doel ervan is dat de verantwoordelijke lidstaat gemakkelijk kan worden bepaald. Het persoonlijk onderhoud moet tijdig plaatsvinden, in elk geval voordat er een besluit tot overdracht wordt genomen, zoals volgt uit het derde lid. En op grond van het zesde lid moet er een samenvatting worden opgesteld van het onderhoud waartoe de betrokkene en/of de gemachtigde tijdig toegang heeft. Nu in dit geval het rapport aanmeldgehoor Dublin gelijktijdig met het voornemen is verstrekt aan de toenmalige gemachtigde van eiseres, is dat naar het oordeel van de rechtbank tijdig verstrekt zoals bedoeld in artikel 5, zesde lid, van de Dublinverordening. Eiseres heeft immers - met kennis van het rapport aanmeldgehoor Dublin - zowel haar correcties en aanvullingen op het aanmeldgehoor kunnen geven als haar zienswijze op het voornemen van verweerder om haar asielaanvraag niet in behandeling te nemen naar voren kunnen brengen. Pas daarna heeft verweerder zijn besluit over de asielaanvraag van eiseres genomen. Voor zover eiseres aanvoert dat het rapport aanmeldgehoor Dublin haar voorafgaand aan het indienen aan het overnameverzoek bij Italië had moeten zijn verstrekt, is er echter geen regel waaruit deze verplichting volgt. Overigens heeft eiseres niet gesteld dat het overnameverzoek onvolledig of onjuist zou zijn.
Op grond van artikel 3.109c, vijfde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 had verweerder het rapport aanmeldgehoor zo spoedig mogelijk ter kennis van eiseres behoren te brengen. Nu het aanmeldgehoor Dublin heeft plaatsgevonden op 21 april 2022, terwijl het rapport ervan eerst op 10 oktober 2022 aan de toenmalige gemachtigde van eiseres is gezonden, kan volgens de rechtbank niet meer worden gesproken van ‘zo spoedig mogelijk’. Nu eiseres niet heeft gesteld dat zij enig nadeel heeft ondervonden van deze late toezending, gaat de rechtbank ook hieraan voorbij met toepassing van artikel 6:22 van de Awb. Ook wat eiseres op dit punt aanvoert slaagt niet.
Is er een rechtsgeldig besluit?
8. Eiseres heeft de rechtsgeldigheid van het bestreden besluit ontkend omdat het niet met een handgeschreven handtekening is ondertekend. Zij heeft hierbij verwezen naar de prejudiciële vragen die zijn gesteld aan het Hof van Justitie door het Verwaltungsgericht Wiesbaden (Duitsland). Ook pleit eiseres voor het afwachten van de antwoorden op deze vragen. De rechtbank begrijpt dat deze vragen vooral betrekking hebben op de Duitse rechtspraktijk. De Duitse rechtspraktijk speelt in deze procedure niet. De rechtbank ziet dan ook geen reden om te twijfelen aan de rechtsgeldigheid van het bestreden besluit of om het beroep aan te houden. Wat eiseres op dit punt aanvoert slaagt ook niet.
De conclusie over de gestelde formele gebreken
9. Uit de overwegingen hiervoor volgt dat de rechtbank in geen van de vier door eiseres gestelde procedurele gebreken een reden ziet voor gegrondverklaring van haar beroep en vernietiging van het bestreden besluit. Haar stelling dat gelet op het totaal van de procedurele gebreken het beroep daarom al gegrond moet worden verklaard, volgt de rechtbank dus ook niet. De conclusie is dat de beroepsgronden die zien op procedurele gebreken, niet slagen.
De beoordeling van de inhoudelijke beroepsgronden
Kan verweerder voor Italië uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel?
10. De rechtbank overweegt dat eiseres ter onderbouwing van haar standpunt dat verweerder ten aanzien van Italië niet meer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan uitgaan alleen heeft verwezen naar wat zij heeft aangevoerd in de zienswijze. Daar is verweerder in het bestreden besluit uitgebreid op ingegaan. Eiseres heeft niet toegelicht waarom de motivering van het bestreden besluit op dit punt onjuist of onvolledig zou zijn en heeft dat desgevraagd ook ter zitting niet gedaan. Deze beroepsgrond slaagt daarom niet.
Zijn de belangen van het kind betrokken in de besluitvorming?
11. Voor zover eiseres heeft aangevoerd dat verweerder de belangen van haar kind niet heeft betrokken in zijn besluitvorming en dat verweerder geen onderzoek heeft gedaan naar die belangen, volgt de rechtbank haar niet. In het bestreden besluit heeft verweerder expliciet de belangen van de dochter van eiseres benoemd. Verweerder heeft onder meer overwogen dat het minderjarige kind het meest gebaat is als zij bij haar moeder, eiseres, verblijft. Ook constateert verweerder dat niet is gebleken van bijzondere banden met Nederland waardoor overdracht aan Italië tot schade aan de dochter van eiseres zou leiden. Eiseres heeft daartegenover geen specifieke belangen of concrete problemen van haar dochter benoemd waarmee verweerder geen rekening heeft gehouden dan wel die aanleiding geven voor nader onderzoek. Desgevraagd heeft eiseres dat ook ter zitting niet gedaan. De rechtbank overweegt dat het aan eiseres is om dergelijke belangen of problemen te benoemen.