Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Proces verloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 november 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die op 10 oktober 2022 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank overweegt dat indien de maatregel van bewaring in strijd is met de Vreemdelingenwet of niet gerechtvaardigd is, zij het beroep gegrond kan verklaren en de maatregel kan opheffen. Eiser betwist dat hij binnen afzienbare tijd naar Nigeria zal worden uitgezet, maar heeft niet onderbouwd waarom het zicht op zijn uitzetting ontbreekt. De rechtbank heeft geen feiten of omstandigheden gevonden die dit oordeel rechtvaardigen, waardoor deze beroepsgrond faalt.
Eiser stelt verder dat verweerder onvoldoende voortvarend handelt in zijn uitzetting. De rechtbank concludeert echter dat eiser zelf verantwoordelijk is voor het niet doorgaan van een geplande presentatie op 20 oktober 2022, omdat hij weigerde mee te werken zonder zijn telefoon. De rechtbank ziet geen aanleiding om te oordelen dat de maatregel onrechtmatig is, ook niet in het licht van een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 9 november 2022. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.