Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 oktober 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling. Eiser, een Braziliaanse nationaliteit, was in Nederland zonder geldige verblijfstitel en had zich niet gemeld bij de autoriteiten. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 24 september 2022 de maatregel van bewaring opgelegd op basis van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000, omdat er een risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht.
Tijdens de zitting op 3 oktober 2022, die via een beeldverbinding plaatsvond, heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. D. Gürses, zijn standpunten toegelicht. Eiser betoogde dat hij zich niet had onttrokken aan het toezicht, omdat hem geen meldplicht was opgelegd en hij in 2014 aan een eerder terugkeerbesluit had voldaan. De rechtbank oordeelde echter dat eiser door geen melding te maken van zijn illegale verblijf zich wel degelijk aan het toezicht had onttrokken. Bovendien kon eiser niet aantonen dat hij aan het terugkeerbesluit had voldaan.
De rechtbank concludeerde dat de zware gronden voor de maatregel van bewaring voldoende waren en dat het risico op onttrekking aan het toezicht reëel was. Eiser's verzoek om een lichter middel werd afgewezen, en de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. Ook het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 6 oktober 2022.