ECLI:NL:RBDHA:2022:15139
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toegangsweigering tot Nederland en voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak
Op 8 november 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, een Congolese nationaliteit hebbende persoon, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder had. Verzoeker had tegen een besluit van de Koninklijke Marechaussee (KMar) geprocedeerd, waarbij hem de toegang tot Nederland was geweigerd en een vrijheidsbeperkende maatregel was opgelegd. Verzoeker had administratief beroep ingesteld tegen de toegangsweigering en verzocht om een voorlopige voorziening om zijn uitzetting naar Japan te voorkomen totdat op het beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoeker niet over voldoende passende documentatie beschikte om het doel en de omstandigheden van zijn verblijf te onderbouwen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de KMar terecht had gesteld dat verzoeker geen hotelreserveringen had voor zijn verblijf en dat de toegangsvoorwaarden niet waren voldaan. De voorzieningenrechter benadrukte dat het oordeel voorlopig van aard is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding. De uitspraak werd telefonisch meegedeeld aan de partijen op 8 november 2022.