ECLI:NL:RBDHA:2022:15132

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 november 2022
Publicatiedatum
6 februari 2023
Zaaknummer
NL22.20587
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar Dublin-regelgeving

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 november 2022 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. V.M. Oliana, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. I. Vugs, niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Roemenië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag, conform de Dublin-regelgeving.

Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 1 november 2022 behandeld, waarbij verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, O. Alothman. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening besproken, maar de voorzieningenrechter heeft in een andere zaak, met nummer NL22.20586, op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.20587
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. V.M. Oliana),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. I. Vugs).

Procesverloop

Bij besluit van 11 oktober 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL22.20586, op 1 november 2022 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen O. Alothman. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.20586, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Zwijnenberg, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
14 november 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.