ECLI:NL:RBDHA:2022:15083
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- P.M. de Keuning
- C.M. van den Berg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. E.G. Angela, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit opgeschort zouden worden totdat op het beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 13 december 2022 behandeld, waarbij verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. E. El-Sharkawi. Tijdens de zitting is vastgesteld dat de rechtbank in een andere procedure, met zaaknummer NL22.23777, het beroep van verzoeker ongegrond heeft verklaard. Hierdoor is het connexiteitsvereiste, zoals neergelegd in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, niet langer van toepassing.
Op basis van deze overwegingen heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. P.M. de Keuning, in aanwezigheid van griffier mr. C.M. van den Berg, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.