ECLI:NL:RBDHA:2022:15035

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 oktober 2022
Publicatiedatum
30 januari 2023
Zaaknummer
NL22.8676 VK
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening, ingediend door de verzoekster, die in deze procedure wordt aangeduid met een V-nummer. De verzoekster had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin was vastgesteld dat zij geen rechtmatig verblijf in Nederland had als gemeenschapsonderdaan, zoals vastgelegd in artikel 8.12 van het Vreemdelingenbesluit. Het primaire besluit dateert van 8 november 2021, en het bezwaar tegen dit besluit werd op 22 april 2022 ongegrond verklaard door de verweerder.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 12 september 2022, waarbij de verzoekster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. A.J.M. Mohrmann. De echtgenoot van de verzoekster was ook aanwezig bij de zitting. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. F. van de Kamp, had het bezwaar ongegrond verklaard.

In de uitspraak van vandaag heeft de rechtbank het beroep, geregistreerd onder zaaknummer NL22.8673, gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. Dit betekent dat de verweerder een nieuw besluit op het bezwaar van de verzoekster moet nemen. Echter, gezien de uitkomst van de bodemzaak en het feit dat de verzoekster de uitkomst van haar bezwaarprocedure in Nederland mag afwachten, heeft de voorzieningenrechter besloten om het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.8676
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. A.J.M. Mohrmann),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. F. van de Kamp).

Procesverloop

In het besluit van 8 november 2021 (primaire besluit) heeft verweerder vastgesteld dat eiseres geen rechtmatig verblijf in Nederland als gemeenschapsonderdaan heeft gehad op grond artikel 8.12 van het Vb.
In het besluit van 22 april 2022 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.8673, op 12 september 2022 op zitting behandeld. Verzoekster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. De echtgenoot van eiseres, [echtgenoot] , is bij de zitting aanwezig geweest. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank het beroep, geregistreerd onder zaaknummer NL22.8673, gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. Verweerder moet een nieuw besluit op het bezwaar van verzoekster nemen.
2. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak en de omstandigheid dat verzoekster de uitkomst van haar bezwaarprocedure tegen het primaire besluit van 8 november 2021 in Nederland mag afwachten, ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om het verzoek toe te wijzen.
4. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.M. van Luijk - Salomons, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
25 oktober 2022

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.